Gebruiker:Mdd/Openingen/Artikel Wetenschap

Deze pagina is een gebruikerspagina van Mdd en bevat een herontwerp voor het artikel Wetenschap en is op 18 oktober 2007 ingevoerd als hoofdartikel in de Wikipedia en aldaar verder ontwikkeld.

Wetenschap is de benaming voor het weten van de mens, voor de georganiseerde kennis in de samenleving, en voor de organisatie van de wetenschap. Het begrip "wetenschap" is verder synoniem met de begrippen denkvermogen, bewustzijn, medeweten, toestemming, mededeling, kennisgeving, rechtelijke aanzetting.[1]

Natuurkundigen tijdens de Solvayconferentie in 1911. Met presentaties en debatten tijdens conferenties en symposia en met peer review bij wetenschappelijke publicaties werkt de wetenschappelijke gemeenschap aan het bereiken van die objectiviteit, waardoor de kwaliteit van de wetenschap, haar methodes en interpretatie van resultaten, gewaarborgd wordt.

Wetenschap is een onderdeel van de maatschappij dat zich ten doel heeft gesteld kennis te verwerven. De wetenschap heeft een eigen karakter. De beoefening ervan is onderworpen aan eigen wetten, methoden en conventies. De ontwikkelde wetenschappelijke kennis vormt een reconstructie van een deel van de werkelijkheid, en is opgebouwd met een bepaalde wetenschappelijke methoden. [2]

Wetenschap en techniek zijn geworden tot structuurelementen van de geïndustrialiseerde samenleving en ten gevolge hiervan is er ook een sterke wederzijdse beïnvloeding van maatschappelijke en technisch-wetenschappelijke ontwikkeling.[3]

Algemeen bewerken

Het Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse taal onderscheidt vijf betekenissen van het begrip wetenschap in het dagelijks taalgebruik. Volgens de Van Dale (1999) is wetenschap:[1]

  • ... het weten omtrent, de kennis, en de bekendheid met iets.
  • ... wat men omtrent iets moet weten.
  • ... het systematisch geordende geheel van het weten en van de regels, wetmatigheden, theorieën, hypotheses en systemen waarmee verdere kennis verkregen kan worden.
  • ... het weten op een speciaal gebied.
  • ... de beoefenaars van de wetenschap.

Wetenschap is een onderdeel van de maatschappij, dat zich ten doel heeft gesteld kennis te vergaren. De wetenschap heeft een eigen karakter: de beoefening ervan is onderworpen aan eigen wetten, methoden en conventies. Volgens Ad Bergsma & Korina van Petersen (2004) heeft het woord wetenschap vooral de volgende drie betekenissen:[2]

  • Het instituut der wetenschap: de universiteiten, de hoogleraren, de organisatie, enz. Wetenschap in deze zin heet ook wel wetenschapbedrijf.
  • De wetenschappelijke activiteit; zij houdt zich bezig met meten registreren, waarnemen, en experimenteren, ordenen en interpreteren, begripsvorming en verwoording, afleiding en voorspellen, hypothesevorming en -toetsing, evaluatie en planning. Wetenschap in deze zin heet ook wel wetenschapsbeoefening.
  • De wetenschappelijke producten van de activiteit, de wetenschappelijke kennis. De wetenschappelijke kennis vormt een reconstructie van een deel van de werkelijkheid, opgebouwd met een bepaalde methodiek. Deze reconstructie is systematisch in de zin dat men steeds tracht series gelijkvormige vragen te beantwoorden en lacunes in de kennis op te vullen.

De aard van de wetenschap is volgens David C. Lindberg (1995) al eeuwenlang het onderwerp van heftige discussie - een discussie die wordt gevoerd door natuurwetenschappers, filosofen, geschiedkundigen en andere belanghebbenden. Alhoewel het niet tot overeenstemming is gekomen, hebben diverse opvattingen van de wetenschap grote bijval gekregen:[4]

