Grasland: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Gazons: hoofdartikel (uitgebreide teskt, daarom verwijzing op deze manier)
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
Regel 1:
[[Bestand:Polish farm workers.ogg|thumb|250px|Poolse boeren in [[Rabka Zdrój]] die aan het [[hooi]]en zijn]]
[[Bestand:Wiersen en oprapen.jpg|thumb|250px|Gemaaid gras wordt opgeraapt.]]
'''Graslanden''' zijn gronden van enige omvang met vegetaties die gedomineerd worden door
[[grassenfamilie|grassen]]. De meeste graslanden zijn cultuurgraslanden die in gebruik zijn voor de veeteelt, bijvoorbeeld als [[weiland]] of als [[hooiland]]. Grote natuurlijke graslanden zijn de [[steppe]]n en de [[Savanne (landschap)|savannen]]. Het vrij droge klimaat en (op de savannen) het begrazen door grote zoogdieren zorgen ervoor dat bomen niet de overhand krijgen en deze graslanden niet veranderen in [[bos]]sen.
 
== West-Europa ==
In West-Europa zijn graslanden vaak verbonden met menselijk beheer. De meeste graslanden zijn in gebruik als cultuurgrond voor de landbouw. Een deel van de graslanden heeft een bestemming als natuurgebied gekregen. Zonder beheer zouden vrijwel al deze graslanden op den duur veranderen in bos.
 
===Natuurlijke graslanden ===
Regel 11:
 
===Agrarische cultuurgraslanden en half-natuurlijke graslanden===
 
Agrarische cultuurlanden kennen verschillende vormen van menselijke beheer. Voorbeelden zijn [[maaien]], beweiden, scheuren, [[Zaaien|inzaaien]], [[bemesten]], [[Vloeiweide|bevloeien]] en [[Ontwatering|ontwateren]]. Omdat in het verleden het beheer van een grasland heel constant is geweest maar het beheer van plek tot plek varieerde, ontstond er in West-Europa een rijke schakering aan graslanden, waarin veel plantensoorten voorkomen. Dit komt onder andere tot uitdrukking in de naam van een boek van [[Jac. P. Thijsse]]: ''De bonte wei''. De natste graslanden werden bijna uitsluitend gehooid, andere vochtige, wat voedselrijkere graslanden werden beweid met koeien, weer drogere en armere graslanden werden met schapen beweid.
 
Regel 18 ⟶ 17:
Sommige grassen verdragen geen beweiding. Een voorbeeld hiervan is [[glanshaver]] (''Arrhenatherum elatius''). Op voedselrijke gronden op matig vochtige bodem krijgt deze soort bij uitsluitend maaibeheer de overhand. [[Vegetatiekunde|Vegetatiekundigen]] spreken dan van glanshavergraslanden. Deze zijn veel te vinden in bermen die twee keer per jaar gemaaid worden. Worden deze gronden wel beweid dan verdwijnt de glanshaver en verschijnt het [[kamgras]] (''Cynosurus cristatus''), dat juist beweiding nodig heeft. Deze graslanden worden kamgraslanden genoemd.
 
Op droge, voedselarme en zure zandgronden komen heischrale graslanden (''Nardetea'') voor. De vegetatie wordt niet hoog en blijft open. Het is in feite een overgangstype naar [[heide (vegetatie)|heide]], die vaak dezelfde abiotische omstandigheden kent. Voorbeelden van grassen uit deze graslanden zijn [[tandjesgras]], [[gewoon struisgras]] en [[vroege haver]]. Andere planten zijn [[tormentil]] en [[mannetjesereprijs]].
 
Daarnaast zijn er graslanden op droge voedselarme en kalkrijkere gronden, de [[kalkgrasland (plantengemeenschap)|kalkgraslanden]]. In Nederland zijn ze vooral te vinden in de Duinen beneden Egmond, langs de [[Rijn]], [[Waal (rivier)|Waal]] en de [[Gelderse IJssel]] en in [[Zuid-Limburg (Nederland)|Zuid-Limburg]]. Kenmerkend voor deze graslanden is bijvoorbeeld [[smal fakkelgras]], maar ook [[tijm]] en [[bremraap]]soorten.
 
Ook zijn er graslanden op natte gronden. Sommige staan 's winters onder water, andere komen dan alleen plas-dras te staan. Een voorbeeld van een schraal nat [[hooiland]] is het [[blauwgrasland]]. De belangrijkste grassoort is hier [[pijpenstrootje]]. Maar ook [[blauwe zegge]] komt hier voor. In het begin waren er in Nederland grote oppervlakten blauwgrasland, tegenwoordig is er nog maar een zeer klein deel bewaard gebleven in reservaten. In blauwgraslanden kunnen soorten voorkomen als [[Parnassia palustris|parnassia]], [[blauwe knoop]] en [[gevlekte orchis]].
Regel 30 ⟶ 29:
 
===Gazons===
{{Zie hoofdartikel|Gazon}}
Meestal worden gazons net als sportvelden niet als grasland aangeduid. Gazons zijn intensieve gebruikte en gemaaide grasvelden van soms zeer kleine omvang en gelegen bij woningen. Vaak bestaat het uit slechts enkele grassoorten die speciaal voor gazons gekweekt worden, zoals [[gewoon struisgras]], [[roodzwenkgras]] en [[Engels raaigras]]. Deze laatste soort wordt vooral voor speelgazons en ook voor sportvelden gebruikt. Bij minder intensief beheer kan zich in een gazon na verloop van tijd een gevarieerdere begroeiing ontwikkelen, met bijvoorbeeld [[madeliefje]]s, [[paardenbloem]]en en [[draadereprijs]]. In weinig betreden stukken kan [[haakmos]] als plaag optreden. In een gazon met een gevarieerdere begroeiing kunnen diverse soorten vooorkomen die in cultuurgraslanden algemeen zijn zoals [[veldzuring]] en [[pinksterbloem]]en.
 
Regel 38 ⟶ 37:
* [[Weiland]]
 
{{bronBron|bronvermelding=
* Londo, dr. G. ''Natuurtuinen en -parken'' Zutphen 1977 ISBN 90-03-95000-8
* Londo, Ger en Jan den Hengst. ''Tuin vol wilde planten. ''Warnsveld 1993 ISBN 90-6255-447-4
* Schaminee, J.H.J, A.H.F Stortelder en E.J. Weeda. ''De vegetatie van Nederland deel 3, graslanden, zomen, droge heiden.'' Uppsala, Leiden 1996 ISBN 91-88716-05-8
* Schotsman, N.'' Onbemest Grasland in Friesland, Hydrologie, typologie en toekomst.'' Leeuwarden 1988
* Weeda E.J, R. Westra, Ch. Westra en T. Westra.'' [[Nederlandse Oecologische Flora]]'' deel 5 Amsterdam 1994 ISBN 90-6301-024-9