Indeling van het Pleistoceen
Internationaal[1] Noordwest-Europa
Serie Subserie Etage Super-etage Etage Tijd (Ma)
Holoceen Vroeg Greenlandien Holoceen jonger
Pleistoceen Laat (onbenoemd) (onbenoemd) Weichselien 0,116 - 0,0117
Eemien 0,126 - 0,116
Midden Chibaien Saalien 0,238 - 0,126
Oostermeer 0,243 - 0,238
(onbenoemd) 0,324 - 0,243
Belvédère 0,338 - 0,324
(onbenoemd) 0,386 - 0,338
Holsteinien 0,418 - 0,386
Elsterien 0,465 - 0,418
Cromerien diverse etages 0,850 - 0,465
Vroeg Calabrien
Bavelien diverse etages 1,07 - 0,85
Menapien diverse etages 1,20 - 1,07
Waalien diverse etages 1,45 - 1,20
Eburonien diverse etages 1,80 - 1,45
Gelasien Tiglien diverse etages 2,40 - 1,80
Pretiglien diverse etages 2,58 - 2,40
Plioceen   Piacenzien Reuverien   ouder
Tabel 1 - Indeling van het Pleistoceen
Blauwe vakken: Glaciaal of Stadiaal - Roze vakken: Interglaciaal of Interstadiaal

Het geologisch tijdperk Bavelien (Vlaams: Baveliaan) is een super-etage van de serie Pleistoceen (tabel 1), dat duurde van 1,07 Ma tot 850 ka. Het komt na/op het Menapien en na het Bavelien komt het Cromerien.

Glacialen en interglacialen

bewerken

Het Bavelien kent twee glacialen en twee interglacialen (tabel 2). De oudste warme fase is het Bavel Interglaciaal dat volgt op het koude Menapien. De bosvegetatie werd, behalve door de soorten van het gemengde eikenbos, zoals eik, linde, iep en es, vooral gekenmerkt door het voorkomen van de haagbeuk (Carpinus). In de daaropvolgende koudere periode, het Linge-glaciaal, overheersten kruiden de vegetatie. Daarna ontwikkelde zich tijdens het Leerdam Interglaciaal weer een gemengd eikenbos, met wederom de haagbeuk als belangrijk element. De opeenvolging van de verschillende boomsoorten tijdens het Leerdam Interglaciaal vertoont veel overeenkomsten met die bij de jongere interglacialen. Dit is gezien als een van de kenmerken die het Bavelien als overgangsstadium van Vroeg- naar Midden-Pleistoceen typeert, echter successie blijkt ook in veel oudere interglacialen op te treden. Kruiden domineerden de vegetatie van het Dorstglaciaal aan het eind van het Bavelien.

Super-etage Etage Tijd geleden (Ma)
Bavelien Dorst Glaciaal - 0,85
Leerdam Interglaciaal
Linge Glaciaal
Bavel Interglaciaal 1,03 - 0,96
Tabel 2 - Etages binnen het Bavelien

Voor de zoogdieren leek het Bavelien een belangrijk keerpunt in de Kwartaire geschiedenis. Kleine zoogdieren migreerden uit Eurazië en verspreidden zich over West-Europa. Fossiele resten in een kleigroeve bij Dorst lijken erop te wijzen dat de intrede van de steppenmammoet (Mammuthus trogontherii) in de Lage Landen al tijdens het Bavelien plaatsvond. Over de paleogeografie tijdens het Bavelien is nog weinig bekend. In Zuid-Limburg vormde de Maas drie nieuwe terrassen. De Rijnbedding schoof terug naar het westen en de rivier stroomde daardoor weer door de Roerdalslenk en iets westelijk daarvan.

Zie ook

bewerken

Voor iets meer uitleg over de gebruikte stratigrafische tabellen: zie Kwartair.

bewerken
  1. Cohen et al. (2013)