  • Wetenschap wordt beschouwd als gedragspatroon waarmee de mens zich controle over zijn omgeving verschaft.[4]
  • Wetenschap wordt gezien als een bepaalde hoeveelheid theoretische kennis en technologie als de toepassing van theoretische kennis bij het oplossen van praktische problemen.[4]
  • Wetenschap kan worden gedefinieerd aan de hand van de vorm van haar beweringen - universele wetmatige beweringen, bij voorkeur in wiskundige taal gesteld.[4]
  • Wetenschap kan worden gedefinieerd aam de hand van zijn methodenleer: experimentele procedures, die tot doel hebben de geheimen van de natuur te onderzoeken en theorieën over haar gedragingen te bevestigen of te ontkennen.[4]
  • Wetenschap kan men definiëren op grond van haar epistemologische status, ofwel de zekerheden die haar stellingen geacht worden te geven.[4]
  • Op grond van haar inhoud is wetenschap een specifieke reeks overtuigingen aangaande de natuur - min of meer wat de hedendaagse natuurkunde, scheikunde, biologie, geologie en dergelijke leren.[4]
  • Wetenschap en wetenschappelijk worden toegepast op iedere werkwijze en overtuiging, die gekenmerkt wordt door geldigheid, precisie en objectiviteit. Sherlock Holmes gebruikte aldus, bij het bestuderen van misdaden een wetenschappelijke methode.[4]

Ten slotte worden "Wetenschap" en "wetenschappelijk" vaak gewoonweg gebruikt als algemene termen van goedkeuring - als benamingen die wij verbinden aan alles wat we willen aanprijzen.[4]

Geschiedenis van de wetenschap bewerken

Bij wetenschap gaat het om opzettelijk en doelgericht onderzoek en verwerving van kennis op een bepaald terrein of vakgebied of vakwetenschap. Deze vorm heeft sinds Plato en de middeleeuwen een geïnstitutionaliseerde vorm gekregen in academies, universiteiten, instituten, laboratoria.[5]

 
Mesopotamisch klei tablet

Eerste beschavingen bewerken

Wetenschap in vroege culturen vond plaats van Mesopotamië, India, Egypte, Perzië, China tot bij de Maya's in Mexico. De oudste overleveringen stammen uit Sumerië, het huidige Irak, rond 3500 v.Chr. De Mesopotamische volkeren begonnen waarnemingen van de wereld vast te leggen met kwantitatieve en getalsmatige gegevens. Hun waarnemingen en metingen werden voor andere dan wetenschappelijke redenen gedaan. Een concreet voorbeeld van de stelling van Pythagoras werd in de 18e eeuw v.Chr. vastgelegd: het mesopitaanse kleitablet met spijkerschrift Plimpton 232 legt een aantal Pythagorese drietallen (3,4,5) (5,12,13). Dit kleitablet, gedateerd 1900 v.Chr., bevatten echter geen abstracte formulering van de stelling.

 
Aristarchus's calculatie van de relatieve afmeting van de Aarde, Zon en Maan.

Klassieke oudheid bewerken

Wetenschap in de Klassieke Oudheid richtte zich primair op het verklaren van de werking van de kosmos. Aldus ontstond de natuurfilosofie en vervolgens de klassieke filosofie. Meer praktisch gericht waren de geneeskunde, de astronomie voor het opstellen van kalenders, en astrologie om de toekomst te voorspellen. De geleerden uit de Oudheid zullen zichzelf niet als zodanig hebben gezien, eerder zullen ze zich als natuurfilosofen, vaklieden (artsen of onderwijzers) of priesters (astrologen of geneeskundigen) hebben beschouwd.

Zo was ook de Griekse natuurwetenschap eigenlijk vooral natuurfilosofie. Er werd vooral nagedacht over hoe de natuur in elkaar zou moeten steken, en er werden veelal natuurfilosofische discussies gehouden. Er werden weinig experimenten uitgevoerd om te controleren of de gevonden beweringen op waarheid berustten, in tegenstelling tot later in de West-Europese ontwikkeling van de wetenschap, waar dit testen aan de werkelijkheid standaard zou worden.

 
De mens en de wereld als sfeer van aarde, lucht en water, 1400 AD.

Middeleeuwen bewerken

Wetenschap in de Middeleeuwen is in het Latijnse deel van het Romeinse Rijk geen sterk punt, vergeleken met haar Grieks/Hellenistische tegenhanger. Met het einde van de Romeinse beschaving kwam West Europa met grote moeilijkheden die de intellectuele productie aantastten in de Middeleeuwen terecht. De meeste klassieke wetenschappelijke verhandelingen gingen hier verloren. Pas met de Renaissance van de 12e eeuw is de interesse in het onderzoek naar de natuur hernieuwd. In deze periode ontwikkelde zich met name de Scholastische filosofie, die richtte zich op logica en een empirisme bepleitte: Men wilde de natuur als een coherent systeem wetten zien die in het licht van de rede verklaard konden worden. Met deze blik gingen de middeleeuwse wetenschappers op zoek naar verklaringen voor fenomenen in het heelal en bereiken belangrijke vooruitgang in gebieden als de wetenschappelijke methode en fysica.

