Resolutie 1194 Veiligheidsraad Verenigde Naties

resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties

Resolutie 1194 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 9 september 1998 unaniem aangenomen door de VN-Veiligheidsraad.

Resolutie 1194
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 9 september 1998
Nr. vergadering 3924
Code S/RES/1194
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Wapeninspecties in Irak
Beslissing Vroeg Irak zijn beslissing over medewerking aan de wapeninspecties te herzien.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1998
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Brazilië Brazilië · Vlag van Bahrein (1972-2002) Bahrein · Vlag van Costa Rica Costa Rica · Vlag van Gabon Gabon · Vlag van Gambia Gambia · Vlag van Japan (1870–1999) Japan · Vlag van Kenia Kenia · Vlag van Portugal Portugal · Vlag van Slovenië Slovenië · Vlag van Zweden Zweden
Een Amerikaanse legerhelikopter boven de Iraakse woestijn. (foto: mei 2005)

Achtergrond bewerken

  Zie Golfoorlog (1990-1991) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 2 augustus 1990 viel Irak zijn zuiderbuur Koeweit binnen en bezette dat land. De Veiligheidsraad veroordeelde de inval onmiddellijk en later kregen de lidstaten carte blanche om Koeweit te bevrijden. Eind februari 1991 was die strijd beslecht en legde Irak zich neer bij alle aangenomen VN-resoluties. In 1995 werd met resolutie 986 het olie-voor-voedselprogramma in het leven geroepen om met olie-inkomsten humanitaire hulp aan de Iraakse bevolking te betalen.

Inhoud bewerken

Waarnemingen bewerken

Op 5 augustus had Irak aangekondigd niet langer mee te werken met de Speciale Commissie en het Internationaal Atoomenergie Agentschap aan ontwapening. Er werd benadrukt dat het wapenembargo tegen Irak van kracht bleef.

Irak had de waarnemingsoperaties van de Speciale Commissie beperkt en weigerde nu ook mee te werken aan het onderzoek naar zijn geheime kernwapenprogramma. Eerder dat jaar had Irak nog zijn volle medewerking beloofd.

Irak moest voldoen aan de vorige resoluties en de Speciale Commissie toegang geven tot eender welke site ter inspectie. Pogingen om dat te weigeren waren onaanvaardbaar.

Handelingen bewerken

De beslissing van Irak om niet langer mee te werken werd veroordeeld en de Veiligheidsraad eiste dat het land die beslissing weer introk.

Gezien Irak niet aan zijn verplichtingen voldeed, kon de Veiligheidsraad de verboden die tegen het land waren opgelegd in resolutie 687 ook niet intrekken.

Verwante resoluties bewerken