Schors-olievlekje
Het schorsolievlekje (Pseudosagedia aenea) is een korstmos uit de familie Porinaceae. Het komt voor op harde, gladde schors van vaak beschutte bomen. Meestal op de boomvoet en soms hogerop de stam. Meestal groeit het op (knot)es, beuk en zo nu en dan op esdoorn, hulst, hazelaar, iep, knotwilg of witte abeel. Het ziet er uit als zwarte aanslag op boomvoeten.
Schorsolievlekje | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Pseudosagedia aenea (Wallr.) Hafellner & Kalb (1995) | |||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||
Porina aenea | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Schorsolievlekje op Wikispecies | |||||||||||||||
|
Determinatie
bewerkenHet schorsolievlekje heeft een glad, zeer dun, korstvormige thallus. De kleur is licht tot donkerbruin en het is voorzien van oranje algen. Kleine peritheciën zijn altijd aanwezig en meten tot 0,3 mm in diameter. De kleur hiervan is zwart.
Kenmerkend zijn de viercellige sporen in een dunwandige ascus, de spaarzame en niet vertakte parafysen en het aan de onderkant gekleurde excipulum. In KOH blijft het bruin.
Verwarrende soorten:
- groot olievlekje (Porina borreri), maar deze heeft 7- tot 9-cellige sporen;
- steen-olievlekje (Porina chlorotica), maar deze leeft op andere substraat, olijfachtig thallus kleur en peritheciën zijn een fractie groter.
Verspreiding
bewerkenIn Nederland komt het schorsolievlekje vrij zeldzaam voor. Het meest in het westen en Zuid-Limburg, minder vaak in het oosten van het land. Het is niet bedreigd en staat niet op de rode lijst.
Foto's
bewerken-
Viercellige sporen in een dunwandige ascus
-
Viercellige sporen in een dunwandige ascus,
- BLWG Verspreidingsatlas Korstmossen
- (en) Index Fungorum
- Herk, K. van, A. Aptroot & L. Sparrius, 2017. Veldgids Korstmossen. KNNV Uitgeverij, Zeist. 2e herziene druk p. 118-119, ISBN 978 90 5011 642 8