 
Da Vinci's Vitruviusman: Voorbeeld van samenkomst van kunst en wetenschap

Renaissance bewerken

De renaissance was in de Europese geschiedenis een periode van opbloei van kunst, wetenschap en letteren die haar grondslag had in de "wedergeboorte" van de verworvenheden van de Klassieke Oudheid. De Wetenschap in de Renaissance is in een stroomversnelling gekomen door de herontdekking van klassieke wetenschappelijke teksten door de val van Constantinopel in 1453 en de uitvinding van de boekdrukkunst rond dezelfde tijd. Dit laatste was goed voor de democratisering van het onderwijs en de snellere verspreiding van ideeën. Echter, met name de beginperiode wordt door historici wel gezien als een periode van wetenschappelijke teruggang. Humanisten hadden vooral interesse in sociale onderwerpen als de politiek en geschiedenis, ten koste van de natuurwetenschap en toegepaste wiskunde.

 
Nicolaus Copernicus

Wetenschappelijke revolutie bewerken

De wetenschappelijke revolutie kan grofweg gedateerd worden beginnend in het jaar 1543. Dit is het jaar, waarin Nicolaus Copernicus zijn De revolutionibus orbium coelestium (Over de Revolutie der Hemelse sferen) publiceerde, en Andreas Vesalius het eerste complete boek over de menselijke anatomie, De humani corporis fabrica libri septem deed verschijnen. In de opvolgende periode wordt een fundamentele transformatie zichtbaar van wetenschappelijke gedachtengoed in natuurkunde, astronomie en de biologie; in de instituten die het wetenschappelijk onderzoek ondersteuren, en meer algemeen in het gangbare wereldbeeld. Mede hierdoor wordt deze periode gezien als de fundering van de moderne wetenschap.

 
Portret Albert Einstein bij de uitreiking van de Nobelprijs 1921

Moderne wetenschap bewerken

De basis voor de moderne wetenschap is in de 17e eeuw gegroeid uit besef bij wetenschappers, dat eigen observatie en experiment de sleutel is tot kennis. Volgens Dijksterhuis (1950) leidde dit modernisme tot een mechanisering van het wereldbeeld, wat zijn hoogtepunt beleefde in de klassieke mechanica van Newton.[6]

De wetenschapsontwikkeling heeft vanaf de 18e eeuw geleid door een differentiatie in de traditionele terreinen van de natuurwetenschap en wiskunde tot een opkomst van een hele verzameling sociale wetenschappen. De wetenschap leidde in de 19e eeuw verder tot professionalisering en institutionalisering en tot steeds verder gaande specialisatie begin 20ste eeuw. De 20ste eeuw toonde verder een groeiende rol van de wetenschap in de maatschappij met steeds meer producten, productie, management en bestuur, geïnspireerd op wetenschappelijke beginselen.

Wetenschap: Onderwerpen bewerken

 
Linnaeus's tabel van het dierenrijk uit de Systema Naturae (1735).

Classificatie van de wetenschap bewerken

Het begrip "classificatie van de wetenschap", "wetenschapsclassificatie" of "wetenschappelijke classificatie" heeft twee verschillende betekenissen:[7]

  • De indeling van de afzonderlijke wetenschappelijke disciplines in een classificatiesysteem
  • De indeling van het kenobject van een wetenschap in een classificatiesysteem, wat ook wel taxonomie genoemd.

De classificatie der wetenschappen is een speciaal aspect van de meer omvattende vraag naar de wederzijdse betrekkingen, die tussen de wetenschapsgebieden bestaan. Volgens Evert W. Beth (1959) kunnen we in dit verband drie tendensen onderscheiden:[7]

  • Ten eerste bestaat er een streven, tussen de verschillende wetenschappen een hiërarchische rangorde tot stand te brengen;
  • Hiertegenover staat de leer van de autonomie der afzonderlijke wetenschappen;
  • Volgens een derde opvatting zijn de afzonderlijke wetenschappen niet als onderscheidbare eenheden aan te merken, doch veeleer als delen van één samenhangend geheel.

De aanvaarding van één der gezichtspunten zal uiteraard van grote invloed zijn op de classificatie van de wetenschap.

