Gebruiker:Quistnix/Kladblok

Alle Nederlandse gouverneurs van overzeese gebiedsdelen hebben een onderscheidingsvlag. Dit gebruik is in 1816 in wetgeving vastgelegd, in combinatie met andere eretekens en de militaire eerbewijzen die aan gouverneurs moesten worden betoond. In de loop der jaren zijn de vlaggen om diverse redenen aangepast. Sinds 1966 is voor iedere gouverneursfunctie een eigen vlag vastgesteld, afgeleid van de vlag van het land binnen het koninkrijk waarin de gouverneur het gezag vertegenwoordigt.

Inleiding bewerken

De onderscheidingsvlag maakt deel uit van de eerbewijzen. De vlag wordt gevoerd op de residentie en op schepen waarop de gouverneur zich bevindt. Ook worden ze gehesen op militaire en overheidsgebouwen en inrichtingen waar de gouverneur te gast is. Vanaf het gebruik van gemotoriseerde voertuigen wordt een kleine versie van de onderscheidingsvlag gevoerd op het voertuig waarmee de gouverneur wordt vervoerd. Het laatstgenoemde gebruik is voor Nederlands-Indië in St. 1929 No. 367 vastgelegd. Bij bepaalde officiële gebeurtenissen wordt de vlag van de gouverneur ceremonieel gegroet; oorlogsschepen en forten groeten met een eresaluut, dat vervolgens wordt beantwoord met een groet aan de vlag van het land waartoe het schip of het fort behoort, of aan de onderscheidingsvlag van een bezoekende hoogwaardigheidsbekleder.

De onderscheidingsvlaggen van Nederlandse gouverneurs in overzeese gebieden zijn in de negentiende eeuw ontstaan uit de militaire onderscheidings- en commandovlaggen zoals deze op grond van een Koninklijk Besluit van 16 maart 1816 bij de Nederlandse marine werden gevoerd.[1][2] In hetzelfde besluit wordt de rood-wit-blauwe wimpel voor ministers en ambassadeurs vastgesteld. Ook de gouverneur-generaal van Nederlands-Indië voerde de Nederlandse vlag met rood-wit-blauwe wimpel. Volgens het Reglement op de eerbewijzen aan boord van Zr. Ms. schepen uit 1883 werd de gouverneur van Suriname voor wat betreft eerbewijzen gelijkgesteld aan een schout-bij-nacht en de gouverneur van Curaçao aan een kapitein-ter-zee.[3] De vlaggen van gouverneurs in Nederlands-Indië werden bij besluit van de gouverneur-generaal van Nederlands-Indië vastgesteld als onderdeel van de eerbewijzen. Zo is de vlag voor de gouverneur van de Molukse eilanden vastgesteld voor gebruik binnen de eigen territoriale wateren op 12 december 1859, die van de gouverneur van Celebes in het besluit van 8 december 1862, Stb. No.149 en die voor de gouverneurs van de westkust van Sumatra en Atjeh bij besluit van 16 augustus 1881 No.178.[4][5][6] Deze vlaggen waren alle eender en werden in het besluit van 1881 als volgt beschreven:

De Nederlandsche vlag, voorzien van twee witte ballen in het roode doek.

Deze vlag was gelijk aan de onderscheidingsvlag van een schout-bij-nacht. Bij koninklijk besluit (KB) van 9 augustus 1887, No.21, werden de ballen op de commando- en onderscheidingsvlaggen van vlagofficieren bij de marine vervangen door witte zespuntige sterren. De gouverneursvlaggen bleven echter ongewijzigd.[7][8]

De gouverneursvlaggen waren gelijk voor de gouverneurs van Suriname en de gouverneurs van Nederlands-Indië, met als uitzondering die van de gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, die hoger in rang was dan de overige gouverneurs. De gouverneur van Curaçao had een lagere rang en van hem werd geen onderscheidingsvlag vermeld.

