Portaal:Georgië/Uitgelicht/10
De Georgische wijnbouw is volgens archeologische vondsten uit minimaal 6000 v.Chr. de oudste ter wereld. Vanaf 4000 v.Chr. cultiveerden Georgiërs de druiven en gebruikten ze in de grond begraven aardewerken kruiken (kvevris) voor het maken van wijn, een techniek die nog steeds wordt toegepast naast modernere Europese methodes. Vanaf de 4e eeuw won wijn verder aan belang in de Georgische cultuur door de kerstening van het land. Volgens de overlevering droeg de heilige Nino, die het christendom in het Koninkrijk Iberië predikte, een houten kruis gemaakt van een wijnstok.
Verspreid over het hele land wordt wijn geproduceerd, maar veruit de belangrijkste regio is Kacheti waar ongeveer driekwart van de wijnbouw plaatsvindt. Andere wijnregio's zijn Sjida Kartli en Imereti. Kleinere wijngebieden zoals Ratsja-Letsjchoemi en Kvemo Svaneti, Goeria en het Meschetigebergte (het hoogste wijnbouwgebied) kennen gebiedseigen wijn appellaties. Er zijn in Georgië ruim 500 druivensoorten gecultiveerd, waarvan er enkele tientallen geregistreerd staan voor de commerciële wijnbouw. Veruit de belangrijkste druivensoort is de Saperavi, de basis voor rode wijnvariëteiten zoals de droge Saperavi en halfzoete Kindzmaraoeli. Andere bekende druivensoorten zijn de Alexandrouli, de basis voor de hoogwaardige halfzoete rode Chvantsjkara, en de Rkatsiteli, de belangrijkste witte druivensoort. Er zijn tientallen unieke microzones gedefinieerd waarbinnen een bepaalde wijnvariëteit geproduceerd mag worden.
De export van wijn is een steeds groeiende economische activiteit met de belangrijkste afzetmarkten in Rusland (meer dan de helft), de Europese Unie, Oekraïne maar ook de Volksrepubliek China. In 2021 werd een recordaantal van 107 miljoen flessen wijn geëxporteerd naar 62 landen.