De geschiedenis van het classificeren van de wetenschap gaat terug naar de klassieke oudheid. Elke classificatie heeft sindsdien slechts echter gedurende een bepaalde culturele periode stand gehouden. In elk cultureel tijdsvlak is kennis voorgesteld in uniforme structuren uitgedrukt in classificaties. Maar nieuwe culturele periodes bracht nieuwe samenhang en nieuwe classificaties.[8]

Paradigma bewerken

De wetenschapsfilosoof Thomas Kuhn beschreef de voortschrijdende ontwikkeling van wetenschappelijke kennis in de vorm van paradigma's[9]. Bij het toepassen van de wetenschappelijke methode komen steeds opnieuw waarnemingen naar boven die niet in de bestaande modellen of paradigma's passen. Kuhn noemde deze anomalieën.

Een sprekend voorbeeld van een paradigmaverschuiving is de Copernicaanse wending in het wereldbeeld vanaf de 16e eeuw onder invloed van het werk van astronomen als Nicolaus Copernicus, Tycho Brahe, Johannes Kepler en Galileo Galilei: hun empirische waarnemingen doorbraken het eerdere op autoriteit berustende wereldbeeld.

 
Geocentrisch model van de kosmos uit Peter Apian's Cosmographia, 1539.

Theorie bewerken

Een theorie is een wetenschappelijk model of uitspraak over waarnemingen in de empirie (werkelijkheid). Het doel van een theorie is daarbij de onderlinge samenhang van de waarnemingen te kunnen beschrijven en te verklaren.

Over betekenis en functie van de theorievorming zijn nog steeds diepgaande discussies gaande, m.n. naar aanleiding van de aanval van Karl R. Popper op de verificatietheorie, die nog steeds het meest aanvaarde en laatstelijk nog door Rudolf Carnap empirisch gefundeerde theorie, waartegenover Popper op scherpzinnige wijze telkens opnieuw z’n falsificatietheorie stelt.[5]

De juistheid van een theorie kan althans volgens Popper (1935) nooit geverifieerd worden[10]. Dit komt doordat ongeacht het aantal bevestigende waarnemingen dat wordt gedaan, er nimmer kan worden uitgesloten dat de volgende waarneming een andere uitkomst zal geven. Als meerdere onafhankelijke waarnemers dezelfde waarneming doen, kan er overeenstemming worden bereikt over de juistheid van een dergelijke waarneming. Inductivisten meenden uit een eindig aantal van dergelijke waarnemingen universeel geldige uitspraken over de werkelijkheid te kunnen doen.

 
Personificatie van kennis in de Bibliotheek van Celsus in Efeze

Wetenschappelijke kennis bewerken

Wetenschap is geordende kennis van de werkelijkheid. Haar ideaal is objectiviteit en algemeen geldigheid. Er is een voortdurend streven door om meningen en hypothesen door toetsing en tot wetenschap te verheffen.[11]

In de wetenschappen wordt gestreefd naar het opbouwen van een bestand van kennis, een zgn. "body of knowledge". Wetenschap heeft de opdracht om nieuwe kennis te produceren, en in het bijzonder fundamentele kennis. Behalve de taak om nieuwe samenhangen in de wereld te ontdekken en te ontwikkelen in de zogenoemde context of discovery, moet de wetenschap ook aantonen dat men werkelijk op zo’n fundament kan bouwen. Beweringen waarin die samenhangen worden weergegeven, moeten worden gerechtvaardigd in de context of justification: gelegitimeerd als "wetenschappelijk waar", en dus geschikt voor opname in het desbetreffende kennisbestand.[12]

 
Voorblad van Rene Descartes Discours de la Méthode uit 1637.

Wetenschappelijke methode bewerken

Elke wetenschap ontwikkeld zijn eigen theorieën en methoden en technieken. Met de wetenschappelijke methode wordt de algemene werkwijze in de wetenschap aangeduid. Deze methode is m.a.w. de wetenschappelijke verantwoorde weg om kennis te verwerven. Er wordt wel beweerd dat er één wetenschappelijke methode bestaat, die is gebaseerd op waarneming, meting, voorspelling, experiment, verificatie en falsificatie. Deze methode wordt voorgesteld als een "empirische cyclus", ofwel een cyclische interactie van het opstellen van hypothesen, het doen van voorspellingen, het toetsen door waarneming en het evalueren van hypothese en resultaten.[13]

