Tropistethus holosericeus
De Tropistethus holosericeus is een wants uit de onderfamilie Rhyparochrominae en uit de familie bodemwantsen (Lygaeidae). 'Tijmrookwants' is de Nederlandse naam voor deze wants op Waarneming.nl, waar voor alle in de Benelux voorkomende wantsen eenduidige Nederlandse namen zijn ingevoerd.[1][2]
| Tropistethus holosericeus | |||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||
| Tropistethus holosericeus (Scholtz, 1846) | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
De onderfamilie Rhyparochrominae wordt ook weleens als een zelfstandige familie Rhyparochromidae gezien in een superfamilie Lygaeoidea.[3] Lygaeidae is conform de indeling van bijvoorbeeld het Nederlands Soortenregister.
Uiterlijk bewerken
De tijmrookwants is 2,3 tot 2,8 mm lang. De kop, het schildje (scutellum) en het halsschild (pronotum) zijn zwart. De wans heeft een lichtgele beharing. De voorvleugels zijn geelbruin met een donkerbruine vlek. Ze kunnen langvleugelig (macropteer) en kortvleugelig (brachypteer) zijn.
Verspreiding en habitat bewerken
De soort komt voor in bijna geheel Europa van het zuidelijke deel van Scandinavië tot in het Middellandse Zeegebied en daar aansluitend Noord-Afrika. Naar het oosten is hij verspreid tot in Klein-Azië, Kaukasus en Centraal-Azië. Hij heeft een vookeur voor droge, warme leefgebieden met een zandbodem of een steenachtige bodem.
Leefwijze bewerken
De wantsen leven op de bodem en klimmen zelden in planten. Hoewel ze vaak onder tijm (Thymus) worden gevonden, is het niet bekend welke voedselplanten ze hebben. Hoogstwaarschijnlijk zuigen ze aan zaden. De imago’s overwinteren. In juni en juli leggen de vrouwtjes de eitjes. De nieuwe generatie volwassen wantsen verschijnt vanaf eind augustus of september.
Externe link bewerken
|