Opaalvaalhoed
De opaalvaalhoed (Hebeloma velutipes) is een schimmel in de familie Hymenogastraceae. Hij vormt ectomycorrhiza. Hij is bekend van berk, beuk, populier, eik, wilg en soms bij naaldbomen. Hij komt voor in bossen, bij parken en langs lanen op droge, enigszins voedselarme, zand-, leem- of kleibodems.[2]
Opaalvaalhoed | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Hebeloma velutipes Bruchet (1970 [1]) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
|
Kenmerken bewerken
Uiterlijke kenmerken bewerken
De hoed heeft een diameter van (12) 20–64 (95) en kan umbonaat zijn.[3] Het oppervlak is wit tot bleek tot creme en donker donker in het centrum.[4]
De lamellen zijn bleek roze daarna bruin en met 58 tot 78 lange lamellen aanwezig.
De steel is (5) 29–80 (120) mm lang en (3) 4–10 (20) mm dik. Er is geen cortina aanwezig.[3] De steelbasis is meestal knolvormig opgezwollen.[5] Hij rijkt naar radijs en smaakt bitter of naar radijs.[4]
Microscopische kenmerken bewerken
De sporen zijn amygdaloïde (amandelvormig), dextrinoïde, duidelijk wrattig en meten (6.9) 8.0–15.2 (16.1) × (4.1) 5.1–8.2 (8.9) μm. De cheilocystidia meten (28) 29–96 (107) × (2.7) 3.1–7.5 (8.1) μm. De toppen zijn (3.7) 4.7–12.7 (15.4) μm breed.[3][4]
Verspreiding bewerken
De opaalvaalhoed komt voor in Noord-Amerika, Europa, Nieuw-Zeeland en verschillende Aziatische landen. In Nederland komt hij algemeen voor.[2]
Foto's bewerken
-
Lamellen
-
Sporen
-
Close-ups
Bronnen, noten en/of referenties
|