Tantilla
Tantilla is een geslacht van slangen uit de familie toornslangachtigen (Colubridae) en de onderfamilie Colubrinae.
Tantilla | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Tantilla coronata, exemplaar uit Florida, Verenigde Staten. | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Tantilla Baird & Girard, 1853 | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Tantilla op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Naam en indeling bewerken
De wetenschappelijke naam van het geslacht werd in 1853 voorgesteld door Spencer Fullerton Baird en Charles Frédéric Girard. Een aantal soorten werd eerder tot andere geslachten gerekend, zoals Coluber, Homalocranion en Scolecophis.
Er zijn 66 soorten waarvan er een aantal vrij recentelijk zijn beschreven, zoals Tantilla gottei, Tantilla stenigrammi en Tantilla excelsa uit 2017.[1] In de literatuur wordt hierdoor vaak een lager soortenaantal opgegeven.
Uiterlijke kenmerken bewerken
Zelfs de grootste soorten blijven relatief klein en bereiken een totale lichaamslengte van vijftig tot iets meer dan zeventig centimeter. Tantilla alticola wordt bijvoorbeeld slechts 33 centimeter lang inclusief de staart. De schubben hebben een glad oppervlak en er zijn vijftien rijen gelegen op het midden van het lichaam. De ogen zijn vrij klein, de pupil heeft een ronde vorm.[2]
Levenswijze bewerken
Vrijwel alle soorten leven in de strooisellaag net onder het bodemoppervlak en zijn lastig te vinden. De slangen leven van kleine ongewervelden en veel soorten zijn gespecialiseerd in duizendpoten.[2]
Verspreiding en habitat bewerken
Vertegenwoordigers van dit geslacht komen voor in delen van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. De slangen zijn aangetroffen in de landen Panama, Trinidad en Tobago, Colombia, Venezuela, Brazilië, Argentinië, Bolivia, Uruguay, Guyana, Suriname, Frans-Guyana, Ecuador, Peru, Paraguay, Honduras, Belize, Verenigde Staten, Mexico, Nicaragua, Costa Rica, Guatemala en El Salvador.[1]
De habitat bestaat voornamelijk uit vochtige tropische en subtropische bossen, zowel in laaglanden als in bergstreken. Ook in drogere en gematigde bossen en scrublands komen veel soorten voor. Daarnaast zijn een aantal soorten te vinden in door de mens aangepaste streken zoals weilanden en plantages.[3]
Beschermingsstatus bewerken
Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan 58 soorten een beschermingsstatus toegewezen. Van de soorten worden er 31 gezien als 'veilig' (Least Concern of LC), zeventien als 'onzeker' (Data Deficient of DD), en drie als 'kwetsbaar' (Vulnerable of VU). Vier soorten staan te boek als 'bedreigd' (Endangered of EN) en drie soorten ten slotte worden beschouwd als 'ernstig bedreigd' (Critically Endangered of CR).[3]
Soorten bewerken
Bronvermelding bewerken
Bronnen, noten en/of referenties
Referenties
Bronnen
|