Mosvreter
De mosvreter (Bilimbia sabuletorum) is een korstmos behorend tot de familie Ramalinaceae. Hij leeft op steen in symbiose met een chlorococcoïde alg.[2]
Mosvreter | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Bilimbia sabuletorum (Schreb.) Arnold (1869 [1]) | |||||||||||||||
![]() | |||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||
Bacidia sabuletorum | |||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||
Mosvreter op ![]() | |||||||||||||||
|
Kenmerken
bewerkenUiterlijke kenmerken
bewerkenHet thallus bestaat uit wrattige korrels. De kleur is witachtig of lichtgrijs als het droog is, bleek grijsgroen als het vochtig is. De apothecia komen talrijk voor en meten 0,3-0,8 mm in diameter. De schijfjes zijn plat en worden bolvormig naarmate ze ouder worden. De kleur is rozebruin als ze jong zijn, later donkerbruin of zwartachtig, uiteindelijk mat, zwart als ze droog zijn. Het heeft geen kenmerkende kleurreacties.
Microscopische kenmerken
bewerkenDe asci zijn achtsporig en meten 70-120 × 20-25 µm. De ascosporen zijn spoelvormig, 2 tot 9 septaat en meten 18-45 × 5-8 µm.[3]
Verspreiding
bewerkenIn Nederland komt hij vrij zeldzaam voor. Hij staat niet op de rode lijst en is niet bedreigd.[2]