Diapsiden zijn Amniota met twee openingen aan beide zijden in het deel achter de oogkas van hun schedel (zie afbeeldingen). Ze omvatten onder andere de krokodillen, hagedissen, slangen, schildpadden en vogels.[1] Bij de laatste twee groepen zijn een of beide gaten in de evolutie weer verloren gegaan, maar ze worden op grond van hun afstamming toch tot de diapsiden gerekend.

Diapsiden
Fossiel voorkomen: Laat-Carboonheden
Nijlkrokodil (Crocodylus niloticus)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Onderklasse
Diapsida
Osborn, 1903
Spinoaequalis schultzei
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Diapsiden op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Diapsiden ontwikkelden hun twee openingen (temporale fenestra) aan elke kant van hun schedel in het laat Carboon, ongeveer 300 miljoen jaar geleden.[2] Er zijn ten minste 7.925 soorten reptielen beschreven, in omgevingen over de hele wereld.[3]

Taxonomie

bewerken

De oudst bekende diapside is Petrolacosaurus uit het Late Carboon van Noord-Amerika. In het Perm zijn de Diapsida nog niet zo belangrijk. Er zijn slechts enkele geslachten uit het Vroege Perm bekend. In het Late Perm ontstaan de groepen die in het Mesozoïcum zullen domineren. De voornaamste landdieren tijdens het Perm zijn de Synapsida en de Anapsida. Aan het einde van het Perm sterven de meeste dieren uit in de grootste uitstervingsgolf uit de evolutie. Alle drie groepen reptielen worden zwaar getroffen, maar de diapsiden weten zich beter te herstellen. Met de ontwikkeling van de archosauriërs en de Lepidosauriërs in het Mesozoïcum begint het tijdperk van de reptielen.

Onder is een mogelijke stamboom van de Diapsida:

Diapsida 

Araeoscelida




?Sphodrosaurus




?Palacrodon




?Omphalosaurus




Avicephala


 Neodiapsida 

Apsisaurus


 Eosuchia 

?Younginiformes




?Claudiosaurus




?Ichthyopterygia


 Sauria 

?Thalattosauriformes




Lepidosauromorpha



Archosauromorpha