De TT Grandstand vormt samen met de pitstraat, de start/finishlijn en het beroemde scorebord het markantste punt in de Snaefell Mountain Course, het circuit dat gebruikt wordt tijdens de Isle of Man TT en de Manx Grand Prix.

De TT Grandstand staat in Douglas bij start/finish
De TT Grandstand staat in Douglas bij start/finish
De A2 Quarterbridge Road bij de splitsing met Selborne Drive. Het vlakke gedeelte is de oude start/finish van de Isle of Man TT van 1911 tot 1913, maar in die tijd was er nog nauwelijks bebouwing en de weg was onverhard
De A2 Quarterbridge Road bij de splitsing met Selborne Drive. Het vlakke gedeelte is de oude start/finish van de Isle of Man TT van 1911 tot 1913, maar in die tijd was er nog nauwelijks bebouwing en de weg was onverhard
De stenen tribune met toren werd in 1986 gebouwd
De stenen tribune met toren werd in 1986 gebouwd
TT Grandstand met pitstraat (rechts) en scorebord (links)
TT Grandstand met pitstraat (rechts) en scorebord (links)

De Grandstand (tribune) staat langs de A2 Douglas - Ramsey in de stad Douglas. Bij de Grandstand bevindt zich het rennerskwartier en hier vindt ook de keuring van de motorfietsen voor de race plaats.

Geschiedenis

bewerken

Aanvankelijk werd nog de Highroads Course gebruikt, die bijna identiek was aan de latere Snaefell Mountain Course, maar waarbij de start en finish op het vlakke deel van Quarterbridge Road aan de bodem van Bray Hill lagen. Er was nog geen scorebord; de tijdwaarnemers deden hun werk in een kleine houten schuur. Omdat er geen ruimte was om te tanken was het toegestaan bij te tanken bij de kerk van Braddan (Braddan Depot) en net voorbij Parliament Square in Ramsey (Ramsey Depot).

In 1914 werd de start/finish verplaatst naar de top van Bray Hill, iets ten zuiden van St Ninian's Crossroads. Daar werd toen ook de keuring gedaan door de "Clerk of the Scales and Official Measurer". Hier werd ook een groot scorebord geplaatst en omdat hier ook een pitstraat was mocht men alleen daar tanken. Er werd een tijdelijke tribune gebouwd voor 1.000 toeschouwers die 5 shilling moesten betalen. De tijdwaarnemers zaten 75 meter vóór de finish bij Ballanard Road, waar de rijders rechtsaf richting Bray Hill gingen. Die bocht kostte in 1914 het leven aan Frank Walker, die rechtdoor tegen een houten afzetting reed. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kon er tot 1920 niet meer geracet worden.

In 1920 werd het circuit licht gewijzigd toen de coureurs bij Cronk-ny-Mona (in het noordelijk deel van Douglas) linksaf draaiden om de A18 naar Governor's Bridge te volgen. Daardoor kwam de startlijn in Nobles Park op Glencrutchery Road te liggen. Het circuit werd 400 meter langer (van 60,35 km naar 60,75 km). Dit was gedaan om gebruik te maken van de extra ruimte in Nobles Park, maar er was nog geen tribune, pitstraat of scorebord. Er was wel een rennerskwartier en de keurmeesters en race-officials werkten in tenten.

In 1926 werd de weg ter plaatse verbreed en werd 250 meter verder richting St Ninian's Crossroads een nieuwe tribune gebouwd voor 2.000 Pond. Tegenover de tribune werd het grote scorebord gebouwd, waar de Manx Scouts de resultaten bij hielden. Hier zaten ook de race-officials en later werden er ook commentaarposities voor de radiocommentatoren gebouwd (de BBC deed in 1930 voor het eerst verslag van de races, maar toen gebruikte men nog posities langs het circuit). De houten tribune met stalen frame deed 60 jaar dienst, maar na de stadionbrand in Bradford City in 1985 werd de houten tribune in Douglas vervangen door een bakstenen exemplaar waarin ook de pit was opgenomen. Er kwam een toren voor de race-officials en de pers. Het publiek zit sindsdien boven de pitboxen en de tribune is niet overdekt.

Rennerskwartier

bewerken

De coureurs en teams namen in de beginjaren van de Isle of Man TT hun intrek in hotels en cottages, waar ze ook konden sleutelen aan hun motorfietsen. Toen er meer ruimte kwam in de buurt van de start/finish (met name in Nobles Park), werden daar tenten gebouwd. Toen er steeds meer speciale racemotoren kwamen, die om gewicht te sparen geen standaard hadden, zorgde de Auto-Cycle Union voor rijen houten palen waar de machines tegen geparkeerd konden worden. Toen de coureurs gebruik gingen maken van bestelbusjes en vrachtauto's moest men steeds grotere delen van het rennerskwartier gaan asfalteren. Tegenwoordig brengen teams hun eigen hospitality-units en mobiele werkplaatsen mee.