In de wetenschapsfilosofie wordt echter al sinds de Klassieke oudheid nagedacht over de kennisverwerving, en talloze filosofen hebben allerlei methodes voorgesteld..Zo beschreef Plato de Socratische methode om via een schijnweten en onderzoek en weerlegging eerst te komen tot een erkenning van het niet weten, om vervolgens door heropname van de vraag over te gaan tot een zoeken naar de waarheid.[14]. Aristoteles beschreef de deductie en inductie. Rene Descartes kwam met een analytische methode en leidde het rationalisme in. Filosofen als Berkeley, Locke en Hume predikten hier tegenover het empirisme, Kant een criticisme, Hegel de dialectiek, Comte met het positivisme, Popper met de empirische cyclus, Bertalanffy met het systeemdenken en het Thomas Kuhn met de structuur van wetenschappelijke revoluties.

Wetenschappelijk resultaat bewerken

Wetenschap en technologie kennen een breed scala aan directe en indirecte opbrengsten. Vele daarvan worden pas na geruime tijd zichtbaar. De omvang, gebruikswaarde en effectiviteit van die resultaten zijn bovendien vaak niet of nauwelijks op systematische wijze te kwantificeren. Dit geldt echter niet voor tastbare kennisdragers in de vorm van publicaties zoals wetenschappelijke artikelen en octrooien. Deze omvangrijke bron van algemeen toegankelijke informatie biedt, via de zogeheten ‘bibliometrische’ methode, de mogelijkheid tot een internationaal vergelijkbare metingen van Nederlandse kennisproductie. Daarvoor wordt een tweetal typen internationale bibliografische informatiebronnen aangeboord:[15]

  • Internationale wetenschappelijke en technische tijdschriften waarin uitkomsten van kwalitatief hoogwaardig fundamenteel en toepassingsgericht wetenschappelijk onderzoek doorgaans worden gedocumenteerd
  • Octrooien, waarmee commercieel en strategisch belangrijke technologische innovaties worden geregistreerd en beschermd.

Hoewel het streven steeds gericht is op definitieve resultaten, blijkt desondanks wetenschap volgens Kuyper (1977) nooit een definitieve vorm of inhoud aan te nemen, maar steeds vatbaar te zijn voor verbreding, uitbreiding, verdieping, correctie, ja zelfs voor radicale keerpunten en revoluties. De wijze van onderzoek en de controle der resultaten alsook de vorm die aan de resultaten wordt gegeven dragen een methodisch karakter, zozeer dat wetenschap in de grond van de zaak sinds de Grieken als een kwestie van methoden (inductieve, deductieve en experimentele methode) wordt beschouwd en eventueel een theoretisch verantwoorde technieken, zoals statistiek en tests, maar ook van redenering en bewijsvorm.[5]

Studie van de wetenschap bewerken

 
Plato en Aristoteles. De Atheense school (1509).

Logica bewerken

Logica is van origine de wetenschap, die zich bezig houdt met de studie van het correct redeneren. Reeds in de Oudheid werd opgemerkt dat menselijk redeneren systematisch valt te ontleden in combinaties van vaste patronen, zogenaamde gevolgtrekkingen.[16] De centrale vraag van de formele logica luidt: onder welke voorwaarde een gegeven bewering als gevolgtrekking (oordeel) uit een zekere andere bewering (premissen) worden aangemerkt? Een volledige behandeling van deze vraag verondersteld:[17]

In de logica wordt verondersteld, dat de formele logica (logica minor) de grondslag kan vormen van de wetenschapsleer (logica major), die onderzoekt, op welke wijze in de verschillende wetenschappen gevolgtrekkingen worden gemaakt. Men onderscheidt hierbij de algemene en bijzondere wetenschapsleer. In ruime zin rekent men tot de logica de kennistheorie, die de oorsprong, kenniskritiek, en realiteitswaarde van de kennis onderzoekt; En soms ook nog de metafysica der rede, die zich bezig houdt met het onderzoek van de rede als determinerende factor in het wereldgebeuren.[17]

Methodologie bewerken

Methodologie is de studie van de wetenschappelijke methoden, de procedures en werkwijzen, die moeten worden gebruikt om kennis te verwerven en om de wetenschap vooruit te helpen. Elke vakdiscipline heeft eigen methoden en technieken en vaak ook een specifieke organisatie met onderzoekers, leerstoelen en vakliteratuur, waar deze specifieke methodologie wordt bestudeerd.

