Lineaire moleculaire geometrie

In de scheikunde verwijst een lineaire moleculaire geometrie naar moleculen waarvan alle atomen op één lijn liggen. Diatomische moleculen zoals koolstofmonoxide of waterstoffluoride zijn ipso facto lineair. Bij drie of meer atomen bedraagt de bindingshoek 180°. In lineaire organische moleculen zoals ethyn (C2H2) en koolstofdioxide (CO2) zijn de atomen gewoonlijk sp-gehybridiseerd. Andere voorbeelden van lineaire verbindingen zijn waterstofcyanide (HCN), xenondifluoride (XeF2), carbonylsulfide (COS), de ionen azide (N3), thiocyanaat (SCN) en nitronium (NO2+). In de gasfase zijn berylliumfluoride (BeF2), berylliumchloride (BeCl2) en siliciumdioxide (SiO2) eveneens lineair. Twee voorbeelden van lineaire organometaalverbindingen zijn dimethylkwik en dimethylzink.

Lineaire moleculaire geometrie
Ruimtelijke structuur
Ruimtelijke schikking van de atomen
Ruimtelijke schikking van de atomen en vrije elektronenparen
Eigenschappen
Puntgroep D∞h, C∞v
Bindende elektronenparen 1 of 2
Vrije elektronenparen 0, 1 of 3
Bindingshoeken 180°
Coördinatiegetal 2
AXE-symbool AX1E1, AX2E0
AX2E3
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

De puntgroepen van lineaire moleculen zijn D∞h bij aanwezigheid van een inversiecentrum en C∞v zonder inversiecentrum. Lineaire moleculen met inversiesymmetrie, zoals koolstofdisulfide (CS2), zijn apolair en hun netto dipoolmoment is bijgevolg gelijk aan 0 D.