Provinciale Statenverkiezingen 1919

De Provinciale Statenverkiezingen 1919 waren Nederlandse verkiezingen die in maart en april 1919 werden gehouden voor de leden van Provinciale Staten in elf provincies. In Limburg werden de verkiezingen gehouden op 31 maart, in Groningen op 2 april, in Friesland, Overijssel, Noord-Holland en Noord-Brabant op 3 april, in Drenthe op 4 april, in Zuid-Holland en Zeeland op 9 april en in Gelderland en Utrecht op 10 april.

Provinciale Statenverkiezingen 1919
Datum 31 maart - 10 april 1919
Land Vlag van Nederland Nederland
Opvolging verkiezingen
1916     1923
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

Deze verkiezingen waren, na een wijziging van de Grondwet en de Kieswet, de eerste verkiezingen voor Provinciale Staten waarbij alle leden van de Staten tegelijk gekozen werden voor een periode van vier jaar. Voordien werd om de drie jaar een derde deel van de Staten vernieuwd, waarbij de zittingsperiode van een lid negen jaar was. Tevens werd bij deze verkiezingen het districtenstelsel vervangen door het stelsel van evenredige vertegenwoordiging.

Aanloop

bewerken
 
Campagneposter van de SDAP, ontworpen door Albert Hahn jr.

Om stemgerechtigd te zijn diende men de Nederlandse nationaliteit te hebben, op de dag van de stemming ten minste 23 jaar oud te zijn en op de dag van de kandidaatstelling te wonen in de provincie waarvoor de verkiezing plaatsvond. Nederlanders die in het buitenland woonden en niet ingeschreven stonden in een Nederlandse gemeente hadden geen stemrecht bij deze verkiezingen.

Dit was de laatste verkiezing voor Provinciale Staten waarbij vrouwen nog geen actief kiesrecht hadden.


Uitslagen

bewerken

Opkomst

bewerken
1916 1919
# stemmen # stemmen
Geldige stemmen niet bekend 2.603.324

Landelijk overzicht

bewerken
Zetelverdeling Provinciale Staten
Partij 1916 1919 verschil
Algemeene Bond van RK-kiesverenigingen 172 183 +11 
Sociaal-Democratische Arbeiderspartij   68 117 +49 
Anti-Revolutionaire Partij   96   86 -10 
Christelijk-Historische Unie   46   53 +7
Liberale Unie 125   50 -75 
Vrijzinnig Democratische Bond   47   44 -3
Bond van Vrije Liberalen   30   22 -8
Economische Bond    4   11 +7 
Communistische Partij Holland -    7 +7 
Staatkundig Gereformeerde Partij -    3 +3 
Christelijk-Sociale Partij   1    3 +2 
Socialistische Partij -    2 +2 
Christen-Democratische Partij -    2 +2 
Middenstandspartij -    2 +2 
Plattelandersbond -    1 +1 
Algemeene Staatspartij -    1 +1 
ARP/CHU[1] -    1 +1 
provinciale partijen     1    2 +1 
totaal 590 590 0

Uitslagen per provincie naar partij

bewerken
Provincie Aantal zetels per partij
AB SDAP ARP CHU LU VDB BVL EB CPH SGP CSP SP CDP MP PB ASP overige totaal
Groningen 3 14 9 3 4 9 1 - 2 - - - - - - - 0 45
Friesland 3 14 12 8 7[2] 3 - 1 0 - 1 - - - - - 1[3] 50
Drenthe 2 8 7 3 7 6 - 1 - - - - - 0 - - 1[4] 35
Overijssel 13 8 6 6 3 2 3 2 1 1 1 0 - - 1 - 0 47
Gelderland 19 11 9 7 4 4 5 2 0 - 1 0 - - 0 - 0 62
Utrecht 12 8 8 5 2 2 4 - 0 - 0 - - 0 - - - 41
Noord-Holland 18 20 6 7 7 8 2 2 2 - 0 2 2 1 - - 0 77
Zuid-Holland 17 21 17 8 6 3 4 2 2 - 0 - - 1 0 1 - 82
Zeeland 8 5 9 4 9 3 2 - 0 2 - - - - - - - 42
Noord-Brabant 51 4 3 2 1 2 1 - 0 - - - - - - - 0 64
Limburg 37 4 1[1] - 2 - 1 0 - - - - - - - - 45
totaal 183 117 86 53 50 44 22 11 7 3 3 2 2 2 1 1 2 590
1[1]

Een "-" in de tabel betekent dat de betreffende partij bij de verkiezingen van 1919 in de betrokken provincie geen kandidatenlijst heeft ingediend.

Eerste Kamerverkiezingen

bewerken
  Zie Eerste Kamerverkiezingen 1919 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De leden van Provinciale Staten kozen op 8 juli 1919 bij Eerste Kamerverkiezingen in tien kiesgroepen[5] 17 nieuwe leden van de Eerste Kamer.

  Zie Eerste Kamerverkiezingen 1922 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De leden van Provinciale Staten kozen op 22 juni 1922 in elf kiesgroepen[5] naar provincie een geheel nieuwe Eerste Kamer.

Provinciale Statenverkiezingen zijn daarmee behalve provinciaal ook nationaal van belang.