Het futurum simplex (ook vaak alleen futurum genaamd) is een aparte tijd die in het Latijn en in Romaanse talen de toekomst aanduidt. Deze moet dan ook in het Nederlands vertaald worden met het hulpwerkwoord "zullen" (zie ook: toekomende tijd (Nederlands)). Uiteraard kan men in een vrijere vertaling kiezen voor "gaan", wanneer het nabije toekomst betreft. Wat opvalt aan deze vervoeging is dat de a- en e-stam heel anders gaan dan de i-stam en de medeklinkerstam. Ook moet opgemerkt worden dat deze tijd geen coniunctivus kent.

a-stam = 1ste vervoeging e-stam = 2de vervoeging i-stam = 4de, 5de vervoeging medeklinkerstam = 3de vervoeging
ama b o vide b o audi a m reg a m
ama b i s vide b i s audi e s reg e s
ama b i t vide b i t audi e t reg e t
ama b i mus vide b i mus audi e mus reg e mus
ama b i tis vide b i tis audi e tis reg e tis
ama b u nt vide b u nt audi e nt reg e nt

Opmerking: bij de medeklinkerstam is de eerste persoon enkelvoud van het indicativus futurum gelijk aan die van de coniunctivus praesens!

Ik zal houden van, ik zal zien, ik zal luisteren, ik zal regeren.

Je kan ook het trucje gebruiken: "1 en 2 hebben b, al de rest a en e." Waarbij de 1 en 2 naar de eerste en tweede vervroeging verwijzen.

Passief

bewerken
a-stam e-stam i-stam medeklinkerstam
ama b or vide b or audi a r reg a r
ama b i ris vide b e ris audi e ris reg e ris
ama b i tur vide b i tur audi e tur reg e tur
ama b i mur vide b i mur audi e mur reg e mur
ama b i mini vide b i mini audi e mini reg e mini
ama b u ntur vide b u ntur audi e ntur reg e ntur

Ik zal bemind worden, ik zal gezien worden, ik zal gehoord worden, ik zal geregeerd worden. -i voor een r wordt -e (=amaberis)

Participia

bewerken
a-stam e-stam i-stam medeklinkerstam
mannelijk ama t urus vis urus audi t urus rec t urus
vrouwelijk ama t ura vis ura audi t ura rec t ura
onzijdig ama t urum vis urum audi t urum rec t urum

beminnen zullende, zullende zien, zullende luisteren, zullende regeren (deze vormen klinken niet, maar ze komen in A.c.I. constructies voor, waarin ze wel klinken).

Men neemt het PPP, en haalt daar -us vanaf, plakt er -urus,-ura,-urum aan vast, en men heeft het participium futuri.

Infinitivus

bewerken

Voor een actieve infinitivus futuri gebruikt men een vorm van het participium futuri met het werkwoord esse. Voor het passief een vorm van het participium futuri met het werkwoord iri.

Onregelmatige werkwoorden

bewerken
esse posse
ero potero
eris poteris
erit poterit
erimus poterimus
eritis poteritis
erunt poterunt

Het participium futuri van esse is futurus, futura, futurum (de perfectumstam van esse is fui, wellicht een ezelsbruggetje).

Velle (willen), nolle (niet willen) en malle (liever willen) gaan als de medeklinkerstam:

  • volam, voles, volet...
  • nolam, noles, nolet...
  • malam, males, malet...

Ire gaat als de a-stam:

  • ibo, ibis, ibit, ibimus, ibitis, ibunt

Zie ook

bewerken