Sem Dresden (componist)

componist

Samuel (Sem) Dresden (Amsterdam, 20 april 1881Den Haag, 31 juli 1957) was een Nederlands componist, muziekpedagoog, muziekcriticus en dirigent. Hij was een zoon van Marcus Dresden, commissionair in diamant, en Anna Mijerson, en was een oom van de schrijver Sem Dresden (1914-2002). Dresden trouwde op 25 maart 1907 met de altzangeres Jacoba Dhont, de latere zanglerares van Elly Ameling. Uit dit huwelijk werden twee zoons geboren, onder wie de musicus Anton Dresden.

Sem Dresden
Sem Dresden in 1912
Volledige naam Samuel Dresden
Geboren 20 april 1881
Overleden 31 juli 1957
Land Vlag van Nederland Nederland
Stijl symfonische muziek
Nevenberoep muziekpedagoog, muziekcriticus en dirigent
Instrument piano, viool
Leraren Richard Hageman, Johannes Cornelis Dudok, Felice Togni, Fred J. Roeske, Bernard Zweers, Hans Pfitzner
Belangrijkste werken Opera François Villon, georkestreerd door: Jan Mul
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Levensloop bewerken

Dresden studeerde viool en piano bij Richard Hageman, viool bij Johannes Cornelis Dudok en Felice Togni, harmonie bij Fred J. Roeske, contrapunt, fuga en compositie bij Bernard Zweers aan het Conservatorium van Amsterdam. In 1903 ging hij naar Berlijn en studeerde compositie en directie bij Hans Pfitzner.

 
Sem Dresden in 1956

Na zijn terugkomst was hij van 1905 tot 1914 dirigent in Laren, Amsterdam en Tiel en leidde de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst. In 1914 stichtte hij in Amsterdam de madrigaal-vereniging, een a capella-koor met negen zangeressen en zangers. Dit koor ging later op in de Haarlemse Motet- en Madrigaalvereniging, waarmee hij veel polyfone renaissancemuziek tot nieuw leven bracht. Daarnaast schonk hij ook veel aandacht aan het eigentijdse repertoire. Samen met Daniël Ruyneman, Henri Zagwijn, Bernhard van den Sigtenhorst Meyer, Alexander Voormolen en (later) Willem Pijper richtte hij in 1918 de Nederlandsche Vereeniging tot Ontwikkeling der Moderne Scheppende Toonkunst op, waarin de moderne Nederlandse componisten zich verenigden.

Van 1924 tot 1937 was hij als opvolger van Julius Röntgen directeur van het Amsterdamsch Conservatorium. Daarna nam hij van Johan Wagenaar de directie van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag over. Omdat hij joods was, werd hij tijdens de Tweede Wereldoorlog gedwongen ontslag te nemen. Zijn plaats werd tijdelijk ingenomen door dr. C.L. Walther Boer en daarna werd Henk Badings benoemd, die zich daarover bij de naoorlogse zuivering moest verantwoorden. Vanaf december 1940 verbleven Dresden en zijn echtgenote op De Pauwhof. Badings voorkwam dat Dresden moest meehelpen bij de aanleg van antitankgrachten.[1] Dresden concentreerde zich in die periode op componeren. Een deel van zijn werk werd uitgegeven door Muziekuitgeverij A.A. Noske. Na de bevrijding nam hij zijn plaats bij het Koninklijk Conservatorium weer in. Hij ging in 1949 met pensioen. Daarna was hij nog tot 1953 directeur van de stichting Jeugd en Muziek.

Voorts hield Dresden lezingen in onder andere de Verenigde Staten (1947) over de Nederlandse componisten van zijn tijd. Hij was voorzitter van de Rijkscommissie voor het Muziekonderwijs en van de afdeling Muziek van de Raad voor de Kunst. Verder was hij bestuurslid van de Stichting De Nederlandse Opera, voorzitter van het Pijperfonds en lid van het bestuur van het Alphons Diepenbrock-fonds.