Vlaggen van voor 1954 bewerken

Suriname en Curaçao bewerken

Tot 1954 sprak men van koloniën. Aanvankelijk was er onderscheid tussen de verschillende gouverneurs: Suriname en Curaçao en Onderhorigheden waren van 1828 tot 1845 samengevoegd: Curaçao viel onder Suriname. Waarschijnlijk ten gevolge van deze ongelijkheid voerde de gouverneur van Suriname volgens het bijblad op het Staatsblad van Nederlands-Indië uit 1873 een vlag met twee witte ballen; de gouverneur van Curaçao wordt in dat blad niet vermeld. Er was een verschil in militaire rang waarmee de gouverneurs werden gelijkgesteld en dientengevolge ook in eerbewijzen. Deze ongelijkheid duurde tot 1904. De gouverneurs van Suriname en Curaçao voerden volgens Verordeningen voor de Koninklijke Zeemacht, Hoofdstuk I deel II, art. 19 vanaf 1 november 1904 (gewijzigd t.o.v. de editie van 1-1-1899) beiden een vlag met twee witte ballen, afgeleid van de onderscheidingsvlag van een schout-bij-nacht[9]. Vanaf 1920 werd deze gewijzigd in een vlag die was afgeleid van de onderscheidingsvlag van een viceadmiraal: de Nederlandse vlag met in de rode baan drie witte ballen, geplaatst een en twee, aan de mastzijde.[10][11] Een afbeelding van deze vlag verscheen in het door de ministeries van Waterstaat en Defensie uitgegeven Internationaal Seinboek, editie 1933.[12]

Nederlands-Indië bewerken

De gouverneur-generaal van Nederlands-Indië was de hoogste in rang en had als onderscheidingsvlag de Nederlandse vlag, met daarboven een rood-wit-blauwe wimpel. De overige gouverneurs van deelgebieden van Indonesië voerden tot 1928 een vlag die was afgeleid van de onderscheidingsvlag van een schout-bij-nacht bij de Koninklijke Marine, waarmee ze in rang waren gelijkgesteld: de Nederlandse vlag met in de rode baan twee witte ballen aan de mastzijde. De onderscheidingsvlag van een schout-bij-nacht heeft sinds 1887 echter twee sterren in plaats van ballen. De vlaggen voor de gouverneurs en residenten in Nederlands-Indië werden bij besluit van de gouverneur-generaal van 3 februari 1928, nr. 1x, gewijzigd.[13] De onderscheidingsvlaggen voor de gouverneurs binnen Indonesië kregen twee ballen, naar analogie van die van een schout-bij-nacht. Ze waren echter rood en in een witte rechthoek in de rode baan aan de mastzijde geplaatst. Volgens dit besluit werden de onderscheidingsvlaggen op het water gevoerd aan de grote mast, bij sloepen aan een vlaggenstok op de voorplecht. De vlaggen werden als volgt beschreven:

Voor de gouverneurs:

Een Nederlandsche vlag met een wit blok in den linker bovenhoek bevattende twee roode ballen.

Uit de beschrijving bij de afbeeldingen bij het besluit blijkt dat de vlag een lengte-hoogteverhouding heeft van 3:2 en het witte blok een lengte heeft van 1/3 van de vlaglengte. De ballen hebben een middellijn van 1/3 van de breedte van de rode baan. Het eresaluut voor deze vlag bestond uit dertien saluutschoten.

Voor de residenten:

Een standaard in de nationale kleuren, ter linkerzijde voorzien van een staande oranje-baan.

Uit beschrijving bij de afbeeldingen bij dit besluit blijkt dat de vlag een lengte-hoogteverhouding heeft van 2:1 en de breedte van de oranje baan gelijk is aan die van de overige banen. De vlag is volgens de beschrijving over de halve lengte driehoekig ingesneden; de tekening toont een insnijding over de helft van het rood-wit-blauwe deel van de vlag. Het eresaluut voor deze vlag bestond uit elf saluutschoten, gelijk aan dat voor een commandeur.

Lagere plaatselijke bestuurders hadden geen onderscheidingsvlaggen maar stokken met, al naar gelang de positie van de persoon, een zilveren of gouden knop met het rijkswapen er in gegraveerd. Deze kon overdraagbaar zijn aan opvolgers, maar alleen volgens de regels die hieromtrent waren vastgelegd in een Gouvermenteel Besluit (GB). Hierin waren ook de kleuren van parasols of pajongs vastgelegd, die waren voorbehouden aan deze bestuurders.[14][15] Deze eretekens sloten waarschijnlijk beter aan bij de gebruiken van de plaatselijke bevolking dan onderscheidingsvlaggen. Een miniatuur van de pajong werd door Indische vorsten op dezelfde wijze gebruikt als een autovlag: staande boven het linker spatbord.

