Johan Smit (musicus)
Johan Cornelis Smit (Utrecht, 23 mei 1862 – Brussel, 24 mei 1932) was een Nederlands violist en muziekpedagoog.[1]
Johan Smit | ||||
---|---|---|---|---|
Johan Smit in Onze Musici (1911)
| ||||
Volledige naam | Johan Cornelis Smit | |||
Geboren | 23 mei 1862 | |||
Overleden | 24 mei 1932 | |||
Beroep(en) | violist, muziekpedagoog | |||
|
Hij was zoon van grutter Johannes Smit en Catharina Werner.
Zijn eerste opleiding verkreeg hij van Schermer/Schirmer (violist stedelijk orkest), die hem na enige lessen doorzond naar Herman Jacob Dahmen (dirigent/violist stedelijk orkest). Op voorspraak van Joseph Joachim en met financiële steun van de Nederlandse Toonkunstenaars Vereniging en de particulier Susanna Elisabeth Reiger-Fisler (door Richard Hol op deze muzikant gewezen en donatrice van de NTV) kon hij gaan studeren bij Jan George Mulder aan het Conservatorium van Den Haag. Nadat hij op zestienjarige leeftijd daar af- en uitgestudeerd was, trok hij naar Parijs om acht maanden privéles te nemen bij Hubert Léonard[2] Die studie bracht hem naar Oostende, alwaar hij twaalf jaar lang violist en concertmeester van het orkest van de Kursaal in Oostende was. Hij speelde ook in Parijs (1880) met Louis Coenen en Gérard Hekking) en Essen (1881). Nog geen twintig jaar trok hij met Dyna Beumer en Conrad Behrens door Denemarken. Hij trok vervolgens naar Berlijn om er violist en concertmeester en violist te worden in het orkest van Benjamin Bilse (1882-1885). Dit werd opgevolgd door een uitgebreide concertreis door Frankrijk. Volgende halte in zijn loopbaan was Brussel waar hij opviel tijdens concerten in de Koninklijke Muntschouwburg en Cercle Artistique. Dit leidde tot een concert in het Gents Conservatorium en dit leidde vrijwel direct tot de benoeming tot professor hoogste vioolklassen (professor du cours supérieur de violon) aan dat instituut. Het is dan 1890; hij zou er later ook professor altviool worden. Sinds 1907 woonde hij in Brussel terwijl hij in Gent les bleef geven. Hij concerteerde aan diverse hoven, zoals dat van Emma van Waldeck-Pyrmont en het Russische hof in Sint Petersburg.
In 1894 werd hij in Frankrijk onderscheiden met een benoeming tot Officier d’Académie. In 1900 werd hij benoemd tot ridder in de Leopoldsorde.
- Onze Musici, 1898/1911; Nijgh & Van Ditmar
- J.H. Letzer: Muzikaal Nederland 1850-1910. Bio-bibliographisch woordenboek van Nederlandsche toonkunstenaars en toonkunstenaressen - Alsmede van schrijvers en schrijfsters op muziek-literarisch gebied, 2. uitgaaf met aanvullingen en verbeteringen. Utrecht: J. L. Beijers, 1913, 164, tekst overeenkomstig Onze Musici 1911
- Geïllustreerd muzieklexicon, onder redactie van Mr. G. Keller en Philip Kruseman, medewerking van Sem Dresden, Wouter Hutschenruijter (1859-1943), Willem Landré, Alexander Voormolen en Henri Zagwijn; uitgegeven in 1932/1949 bij J. Philips Kruseman, Den Haag; pagina 740, op datum en plaats van overlijden geen nieuwe gegevens
- Redactie, Johan Smit overleden. Het Vaderland (25 mei 1932). Geraadpleegd op 11 augustus 2022 – via delpher.nl.
- Dr. J. de Jong, Johan Smit (Hollandsche musici in den vreemde). Elsevier’s Geïllustreed Maandschrift (1902). Gearchiveerd op 18 augustus 2023. Geraadpleegd op 11 augustus 2022 – via dbnl.nl.