Isabelle Diks

Nederlands voormalig politica

Lillian Isabella (Isabelle) Diks (Heerlen, 25 juli 1965) is een Nederlandse voormalig GroenLinks-politica.

Isabelle Diks
Isabelle Diks
Algemene informatie
Volledige naam Lillian Isabella Diks
Geboren 25 juli 1965
Geboorteplaats Heerlen
Partij GroenLinks
Titulatuur MA
Alma mater Academie Beeldende Kunsten Maastricht, Modeacademie Charles Montaigne, Open Universiteit, Rijksuniversiteit Groningen
Politieke functies
1994-2002 lid gemeenteraad van Apeldoorn
2003-2007 lid Provinciale Staten van Gelderland
2008,
2017-2020
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal
2008-2017 wethouder van Leeuwarden
2020-2022 wethouder van Groningen
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

Studie & Werk bewerken

Diks doorliep het gymnasium-alfa tussen 1977 en 1983. Zij studeerde vervolgens een jaar aan de Academie Beeldende Kunsten Maastricht om vervolgens tussen 1984 en 1986 aan de Modeacademie Charles Montaigne[1] in Amsterdam te studeren. Vanaf 1988 werkte Diks als zelfstandig ontwerper van bruidscouture en avondkleding in Apeldoorn. In 2006 stopte zij hiermee om naar Leeuwarden te verhuizen. Tussen 2002 en 2004 volgde ze enkele cursussen cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Ze studeerde sinds 2004 Internationale Organisaties en Betrekkingen aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar zij zich specialiseerde in Europese samenwerking, internationaal en Europees recht. Deze studie rondde zij af in 2011 en behaalde daarmee een Master of Arts.

In 2006 begon zij een eigen Bed and Breakfast in Leeuwarden.[2] Diks is lid van de raad van toezicht van JIMwerkt in Amersfoort.[3]

Politiek bewerken

Diks is sinds 1994 binnen GroenLinks actief. Eerst in de gemeenteraad van Apeldoorn waar zij fractievoorzitter was. Ook was zij tussen 1994 en 2002 lid van het algemeen bestuur van het regionale waterschap. Vervolgens kortstondig als bestuurslid bij de GroenLinks-afdeling Gelderland (2002-2003) en later als lid van Provinciale Staten in Gelderland (2003-2006), waar zij vice-fractievoorzitter was, voorzitter van de commissie economie en milieu en lid van Statencommissies voor welzijn en algemeen bestuur. Tussen 2006 en 2008 was zij lid van het landelijk partijbestuur van GroenLinks als internationaal secretaris. In 2006 stond ze op de kandidatenlijst van GroenLinks voor de Tweede Kamer op de 10e plaats.

Diks verving van 3 september tot 21 december 2008 Mariko Peters, tijdens haar zwangerschapsverlof, als Tweede Kamerlid voor GroenLinks. Formeel was Mathieu Heemelaar de aangewezen persoon om Peters te vervangen, maar hij bedankte alsnog.[4] De reden was dat Diks, als internationaal secretaris en specialist in Europese samenwerking, de juiste expertise zou hebben om Peters, die buitenlandwoordvoerder van GroenLinks was, tijdelijk te vervangen. Diks trad uit het partijbestuur, omdat dit onverenigbaar was met het lidmaatschap van de Tweede Kamerfractie.

Vanaf 15 december 2008 was zij wethouder van de gemeente Leeuwarden van cultuur, milieu, energie en water, woon- en leefomgeving, wonen, vastgoed en grondzaken. Dit moment viel samen met het aflopen van haar termijn als vervanger in de Tweede Kamer. Op 7 maart 2009 werd ze als 7e op de kandidatenlijst van GroenLinks voor de Europees Parlementsverkiezingen van 2009 gezet. Ze had zelf verklaard niet op een verkiesbare plek te willen staan, omdat ze wethouder in Leeuwarden wilde blijven. In 2010 was Diks wederom kandidaat-Tweede Kamerlid voor GroenLinks. De kandidatencommissie adviseerde voor een plaats 16 tot 25.[5] Het partijcongres zette haar uiteindelijk op plaats 25.[6] Zij werd door die lage klassering niet gekozen. Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2017 stond zij wederom op de kandidatenlijst van GroenLinks, op plek 19. Zij werd met voorkeurstemmen gekozen.

Als Tweede Kamerlid hield zij zich voor GroenLinks bezig met de portefeuilles buitenlandse handel, ontwikkelingssamenwerking en defensie. Diks was in de Tweede Kamer lid van de Parlementaire Assemblee van de NAVO en vanaf 22 november 2017 voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat. Ze legde de functie neer bij haar vertrek uit de Tweede Kamer op 1 mei 2020.

In november 2019 bracht dagblad de Volkskrant naar buiten dat Diks sinds haar aanstelling in 2017 als Tweede Kamerlid jaarlijks zevenduizend euro wachtgeld ontving, bovenop haar inkomsten van 115.000 euro per jaar als Tweede Kamerlid, vanwege haar eerdere werkzaamheden als wethouder in Leeuwarden. Ze verdedigde zich voor het innen daarvan met de opmerking dat ze te plotseling parlementslid was geworden en zich wat haar bestedingspatroon betreft niet tijdig had kunnen aanpassen. Hoewel het wachtgeld haar rechtmatig toekwam, besloot Diks in overleg met haar partij het bedrag volledig terug te storten.[7]

Nog geen maand later meldde HP/De Tijd dat ze bij de Tweede Kamer als woonplaats Leeuwarden had opgegeven. Haar woonhuis stond inderdaad in Leeuwarden, terwijl ze ook een deel van de tijd met man en hond in Den Haag verbleef. Diks ontving daardoor een jaarlijkse verblijfskostenvergoeding van 24 duizend euro, in plaats van 8700 euro. Na vragen hierover paste ze haar woonadres naar Den Haag aan. Diks liet door de integriteitsadviseur Tweede Kamer een onafhankelijk onderzoek doen, waaruit bleek dat ze conform regelgeving had gehandeld.[8] Diks maakte het onderzoek openbaar en gaf aan dat, hoewel deze vergoeding haar rechtmatig toekwam, ze het verschil onverschuldigd zou terugbetalen.

Op 27 maart 2020 werd bekend dat Diks de Tweede Kamer wilde verlaten om per eind april wethouder en loco-burgemeester van Groningen te willen worden.[9][10] Op 22 april werd ze met 24 tegen 20 stemmen in de Groningse gemeenteraad gekozen tot wethouder.[11] Haar portefeuille behelsde onder meer coördinatie sociaal domein, zorg & veiligheid, jeugd & jeugdhulp, volksgezondheid, armoede, inkomen & schulden, en wijkwethouder Oost. Desgevraagd gaf ze op de dag van haar installatie nogmaals aan dat ze het als Tweede Kamerlid ontvangen wachtgeld en de extra ontvangen verblijfskostenvergoeding zou terugbetalen.[12][13][14] Eind maart 2022 maakte Diks bekend dat zij niet zou terugkeren als wethouder van Groningen in een nieuw stadsbestuur.[15] Op 29 juni van dat jaar werd een nieuw college van B&W benoemd en beëdigd, waarmee er een eind kwam aan haar wethouderschap.[16]