Iepenspikkel
De iepenspikkel (Swinscowia affinis) is een korstmos behorend tot de familie Strigulaceae. Hij komt voor op bomen en leeft in symbiose met de alg Trentepohlia.[2] Hij komt met name voor op gladde boomschors zoals Fraxinus, Juglans en linde (Tilia).
Iepenspikkel | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Swinscowia affinis (A. Massal.) S.H. Jiang, Lücking & Sérus. (2020[1]) | |||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||
Strigula affinis | |||||||||||||||
Iepenspikkel op ![]() | |||||||||||||||
|
Kenmerken
bewerkenUiterlijke kenmerken
bewerkenHet thallus is crustose, grotendeels witachtig of lichtgrijs en erg dun. Peritheciën zijn aanwezig, zwart van kleur, grotendeels ondergedompeld en zijn 0,3 tot 0,45 μm in diameter. Er zijn meestal twee typen pycnidiën aanwezig, namelijk de macropycnidiën en de microconidiën. De macropycnidiën zijn 3-septaat, meten 0,15 tot 0,2 mm in diameter en eindigen met een gelatineus aanhangsel. De micropycnidiën zijn 0,05 tot 0,1 mm in diameter. Verder zijn er microconidiën, deze zijn kort cilindrisch en meten 3-4 × 1-1,5 μm.[3]
Swinscowia affinis heeft de volgende kenmerkende kleurreacties: K-, C-, KC-, P-.[3]
Microscopische kenmerken
bewerkenDe asci zijn 8-sporig, cilindrisch, enigszins vergroot in het midden en kort gesteeld aan de basis. De ascosporen zijn 3-septaat, hyaliene, spoelvormig en meten (12-) 14-19 (-24,5) × (3-) 4-6,5 μm.[3]
Verspreiding
bewerkenIn Nederland komt de iepenspikkel zeer zeldzaam voor. Hij staat op de rode lijst in de categorie 'gevoelig'.[2]
- ↑ (en) Index Fungorum
- ↑ a b BLWG Verspreidingsatlas Korstmossen. Gearchiveerd op 29 december 2022.
- ↑ a b c (en) Swinscowia affinis op Italic 7.0. Gearchiveerd op 6 augustus 2023.