Het begrip "Methodologie" wordt vaak geassocieerd met het maken van een onderzoeksopzet. Door de semantische verwarring rond dit worden noties van "methodologie", "methode" en "methodiek" vaak door elkaar heen gebruikt. Als vakgebied heeft de methodologie te maken met het structuren van het handelen om op grond daarvan zoekgedrag te verantwoorden. Methodologie wordt hierbij opgevat als handelingsleer.[18] Belangrijke vormen van methodolgie in de wetenschap zijn de onderzoeksmethodologie en de ontwerpmethodologie.

Wetenschapsfilosofie bewerken

In de wetenschapsfilosofie wordt volgens Herman Koningsveld (1987) eigenlijk eenvoudig de vraag gesteld "wat wetenschap is?" Volgens Koningsveld zijn verschillende benaderingen op het verschijnselen wetenschap mogelijk:[19]

  • Cultuurhistorische benadering: binnen deze benadering wordt wetenschap onderzocht als een cultureel verschijnsel dat de vrucht is van een historisch proces.[19]
  • Economische benadering: van een "wetenschapseconomie", waarin het verschijnsel wetenschap door de bril van de econoom wordt bekeken, kan men nauwelijks spreken.[19]
  • Psychologische benadering: wetenschap kan vanuit psychologisch gezichtspunt worden onderzocht door de aandacht te richten op het proces van wetenschappelijke begripsvorming.[19]
  • Sociologische benadering: wetenschap wordt in de wetenschapssociologie onderzocht als een activiteit van een groep mensen. Welke normen en waarden constitueren de "wetenschappelijke" groep? Welke instituties treffen we aan? Welke statussymbolen.[19]
  • Wetenschapshistorisch benadering: hier betreft het de geschiedschrijving van de wetenschap zelf.[19]

De "filosofische benadering" van het verschijnsel wetenschap bestaat volgens Herman Koningsveld (1987) zowel uit een analyse als uit een waardering van dit verschijnsel, zowel in de zin van onderzoek als in de zin van theorie. In de wetenschapsfilosofische analyse wordt getracht de veronderstellingen van wetenschap als activiteit bloot te leggen en opheldering te krijgen over de weg waarlangs dat onderzoek verloopt, over de methodes dus en over de logica achter dat onderzoek. Tevens is de wetenschapsfilosofie erop uit om de vragen over structuur, status en waarheidspretentie van theorieën te beantwoorden. Bij de waardering gaat het om de vraag naar de rechtvaardiging centraal. Hoe kunnen de veronderstellingen, die methodes van onderzoek en die waarheidsaanspraken van theorieën worden gerechtvaardigd.[19]

Wetenschapsgeschiedenis bewerken

Wetenschapsgeschiedenis is het vakgebied van de geschiedenis van de wetenschap, dat uiteenvalt in deelgebieden. Zo bestaan bijvoorbeeld geschiedenis van de filosofie en idem van de natuurkunde. Elke wetenschap kan zijn eigen verleden onderzoeken, maar wetenschapsgeschiedenis als geheel maakt als specialisme deel uit van de historische wetenschap. Het is verwant aan de wetenschapsfilosofie.

Wetenschapsgeschiedenis is meer dan een opsomming van historische feiten. Elke wetenschapsgeschiedenis bevat volgens Horsten (2007) onvermijdelijk een interpretatie van de historische feiten, die ze beschrijft. Dit volgt uit de theoriegeladenheid van observatie. Alleen al het selecteren van de relevante historische feiten gebeurt op basis van interpretatieve criteria, die niet zelf als wetenschapshistorische feiten gegeven zijn.[20]

Wetenschapspsychologie bewerken

Arbeids- en organisatiepsychologie bestudeert de mens in relatie tot zijn werk. In dit kader begint een "psychologische benadering" van de wetenschap begint volgens Maslov (1974) met het duidelijke besef, dat wetenschap eerder een menselijke schepping is dan een autonoom, niet-menselijke ‘ding’ op zichzelf. Haar oorsprong ligt in menselijke motieven... Wetenschapsbeoefenaars worden naast de gangbare behoeften gemotiveerd door cognitieve behoeften aan zuivere kennis (nieuwsgierigheid), en aan begrip; en ten slotte de drang naar schoonheid, symmetrie en de mogelijk naar eenvoud, volledigheid en orde. Zich aan de wetenschap wijden kan als broodwinning dienen, als bron van prestige, als middel tot zelfexpressie of als bevrediging van één van de vele neurotische behoeften.[21]