Met de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 zijn alle vlaggen van Nederlands-Indië, inclusief de gouverneursvlaggen, komen te vervallen. De algemene gouverneursvlag met de drie witte ballen bleef echter in gebruik voor de overige overzeese gebiedsdelen.

Nieuw-Guinea bewerken

Nederlands-Nieuw-Guinea ontstond na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 en bleef tot 1962 onder Nederlands bestuur. De gouverneur van Nieuw-Guinea kreeg bij KB van 6 januari 1951, No.9 dezelfde eerbewijzen als de gouverneurs van Suriname en van de Nederlandse Antillen, nl. de eerbewijzen die toebehoren aan een viceadmiraal, inclusief een onderscheidingsvlag met drie witte ballen in plaats van de bij opperofficieren gebruikelijke sterren, zoals deze bij KB van 31 december 1919, No.13 reeds voor de gouverneurs van Suriname en Curaçao en Onderhorigheden waren vastgesteld.[16]

Afbeeldingen bewerken

Links, ter vergelijk, de onderscheidingsvlag van een schout-bij-nacht bij de marine, waarvan de gouverneursvlaggen waren afgeleid.

Vlaggen van na 1954 bewerken

Na de inwerkingtreding van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden veranderde de verhouding tussen Nederland en de overzeese gebiedsdelen. De vlag met de drie ballen in de rode baan bleef aanvankelijk gehandhaafd. De functie van gouverneur werd gelijkgesteld aan die van een viceadmiraal bij de Koninklijke Marine.

In 1964 veranderde het inzicht: de rang van viceadmiraal deed geen recht aan de functie van gouverneur, aangezien de landen volgens het statuut gelijkwaardig zijn binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Er werd, naar aanleiding van een verzoek van de gouverneur van Suriname, een nieuwe vlag ontworpen. De Hoge Raad van Adel adviseerde een model van een zeventiende-eeuwse vlag gebruiken met onder en boven een rood-wit-blauwe baan en in het midden een brede witte baan, voorzien van een symbool. Soortgelijke vlaggen werden in het verleden voor civiele hoogwaardigheidsbekleders gebruikt en waren sinds 1931 ook in gebruik voor de minister van Oorlog, Marine en Defensie. Dit leidde tot een koninklijk besluit, waarin per 5 april 1966 een nieuwe vlag werd vastgesteld als onderscheidingsvlag van de gouverneur van Suriname. De vlag kwam met de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 te vervallen.

In hetzelfde KB werd een nieuwe onderscheidingsvlag voor de gouverneur van de Nederlandse Antillen vastgesteld.[17]

Beide vlaggen kregen in het midden een afbeelding die was ontleend aan de landsvlag. De vlag van de gouverneur van de Nederlandse Antillen werd na instelling van de Status aparte van Aruba in 1986 aangepast aan de gewijzigde landsvlag, zij het met enige vertraging. Men had vergeten een nieuwe vlag voor de gouverneur in te stellen. Dat gebeurde op verzoek van de gouverneur alsnog op 11 oktober 1986 door de ondertekening door koningin Beatrix van KB no. 42, dat op 1 januari 1987 in werking trad. Toen in 2010 de Nederlandse Antillen ophielden als land te bestaan werd ook de bijbehorende gouverneurspost opgeheven en werden de taken van de gouverneur overgedragen aan de functionarissen voor de nieuw ontstane gebieden.

Historische gouverneursvlaggen bewerken

Links, ter vergelijk, de onderscheidingsvlag van een viceadmiraal bij de Koninklijke Marine, waarvan de gouverneursvlaggen waren afgeleid.

Huidige gouverneursvlaggen bewerken

Sinds 1986 hebben Aruba, Curaçao (2010) en Sint Maarten (2010) ieder een eigen gouverneur gekregen, met een eigen onderscheidingsvlag.

Categorie:Onderscheidingsvlag