Politiek

theorie en praktijk over menselijke beïnvloeding
(Doorverwezen vanaf Politieke gezindheid)

Politiek is de wijze waarop in een samenleving de belangentegenstellingen van groepen en individuen tot hun recht komen - meestal op basis van onderhandelingen - op de verschillende bestuurlijke en maatschappelijke niveaus. Waar de scheidslijn loopt tussen het politieke en het ethische en sociale is een vraag waar veel verschil van mening over bestaat. De meeste wetenschappers erkennen dat er sprake moet zijn van enig potentieel tot het gebruik van macht of geweld om een vraagstuk als politiek te bestempelen — bij het beslissen van een politiek conflict is meestal sprake van een verplaatsing van macht van de ene groep of persoon naar een andere groep of persoon.

Een persoon die een ambt of functie in de politiek vervult heet bij mannen een politicus en bij vrouwen een politica.

Politisering is het tot een politiek vraagstuk maken van een eigenlijk niet-politiek onderwerp, om hierover een politieke discussie uit te lokken.

Etymologie en definities bewerken

Het woord politiek is afgeleid van het Oudgriekse πολιτεία (politeia). Politeia betekende onder meer de burgerlijke samenleving; het leven als burger in de samenleving; staat; staatsvorm; en stads- of staatsbestuur. De term politiek doet zijn intrede in de Griekse oudheid met de opkomst van de polis of stadstaat: politikos verwees naar alles wat de burgermaatschappij in de stadstaat betrof.[1] Daarmee was het tegengesteld aan het begrip idiotès, dat "privaat", "gewone man" of "individu" betekende. De oude Grieken maakten dus in feite geen onderscheid tussen "politiek" en "sociaal". Deze opvatting van het begrip politiek werd door de Romeinen overgenomen als politicus of civilis, en vooral gebruikt ter aanduiding van de situatie in de Romeinse Republiek. Bij de stichting van het Romeinse Rijk raakte het begrip in onbruik.

Politiek als begrip deed opnieuw haar intrede in het vroegmoderne Europa, toen het feodalisme plaats maakte voor een nieuwe burgerlijke maatschappij, belichaamd door republieken. In deze tijd verwierf het de bijbetekenis 'de staat betreffend', ongeacht de bestuurlijke inrichting van de staat.[2]

De opkomst van grote ideologieën als liberalisme en socialisme in de 19e eeuw voegde een derde betekenis aan het woord toe: de strijd tussen ideologisch gemotiveerde groepen. Wanneer gesproken wordt over een einde van de politiek[3], of, in de woorden van Slavoj Žižek, een postpolitieke maatschappij, dan is het deze betekenis die bedoeld wordt.

Politisering bewerken

Politisering is het tot een politiek vraagstuk maken van een eigenlijk niet-politiek onderwerp, om hierover een politieke discussie uit te lokken. Het tegenovergestelde is depolitisering, het beëindigen van een politieke discussie over een onderwerp, bijvoorbeeld door hierover een duidelijke politieke beslissing te nemen.[4]

Politisering kan een, al dan niet oneigenlijke, manier zijn om een onderwerp controversieel te maken en zo op de 'politieke agenda' te krijgen.

Politiek in de context van schaarste bewerken

Politiek gaat over de vraag "wie krijgt wat, wanneer en hoe?" (Lasswell, 1936). Politiek gaat doorgaans om het oplossen van een verdelingsvraagstuk in de context van schaarste. Vandaar dat politiek altijd betrekking heeft op de strijd om schaarse middelen, zoals geld, menskracht en expertise.

Politiek en conflicten bewerken

De meeste theoretici erkennen ook dat een politiek conflict gemakkelijk kan degraderen tot een nulsomspel, waarbij er niets anders meer verdiend of geleerd wordt dan "wie er won en wie er verloor".

Lenin stelde dat politiek ging over de vraag "wie kan wat aan wie aandoen", in het Russisch 'Kto-Kgo' (wie-wat). Politiek wetenschapper Harold Lasswell meende dat politiek gaat over "wie krijgt wat, wanneer en hoe".

Politiek gaat ook over het beslechten van morele verschillen van mening die voldoende ernstig zijn om een sociaal conflict te veroorzaken. In dit laatste geval zal een gezamenlijk overeengekomen proces van arbitrage de kans op geweld verminderen — een belangrijk doel in elke beschaving. De theoreticus Bernard Crick hangt deze zienswijze aan, evenals het idee dat politiek eenvoudig "ethiek in het publiek" zou zijn: publieke belangengroepen kunnen het met elkaar (on)eens zijn, discussie voeren, en actie ondernemen om een gewenst resultaat te verkrijgen.

Factoren in de politiek bewerken

Naast de regering spelen ook de journalistiek, religieuze groepen, politieke activisten, lobby's en economische systemen een rol in de politiek. Zij hebben invloed op de onderhandelingen en beslissingen. In Nederland zijn belangrijke actoren de werkgevers en de vakbonden. Dit komt tot uitdrukking in het poldermodel.

Auteurs van politieke studies hebben nagedacht over (en invloed uitgeoefend op) de politieke systemen in de wereld. Niccolò Machiavelli schreef rond 1513 De Heerser, een scherpe analyse van de machtspolitiek. Karl Marx en Friedrich Engels schreven in 1848 het Communistisch Manifest, dat een van de meest invloedrijke werken van de 19e eeuw werd.

Politicologie bewerken

 
De drie politieke hoofdstromingen in Nederland schematisch weergegeven

De wetenschap der politiek, oftewel politicologie, is een discipline binnen de sociale wetenschappen die zich bezighoudt met het bestuderen van politiek. Het concentreert zich op vragen omtrent het tot stand komen van (collectieve) besluiten binnen en tussen staten. In het algemeen richt de politicologie zich op:

  • vragen omtrent de betekenis van begrippen als vrijheid en macht;
  • normatieve vragen, bijvoorbeeld met betrekking tot de morele rechtvaardiging van staatsinterventie of over de rechtvaardiging van oorlog;
  • empirische vragen, dat wil zeggen met betrekking tot de manier waarop collectieve besluiten tot stand komen, zoals vragen over de manier waarop kiezers kiezen en ministers besluiten nemen;
  • beleidsvragen, zoals vragen over de manier waarop bepaalde maatschappelijke problemen door staatsinterventie kunnen worden opgelost.

Zie ook bewerken

Op andere Wikimedia-projecten