Cheiropleuria
Cheiropleuria is een geslacht met vijf soorten varens uit de familie Dipteridaceae.
Cheiropleuria | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||||
Cheiropleuria bicuspis, sporoforen | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Cheiropleuria C.Presl (1849) | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||
Cheiropleuria op ![]() | |||||||||||||||||
|
Het zijn varens van tropische streken in Zuidoost-Azië, die te vinden zijn op beschaduwde plaatsen op de grond of op rotsen.
Naamgeving en etymologie
bewerkenDe botanische naam Cheiropleuria is een samenstelling van Oudgrieks χείρ, cheir (hand) en πλευρά, pleura (zijde, rib).
Kenmerken
bewerkenCheiropleuria zijn terrestrische of lithofytische varens met een kruipende, behaarde rizoom en verscheidene slanke, afgeplatte en gevleugelde bladstelen. De bladen zijn dimorf, de steriele bladen (trofoforen) breed, ongedeeld handlobbig met twee of zelden vier lobben, of ongelobd. De nerven vertakken zich herhaaldelijk dichotoom en vormen een opvallend netwerk.
De fertiele bladen of sporoforen zijn eveneens ongedeeld, maar lancetvormig, met drie hoofdnerven, aan de onderzijde dicht bedekt met sporendoosjes.
Soortenlijst
bewerkenHet geslacht telt naargelang de auteur één (C. bicuspis) tot vijf soorten:
- Cheiropleuria bicuspis (Bl.) C.Presl (1849-51)
- Cheiropleuria integrifolia (D.C.Eaton ex Hook.) M.Kato, Y.Yatabe, Sahashi & N.Murak
- Cheiropleuria parva M.Kato, Y.Yatabe, Sahashi & N.Murak
- Cheiropleuria tricuspis J.Sm.
- Cheiropleuria vespertilio C.Presl
Bronnen, noten en/of referenties
|