Als muziekcriticus van 1923 tot 1927 bij De Telegraaf heeft hij veel gedaan voor de verbreiding van de nieuwere muziek. Hij schreef een boek Het Muziekleven in Nederland sinds 1880. Als componist was Dresden werd vooral beïnvloed door het Franse impressionisme van Debussy en Ravel, hoewel zijn opleiding bij Zweers en Pfitzner in een andere richting wees. Hij volgde hiermee, net als Pijper, Van den Sigtenhorst Meyer en de oudere Diepenbrock de trend van de jaren twintig, maar had toch zijn eigen stijl. Dresden was, met Pijper en Hendrik Andriessen, een invloedrijk man in het Nederlandse muziekleven. Hij probeerde traditie en vernieuwing met elkaar te verzoenen. In zijn werk is dat duidelijk te merken.

Composities bewerken

Orkestwerken bewerken

  • 1913 Thema en veranderingen voor groot orkest
  • 1936 Concerto Nr. 1, voor viool en orkest
  • 1938 Symphonietta, voor klarinet en orkest
  • 1939 Concerto, voor hobo en orkest
  • 1941-1942 Concerto Nr. 2, voor viool en orkest
  • 1942 Concerto, voor piano en orkest
  • 1949 Concerto, voor dwarsfluit en orkest
  • 1951 Dansflitsen (Dance flashes), suite voor orkest
  • 1952-1953 Concerto, voor orgel en orkest

Kamermuziek bewerken

  • 1905 Sonate, voor viool en piano
  • 1911 Sextet, voor strijkers en piano
  • 1911-1920 Suites, voor piano en viool, No. 1-3
  • 1912 Trio, voor twee hobo's en althobo
  • 1912-1914 Drie sextetten, voor blazers en piano
  • 1918 Sonate, voor cello en piano
  • 1918 Sonate, voor dwarsfluit en harp
  • 1924 Strijkkwartet nr. 1
  • 1924 Strijkkwartet nr. 2

Muziek voor toetsinstrumenten bewerken

Piano bewerken

  • 1914 Duo, voor twee piano's
  • 1950 Hor ai dolor, het tweede stuk uit de reeks Hommage à Willem Pijper

Orgel bewerken

  • Toccata, koraal & Fuga

Vocale muziek bewerken

Koormuziek, cantates, oratoria bewerken

  • 1919 Wachterlied, voor gemengd koor a capella
  • 1927 Chorus Tragicus
  • 1939 O Kerstnacht
  • 1943 Assumpta est Maria
  • 1953 Saint Antoine, oratorium
  • 1955 Carnavalscantate
  • 1956 Sint Joris, oratorium

Muziek voor solostem bewerken

Muziektheater bewerken

Opera's bewerken

Voltooid in titel aktes première libretto
1956-1957 François Villon, georkestreerd door: Jan Mul 1958, Holland Festival

Operette bewerken

Voltooid in titel aktes première libretto
1945 Toto van de componist

Publicaties bewerken

  • Sem Dresden: Het Muziekleven in Nederland sinds 1880, Amsterdam, 1923
  • Sem Dresden: Stromingen en Tegenstromingen in de Muziek, Haarlem, 1953
  • R. Beintema, Sem Dresden, Leo Mens: Zes oud-Neerlandse koorwerken - met werken van Jacob Obrecht, Clemens non Papa, Gerardus Turnhout, Lassus, Cornelis Verdonck, 's-Gravenhage, Kon. Bond v. Chr. Zang- en Oratoriumver., 193?
  • J. Worp: Algemene Muziekleer, naar de twaalfde druk van John Daniskas, bewerkt en geheel herzien door Sem Dresden. Uitg. Wolters, Groningen, 1972, 427 pp.

