Rhytidosteidae

familie van uitgestorven amfibieën uit de superfamilie Rhytidosteoidea

De Rhytidosteidae[1] zijn een familie van uitgestorven temnospondyle Batrachomorpha (basale 'amfibieën'). Ze leefden tussen het Laat-Perm en het Vroeg-Trias (ongeveer 255 - 245 miljoen jaar geleden) en hun fossiele overblijfselen zijn op alle continenten gevonden.

Rhytidosteidae
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Perm - Trias
Nanolania anatopretia
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Amfibia (Amfibieën)
Orde:Temnospondyli
Onderorde:Stereospondyli
Superfamilie:Rhytidosteoidea
Familie
Rhytidosteidae
von Huene, 1920
Schets van Boreopelta vavilovi
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Rhytidosteidae op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Beschrijving bewerken

Deze groep had het typische uiterlijk van de temnospondylen wat betreft de algemene morfologie: een massief en relatief plat lichaam, met vier korte poten, een langwerpige staart en een schedel van opvallende afmetingen. Sommige kenmerken onderscheiden de rhytidosteïden van de andere temnospondylen: een korte beennaad tussen het pterygoïde en het parasphenoïde, en gewrichtsoppervlakken van de condylen met een elliptische en afgeplatte vorm. Kenmerkend was de schedel van de rhytidosteïden: breed achteraan, vooraan eindigend in een spitse en driehoekige snuit. De ogen waren naar voren gericht.

Classificatie bewerken

De familie werd voor het eerst benoemd in 1920 door Friedrich von Huene en bevat een reeks middelgrote vormen, levend tussen het Laat-Perm en het Vroeg-Trias. Het enige fossiele overblijfsel dat met zekerheid wordt toegeschreven aan de rhytidosteïden uit het Perm is Trucheosaurus, gevonden in Australië. Alle andere rhytidosteïden zijn gevonden in lagere Trias-lagen, die leefden net na de Perm-Trias-massa-extinctie.

De rhytidosteïden worden beschouwd als een groep temnospondylen met intermediaire kenmerken tussen de Trematosauridae (met een langwerpige en puntige snuit) en de brachiopoïden (met een korte en ronde snuit). De vorm van de snuit, kort maar puntig, is ook een intermediair kenmerk tussen de twee voorgaande groepen.

Een revisie door Dias da Silva en Marsicano in 2011 onderwierp leden van de rhytidosteïden aan een fylogenetische analyse. Het resultaat toonde aan dat sommige vormen (Pneumatostega, Trucheosaurus, Rhytidosteus en Nanolania) buiten de eigenlijke Rhytidosteidae moeten worden geplaatst. In elk geval zouden al deze vormen basaal zijn ten opzichte van de echte rhytidosteïden, maar altijd binnen een monofyletische groep. Rhytidosteus lijkt de meest basale vorm te zijn, en niet nauw verwant aan de overige vormen.

Het lijkt er ook op dat er een nauwe verwantschap bestond tussen de verschillende vormen van oostelijk Gondwana (Australië en India), evenals tussen die van westelijk Gondwana (Zuid-Amerika, Zuid-Afrika en Madagaskar). De vormen van Laurazië, Boreopelta en Peltostega erici lijken tot geen van beide groepen te behoren. Bovendien zou volgens de studie de zogenaamde familie Derwentiidae, typisch Australisch, moeten worden opgenomen in de Rhytidosteidae (als een onderfamilie Derwentiinae) en zou ook het geslacht Indobrachyops moeten worden opgenomen.

Fylogenie bewerken

Hieronder is een cladogram van Dias-da-Silva en Marsicano (2011):

Stereospondyli

Benthosuchus



Watsonisuchus





Uruyiella




Peltobatrachus




Rhineceps




Australerpeton



Rhytidosteus









Lapillopsis



Lydekkerina



Trematosauria

Trematosaurus




Luzocephalus




Chomatobatrachus



Brachyopoidea

Bothriceps




Xenobrachyops



Keratobrachyops




Rhytidosteidae


Nanolania



Trucheosaurus





Boreopelta




Peltostega





Pneumatostega




Sangaia



Mahavisaurus




Derwentiinae

Deltasaurus




Arcadia




Rewana



Acerastia




Derwentia



Indobrachyops