Volgens Maslow kunnen in de "wetenschap" verder op zijn minst de volgende negen functies onderscheiden:[21]

  • Haar probleemzoekende, vragenstellende, ideeënbevorderende, hypothesen producerende functie
  • Haar beproevende, onderzoekende, bevestigende en ontkennende, en bekrachtigende functie; haar toetsen en onderzoeken van hypothesen: haar herhaling en controlering van experimenten; haar opstapelen van feiten; het betrouwbaar maken van feiten
  • Haar organiserende, theoretiserende, structurerende functie; haar zoeken naar hoe langer hoe ruimere generalisaties.
  • Haar geschiedsmateriaal verzamelende, geleerde functie
  • Haar technologische kant; instrumenten, methoden, technieken
  • Haar administratieve, uitvoerende en organisatorische kant
  • Haar publicistische en opvoedkundige functie
  • Haar toepassingen voor menselijk gebruik
  • Haar waardering, genieting, viering en verheerlijking

Deze veelvoud van functies houdt noodzakelijkerwijs een arbeidsverdeling in, want weinig individuen zouden al deze vaardigheden in zich kunnen verenigen.[21]

Wetenschapssociologie bewerken

De wetenschapssociologie, een onderdeel van de sociologie, bestudeert de maatschappelijke processen waarin wetenschappelijke informatie wordt geproduceerd, als geldig wordt erkend door de wetenschappelijke gemeenschap en ten slotte aan het groter geheel van de samenleving wordt doorgegeven.[22]

In de sociologie is er sinds 1945 een groeiend inzicht in het complex "wetenschap en techniek" als onderdeel van het maatschappelijk proces. De wederzijdse beïnvloeding tussen wetenschap en maatschappij, valt in de 19de eeuw reeds te onderkennen. Maar vooral sinds 1945 is het proces versneld en in omvang en betekenis toegenomen. Dit is karakteristiek voor iedere samenleving met een hoge of stijgende graad van industrialisatie. De vraag laat zich dan ook stellen, of de ontwikkeling van wetenschap en techniek als onderdeel van het maatschappelijk proces, zich als een actueel verschijnsel laat beschrijven?[3]

Een belangrijk sociologisch discussiepunt is de waardevrije wetenschap. Wetenschap is waardevrij als de kennis die wetenschap oplevert niet wordt beïnvloed door persoonlijke voorkeur of belangen.[23]

Organisatie van de wetenschap bewerken

De organisatie van de wetenschap is uitgestrekt van universiteit, laboratoria, onderzoeksinstituten en academies tot wetenschappelijke uitgeverijen en bibliotheken:

 
Louis XIV brengt een bezoek aan de Académie des Sciences in 1671.
Academie
Een academie is, in de ruimste zin, een instelling voor hoger onderwijs, een universiteit of hogeschool, 'ter beoefening van wetenschappen, letteren of kunst'. Iemand die een academische opleiding heeft afgerond, mag een academische titel gebruiken.
Onderzoeksinstituut
Een onderzoeksinstituut is een organisatie gericht op de ontwikkeling van wetenschap en of de uitvoering van toegepast onderzoek. Zo'n organisatie wordt ook wel aangeduid als centrum, expertisecentrum, kenniscentrum, kennisinstituut, onderzoekscentrum, instituut, research instelling en alle mogelijke Engelstalige varianten. Een onderzoeksinstituut is in de regel een organisatie van wetenschappers, wetenschappelijke medewerkers en administratief personeel. De grootte van zo'n instituut kan verschillen van enkele tot honderden medewerkers. Het onderzoeksgebied met de doelen, wegen en middelen wordt vastgelegd in het beleid van het instituut. Sommige instituten zijn opgezet rond een onderzoeksprogramma.
Universiteit
Een universiteit is een instelling voor hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en dienstverlening. Universiteiten zijn in de regel onderverdeeld in een aantal faculteiten of departementen, voorzien van een wetenschappelijke bibliotheek en meerdere gerelateerde onderzoeksinstituten. Faculteiten en verschillende universiteiten werken tegenwoordig samen in gespecialiseerde onderzoeksscholen.
Vereniging van wetenschappers
Vereniging van wetenschappers zijn er in allerlei soorten. Bekende verenigingen zijn:
 