Bibliografie bewerken

  • N.N.: Sem Dresden, in: The Musical Times, Vol. 98, No. 1375 (Sep., 1957), p. 513
  • Darryl Lyman: Great jews in music, New York: Jonathan David Publishers, Inc., 1994, 332 p., ISBN 978-0-8246-0315-1
  • Leo Samama: Zeventig jaar Nederlandse muziek 1915-1985: voorspel tot een nieuwe dag, Amsterdam: Em. Querido's Uitgeverij, 1986, 323 p., ISBN 978-90-214-8050-3
  • Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9
  • John Kasander: 150 jaar Koninklijk Conservatorium - Grepen uit de geschiedenis, 's-Gravenhagen: Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, 1976, 175 p.
  • J.H. Letzer: Muzikaal Nederland. 1850-1910. Bio-bibliographisch woordenboek van Nederlandsche toonkunstenaars en toonkunstenaressen - Alsmede van schrijvers en schrijfsters op muziek-literarisch gebied, 2. uitgaaf met aanvullingen en verbeteringen. Utrecht: J. L. Beijers, 1913
  • Marius Monnikendam: Nederlandse componisten van heden en verleden, Berlin: A.J.G. Strengholt, 1968, 280 p.
  • Jos Wouters: Sem Dresden, Sonorum Speculum. 1965, No. 25, S. 1-13.
  • Wouter Paap: De opera "François Villon" van Sem Dresden. Bij de 1. opvoering in het Holland Festival. in: Mens en melodie. 13 (1958), S. 131-135.
  • Wouter Paap: In memoriam Sem Dresden (t 31. Juli 1957), in: Mens en melodie. 12 (1957), S. 225-227.
  • Wouter Paap: Sem Dresden. 1881-20. April 1956, in: Mens en melodie. 11 (1956), S. 97-99.
  • Wouter Paap: Twee nieuwe composities van Sem Dresden, in: Mens en melodie. 10 (1955), S. 51-53.
  • Wouter Paap: Professor van der Leeuw-Prijs 1952 - voor Sem Dresden, in: Mens en melodie. 8 (1953), S. 99-102.
  • Paul F. Sanders: Moderne nederlandsche componisten, 's Gravenhage: J. Philip Kruseman, 1930
  • Sylvia van Ameringen: Sem Dresden (t 30. 7.1957), in: Musica. 11 (1957), S. 653-654.
  • Stanley Sadie: The new Grove dictionary of music and musicians, Vol. 1-20, London: Macmillan, 1980. ISBN 1-56159-174-2
  • Gösta Morin, Carl-Allan Moberg, Einar Sundström: Sohlmans musiklexikon - 2. rev. och utvidgade uppl., Stockholm: Sohlman Förlag, 1975-1979, 5 v.
  • Storm Bull: Index to biographies of contemporary composers, Vol. II, Metuchen, N.J.: Scarecrow Press, 1974, 567 p., ISBN 0-8108-0734-3
  • Paul Frank, Burchard Bulling, Florian Noetzel, Helmut Rosner: Kurzgefasstes Tonkünstler Lexikon - Zweiter Teil: Ergänzungen und Erweiterungen seit 1937, 15. Aufl., Wilhelmshaven: Heinrichshofen, Band 1: A-K. 1974. ISBN 3-7959-0083-2; Band 2: L-Z. 1976. ISBN 3-7959-0087-5
  • Paul Frank, Wilhelm Altmann: Kurzgefasstes Tonkünstler Lexikon: für Musiker und Freunde der Musik, Regensburg: Gustave Bosse, 1936, 730 p.
  • Sas Bunge: 60 Years of Dutch chamber music, Amsterdam: Stichting Cultuurfonds Buma, 1974, 131 p.
  • Marc Honegger: Dictionnaire de la musique, Paris: Bordas, 1970-76
  • David Ewen: European composers today - A biographical and critical guide, New York: H. W. Wilson Company, 1969
  • Zenei lexikon, Budapest: Zenemukiado Vallalat, 1965
  • Joaquín Pena, Higinio Anglés, Miguel Querol Gavalda: Diccionario de la Música LABOR, Barcelona: Editorial Labor, 1954, 2V, 2318P.
  • Herbert Antcliffe: Sem Dresden. 1881 bis 1957. in: The Monthly Musical Record. 87 (1957), S. 216-217.
  • Carlo Schmidl: Dizionario universale dei musicisti: Supplemento, Milan: Sonzogno, 1938, 806 p.
  • Albert E. Wier: The Macmillan Encyclopedia of Music and Musicians in One Volume, London: Macmillan and Co., 1938, 2089 p.
  • Pierre V.R. Key: Pierre Key's musical who's who - A biographical survey of contemporary musicians, New York: Pierre Key, 1931, 498 p.
  • S. Wininger: Grosse jüdische Nationalbiographie, Cernauti

Externe links bewerken