Oranjegele bundelzwam

soort uit het geslacht Pholiota

De oranjegele bundelzwam (Pholiota tuberculosa) is een schimmel behorend tot de familie Strophariaceae. Hij leeft saprotroof op dode takken en stammen van loofbomen. Hij komt vaak voor op linde (Tilia), maar ook op eik (Quercus), populier (Populus) en beuk (Fagus sylvatica). Vruchtlichamen groeien afzonderlijk of in bosjes van augustus tot oktober.

Oranjegele bundelzwam
Oranjegele bundelzwam
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota (Steeltjeszwam)
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Agaricomycetidae
Orde:Agaricales (Plaatjeszwam)
Familie:Strophariaceae
Geslacht:Pholiota
Soort
Pholiota aurivella
(Schaeff.) P. Kumm. (1871 [1])
Oranjegele bundelzwam
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

Kenmerken bewerken

Hoed

De hoed heeft een diameter van 1 tot 4 cm. De kleur is oranjegeel. De vorm is bolvormig bij jonge vruchtlichamen, dan achtereenvolgens plat convex, convex en plat met een stompe bult. De hoedrand is lang gekruld, in jonge vruchtlichamen met resten van de hoed. Het oppervlak is aanvankelijk zwavelgeel, viltig en wordt hierna geel met oranjebruine schubben.

Lamellen

De lamellen zijn smal aangehecht. De kleur is in het begin crèmekleurig en later wordt deze geelbruin. Ook genoemd wordt licht zwavelgeel en later roestgeel.

Steel

De steel heeft een lengte van 2,5 tot 5 cm en een dikte van 3 tot 5 mm. De vorm is cilindrisch. De steel is meestal gebogen, aanvankelijk vol, daarna leeg. Hij heeft een onstabiele roestbruine vezelige ring. Daarboven (of zijn overblijfselen) is het bedekt met een witachtige rijp op een citroengele achtergrond, eronder met gele, schilferige schubben op een gele achtergrond. Oudere vruchtlichamen aan de basis worden roodbruin. De steel heeft dezelfde kleur als de hoed. Aan de basis is het vaak knolvormig verdikt.

Geur en smaak

De oranjegele bundelzwam heeft een onopvallende geur en bittere smaak.

Sporenprint

De sporenprint is kaneelbruin.

Microscopische kenmerken bewerken

De gladde sporen meten 7,5–9 × 4–5 µm, zijn boonvormig in zijaanzicht, ovaal in vooraanzicht. De basidia meten 20–30 × 5–8 µm, 4-steroid met gespen. Cheilocystidia meten 25–70 × 2–15 µm en zijn knots- of flesvormig, vaak kopvormig, dunwandig, gekleurd. Pleurocystidia en chrysocystidia zijn afwezig.

Verspreiding bewerken

De oranjegele bundelzwam komt voor in Noord-Amerika, Europa en Azië (Korea). In Nederland komt de oranjegele bundelzwam vrij algemeen voor. Hij is niet bedreigd.[2]

Taxonomie bewerken

Voor het eerst werd dit taxon in 1774 beschreven door Jacob Christian Schäffer, die het Agaricus tuberculosus noemde. De huidige naam, erkend door Index Fungorum werd er in 1871 aan gegeven door Paul Kummer.