Stygimoloch

geslacht uit de infraorde Pachycephalosauria

Stygimoloch[1][2][3] spinifer is een uitgestorven plantenetende ornithischische dinosauriër behorend tot de groep van de Pachycephalosauria die tijdens het Laat-Krijt (Maastrichtien) leefde in het gebied van het huidige Noord-Amerika.

Stygimoloch
Status: Uitgestorven, als fossiel bekend
Stygimoloch
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Ornithischia
Onderorde:Cerapoda
Infraorde:Pachycephalosauria
Familie:Pachycephalosauridae
Onderfamilie:Pachycephalosaurinae
Geslachtengroep:Pachycephalosaurini
Geslacht
Stygimoloch
Galton & Sues, 1983
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Stygimoloch op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie
Stygimoloch spinifer, model van de schedel

Misschien is Stygimoloch de jongvolwassen vorm van Pachycephalosaurus.

Vondst en naamgeving

bewerken

De typesoort Stygimoloch spinifer is in 1983 benoemd en beschreven door Peter Malcolm Galton en Hans-Dieter Sues. De geslachtsnaam betekent: 'duivel van de Styx', vanuit het Hebreeuwse moloch, 'demon', een verwijzing naar de Hell Creek formatie waar het fossiel gevonden is en de duivelse 'felle' verschijning die het dier vormt. De soortaanduiding betekent 'stekeldragend' in het Latijn en verwijst naar de stekels aan de achterzijde van de schedel.[4]

Het holotype UCMP 119433 is gevonden in een laag uit het Maastrichtien. Het bestaat uit een linkersquamosum met stekels. Het is door Hugh M. Wagner, in dienst van het Natural History Museum of Los Angeles County, gevonden op de Harbicht Hill South-vindplaats in McCone County, Montana. In 1983 werd een tweede exemplaar toegewezen: specimen YPM 335, een rechtersquamosum van een jonger dier door John Bell Hatcher gevonden in de Lanceformatie van Niobrara County, Wyoming en door deze aangezien voor een stuk van het schild van Triceratops. Het werd in 1943 geïdentificeerd als een linkersquamosum van een Pachycephalosaurus sp.

 
Van Stygimoloch is voornamelijk de kop bekend

Stenotholus kohleri Giffin et al. 1988, gebaseerd op specimen MPM 7111, een schedeldak uit de Hell Creek van Montana,[5] is een vermoedelijk jonger synoniem van Stygimoloch. De geslachtsnaam is afgeleid van het Grieks stenos, 'nauw', en tholos, 'koepel'. De soortaanduiding eert Terry en Mary Kohler die het onderzoek door het Milwaukee Public Museum financieel ondersteunden.

Later zijn meer fossielen aan Stygimoloch toe gewezen. Deze omvatten de specimina MPM 8111, een schedel uit Slope County, North Dakota; UCMP 131163, een schedel uit Garfield County, Montana; UCMP 128383, een schedeldak met twaalf staartwervels uit hetzelfde gebied; UCMP 147063, een schedeldak van een jong dier uit Carter County, Montana; UCMP 147258, een schedelhoorn uit Wyoming; AMNH 21541, een gedeeltelijk skelet met schedelhoorns uit Garfield County; DIS 102, een linkersquamosum uit South Dakota. Verder is het van 'Sandy', een jong exemplaar van Pachycephalosaurus, ook wel beweerd dat het van Stygimoloch zou kunnen zijn.

Jack Horner stelde in 2009 dat Stygomoloch spinifer geen aparte soort was maar slechts een groeifase en dus een synoniem van Pachycephalosaurus.[6] Dit geldt mogelijk ook voor Dracorex, een pachycephalosauriër die in ieder geval zeer veel op Stygimoloch leek en mogelijk nauw verwant is.

Beschrijving

bewerken
 
Stygimoloch in het lila, vergeleken met Dracorex en Pachycephalosaurus

Stygimoloch had de voor de groep kenmerkende verdikking van het schedeldak. Hij was zo'n drie meter lang. Het schedeldak heeft op de hoeken een lange centrale kegelvormige stekel. De basis daarvan wordt omsloten door een tros van een tiental kleinere osteodermen. Afhankelijk van het exemplaar kunnen die ook weer tot stekels zijn uitgegroeid.

Galton & Sues gaven in 1983 een korte diagnose. Op het squamosum zijn drie of vier hoornkernen ontwikkeld. Het squamosale beenplateau steekt uit, Jonge dieren hebben nog een bovenste slaapvenster.

Fylogenie

bewerken
 
Het holotype linksboven en het squamosum van UCMP 131163 rechtsboven; volgens Horner wijst het zeer hoge schedeldak van dit laatste exemplaar erop dat geen duidelijk onderscheid kan worden gemaakt met Pachycephalosaurus

Stygimoloch werd door Galton en Sues in de Pachycephalosauridae geplaatst. De meeste kladistische analyses laten hem als een nauwe verwant van Pachycephalosaurus uitvallen, wat weer op de mogelijkheid wijst dat het in feite om een onvolwassen fase van de laatste gaat.

Een mogelijke positie in de evolutionaire stamboom toont het volgende kladogram.

Pachycephalosauria 

Stenopelix



Wannanosaurus



Yaverlandia (ook wel gezien als een theropode)


 Goyocephalia 

Goyocephale


unnamed

Homalocephale


 Pachycephalosauridae 

Stegoceras


 Pachycephalosaurinae 
unnamed

Tylocephale



Prenocephale



unnamed

Sphaerotholus


unnamed

Stygimoloch



Pachycephalosaurus









Levenswijze

bewerken

Stygimoloch was een planteneter en leefde wellicht in kudden.