Schinzels hypothese H

In de wiskunde is Schinzels hypothese H een brede generalisatie van vermoedens zoals de oneindigheid van priemtweelingen. Het doel is de mogelijke reikwijdte te bepalen van een vermoeden van de soort dat de leden van een familie

van irreducibele polynomen tegelijkertijd priemgetallen als waarde aannemen, voor een willekeurig groot geheel getal . Anders gezegd, er moeten oneindig veel van die gehele getallen zijn, waarvoor alle waarden van de rij priemgetallen zijn. Er moeten wel eisen gesteld worden aan de polynomen. Andrzej Schinzels hypothese is een uitbreiding van het eerdere vermoeden van Bunyakovsky voor een enkele polynoom.

Noodzakelijke voorwaarden bewerken

De hypothese moet aan noodzakelijke voorwaarden voldoen. Als we bijvoorbeeld de polynomen   en   nemen, is er geen   zodat   en   beide priem zijn. Dit komt doordat een van de twee een even getal is groter dan 2, en de ander is een oneven getal. Het is dus van belang om dit fenomeen te voorkomen.

Vaste delers bewerken

Dit kan voorkomen worden door middel van een geheelwaardige polynoom. Een natuurlijk getal   heet een vaste deler van de geheelwaardige polynoom   als:

 

ook een geheelwaardige polynoom is. Zo kunnen we zeggen dat:

 

een vaste deler 2 heeft. Voor de polynoom

 

moeten deze vaste delers uitgesloten worden, aangezien hun bestaan de mogelijkheid dat alle   voor grote waarden van  tegelijk een priemgetal als waarde aannemen, tegenspreekt.

Formulering van hypothese H bewerken

Hierom is de standaardvorm van 'hypothese H dat als   zoals hierboven gedefinieerd geen vaste delers heeft, dan zijn alle   oneindig vaak tegelijk priemwaardig, voor alle mogelijke irreducibele polynomen zonder vaste delers   met positieve leidende coëfficiënt.

Een simpel voorbeeld als

 

heeft geen vaste delers. Daarom is te verwachten dat er oneindig veel priemgetallen zijn van de vorm

 

Dit is nog niet bewezen. Het was een van Landau's vermoedens.

Vooruitzichten en toepassingen bewerken

De hypothese is waarschijnlijk niet te bewijzen met de huidige methoden in analytische getaltheorie, maar wordt vaak gebruikt om conditionele resultaten te bewijzen, bijvoorbeeld in de geheeltallige meetkunde. Het resultaat van het vermoeden is zo sterk, dat een bewijs te veel gevraagd kan zijn.

Met behulp van de hypothese H zouden een aantal problemen uit de getaltheorie opgelost kunnen worden, waaronder:

Externe link bewerken