Blonde ruiter
De blonde ruiter[2] (Calidris subruficollis synoniem: Tryngites subruficollis) is een slanke waadvogel. De vogel werd in 1819 door Louis Jean Pierre Vieillot geldig beschreven als Tringa subruficollis. De waadvogel komt voor in Noord-Amerika en wordt als zeldzame dwaalgast gesignaleerd in West-Europa vooral op de Britse Eilanden.
Blonde ruiter IUCN-status: Gevoelig[1] (2016) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Calidris subruficollis (Vieillot, 1819) | |||||||||||||
![]() | |||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||
Blonde ruiter op ![]() | |||||||||||||
|
Kenmerken
bewerkenHij lijkt op de kemphaan, maar is wat kleiner en heeft geen wit aan de staartbasis. De blonde ruiter heeft een opvallend kleine en ronde kop, een lange hals en gele poten. Verder is hij warm rossig geel, met een witachtige tint richting de buik. Zijn ondervleugels zijn wit, bij de punt zwart en wit gemarmerd. De blonde ruiter is een heel tamme vogel die houdt van droog, kort grasland. Het geluid dat hij maakt klinkt als pr-r-r-riet en een klikkend tik.
Verspreiding en leefgebied
bewerkenDeze soort komt voor in de toendra's van noordoostelijk Siberië, noordelijk Alaska en noordelijk Canada.
In Nederland
bewerkenTussen 1955 en 2014 zijn 79 bevestigde waarnemingen. Tussen 1955 en 2000 15 maal (0,33 per jaar), tussen 2001 en 2010 38 maal (3,8 per jaar) en tussen 2010 en 2014 26 maal (6,5 per jaar). Vanaf 2015 wordt het aantal waarnemingen niet meer bijgehouden.[3]
Status
bewerkenDe grootte van de populatie is in 2012 geschat op 15-56 duizend volwassen vogels. Op de Rode lijst van de IUCN heeft deze soort de status gevoelig.[1]
Externe link
bewerken- Kaarten met waarnemingen:
Bronnen, noten en/of referenties
|