Socialistische sovjetrepubliek
De socialistische sovjetrepublieken (SSR's) (Russisch: союзные республики, sojuznye respoebliki, "unierepublieken"), waren de vijftien 'constitutieve', in naam onafhankelijke republieken binnen de Sovjet-Unie, formeel een door hen gevormde federatie. In het Westen sprak men nochtans vaak over 'de Russen' of zelfs over 'Rusland' met betrekking tot de hele Sovjet-Unie, die immers strak vanuit de (Russische) Sovjethoofdstad Moskou gedirigeerd werd.
Te onderscheiden van de SSR's waren de autonome socialistische sovjetrepublieken (ASSR's) en de autonome regio's (AR's).
GeschiedenisBewerken
In 1922 waren de stichtende sovjetrepublieken de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek, de Oekraïense SSR, de Wit-Russische SSR (Belarus) en de Transkaukasische SFSR, die in 1936 ontbonden werd in de SSR's Georgië, Armenië en Azerbeidzjan. Ondertussen waren al Turkmenistan en Oezbekistan toegetreden in 1925, Tadzjikistan in 1929, Kazachstan en Kirgizië in 1936, telkens als SSR. In 1940 traden (eigenlijk door aanhechting) ook Moldavië (behalve het Roemeens gebleven deel bewesten de Proet, dus eigenlijk het historisch gebied Bessarabië) en de drie Baltische staten (Estland, Letland en Litouwen) toe.
In 1991 traden als eerste de RSFSR, en spoedig daarna de andere SSR's, als onafhankelijke staten uit de aldus ontbonden Sovjet-Unie, maar de meeste vormden snel het (losse) Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS).
SovjetrepubliekenBewerken
|