Het besneeuwde grasdak van de bibliotheek van de TU Delft
Wetenschappelijke bibliotheek
Aan elke universiteit of ander hoger opleidingsinstituut is een wetenschappelijke bibliotheek of universiteitsbibliotheek met specialistische vakliteratuur verbonden. De producten en diensten van een universiteitsbibliotheek staan ter beschikking van de staf en de studenten van de universiteit. Zij ondersteunen daarmee onderwijs en onderzoek. Vaak fungeert een universiteitsbibliotheek als een koepelorganisatie voor de aan de universiteit verbonden faculteitsbibliotheken. In tegenstelling tot een openbare bibliotheek heeft een universiteitsbibliotheek een bewaarfunctie: wat eenmaal is aangeschaft verlaat in beginsel de collectie niet weer.
Wetenschappelijke gemeenschap
Met de wetenschappelijke gemeenschap worden alle wetenschappers op de wereld en hun onderlinge relaties en interacties bedoeld. De gemeenschap is onder te verdelen in vakgebieden, die als subgemeenschappen fungeren. In de wetenschap wordt objectiviteit van wetenschappelijk onderzoek bereikt door de wetenschappelijke methode te gebruiken. Via peer review tijdens debatten, conferenties, symposia en bij publicaties in wetenschappelijke tijdschriften helpt de wetenschappelijke gemeenschap bij het bereiken van die objectiviteit waardoor de kwaliteit van de wetenschappelijke methode en de interpretatie van resultaten gewaarborgd wordt.
 
Het KNAW in het Trippenhuis in Amsterdam, sinds 1877.
Wetenschappelijk genootschap
Een wetenschappelijk genootschap is een organisatie dat als doel heeft een wetenschappelijke discipline te promoten en de kennis erover te verspreiden en populariseren. Lidmaatschap van dergelijke genootschappen kan in sommige gevallen open voor iedereen zijn, maar meestal is een bepaalde academische graad nodig of worden nieuwe leden gevraagd lid te worden na een interne verkiezing. Dit laatste is vooral het geval met de oudste wetenschappelijke genootschappen, lidmaatschap wordt dan als een eer gezien die slechts gereputeerde geleerden ten deel valt.
Wetenschappelijke literatuur
Wetenschappelijke literatuur is het geheel van publicaties die nieuw, origineel empirisch en theoretisch werk in de wetenschap rapporteren, in zowel alfa-, beta- als gamma-wetenschappen. Vaak wordt er gesproken over de "literatuur".
Wetenschappelijke symposia
Een wetenschappelijke symposia is een conferentie voor onderzoekers en belangstellenden voor de presentatie en discussie van hun werk. Samen met wetenschappelijke tijdschriften leveren symposia in een belangrijke kanaal om ideeën en informatie uit te wisselen tussen wetenschappers.
 
Paleis der Academiën, in Brussel
Wetenschappelijk tijdschrift
Een wetenschappelijk tijdschrift soms ook kortweg "journal" genoemd is een tijdschrift waarin wetenschappers hun bevindingen publiceren. Acceptatie voor een publicatie vindt meestal plaats op basis van peer review: een inzending wordt beoordeeld door collega-wetenschappers en op basis daarvan geaccepteerd of geweigerd door de redacteur.
Wetenschapper
Een wetenschapper of ook wel geleerde is iemand die veelal gestudeerd heeft aan een universiteit of andere instelling voor hoger wetenschappelijk onderwijs, en als beroep een wetenschap beoefent. Door middel van onderzoek in de theorie en praktijk vaak in samenhang met experimenten tracht de wetenschapper nieuwe hypotheses en theorie te ontwikkelen, dan wel bestaande theorie aan de praktijk te toetsen, en nieuwe inzichten door middel van geschriften en presentaties te verspreiden.

Zie ook bewerken

Publicaties bewerken

  • Adriaan de Groot (1961) Methodologie : grondslagen van onderzoek en denken in de gedragswetenschappen, Den Haag: Mouton.
  • Adriaan de Groot & Henk Visser (2003), Het forumwaarmerk van de wetenschap, Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Amsterdam.
  • David C. Lindberg (1995), Pioniers van de westerse wetenschap, Boom Amsterdam.
  • Herman Koningsveld (1987), Het verschijnsel wetenschap: een inleiding tot de wetenschapsfilosofie, Boom Amsterdam 11e druk.
  • Thomas S. Kuhn (1972), De structuur van wetenschappelijke revoluties, Amsterdam: Book.

Externe links bewerken


Categorie:Wetenschapsfilosofie Categorie:Wetenschapsgeschiedenis