Waddenknoopjeskorst

soort uit het geslacht Bacidia
(Doorverwezen vanaf Bacidia scopulicola)

De waddenknoopjeskorst (Bacidia scopulicola) is een korstmos uit de familie Ramalinaceae. Het korstmos werd door William Nylander in 1874 voor het eerst in een wetenschappelijk werk beschreven. Annie Lorrain Smith plaatste het in 1911 in het geslacht Bacidia en beschreef de soort toen voor het eerst onder zijn huidige wetenschappelijke naam.

Waddenknoopjeskorst
Waddenknoopjeskorst
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Ascomyceten
Onderstam:Pezizomycotina
Klasse:Lecanoromycetes
Onderklasse:Lecanoromycetidae
Orde:Lecanorales
Familie:Ramalinaceae
Geslacht:Bacidia
Soort
Bacidia scopulicola
(Nyl.) A.L.Sm. (1911)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Waddenknoopjeskorst op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

Kenmerken bewerken

De waddenknoopjeskorst is een korstmos dat uitsluitend op zilte grond groeit, in de zogeheten zwarte zone waar de grond dagelijks onder water komt te staan. Het korstmos groeit dan ook op de bodem van rotsachtige kustgebieden, bijvoorbeeld onderaan zeedijken of havendammen.[1] De soort groeit het meest op kiezelhoudende rotsen en zelden op aarde. De waddenknoopjeskorst geeft met name de voorkeur aan spleten en kieren. Het is verder de enige maritieme Bacidia-soort met naaldvormige sporen.[2]

De waddenknoopjeskorst beschikt over een glanzend en dik thallus (0,5-1 mm), dat groenachtig tot bruinachtig van kleur is. Dit thallus bestaat bijna volledig uit onregelmatige, ronde, afgeplatte korrels. De soort vormt een tweelingsoort met B. sipmanii, die overigens niet in Nederland voorkomt. B. sipmanii verschilt van de waddenknoopjeskorst door zijn dunne en gespleten thallus, in tegenstelling tot het thallus van de waddenknoopjeskorst, dat dik en met isidiën bedekt is. De apothecia en pycnidia van de soorten lijken wel op elkaar. B. sipmanii is in vergelijking echter erg vruchtbaar, terwijl in de waddenknoopjeskorst de apothecia kleiner en minder overvloedig zijn.[2]

Verspreiding bewerken

De waddenknoopjeskorst is met name te vinden in Europa, en dan vooral op de Britse Eilanden, in Scandinavië en langs de Baltische kust. Er zijn ook meldingen gemaakt van de soort aan de westkust van Noord-Amerika, in Tasmanië en Victoria (Australië), in Macaronesië, op de Kerguelen en op het eiland Gough.[3][4][5] In de laatstgenoemde gevallen zou er echter ook sprake kunnen zijn van verwarring met een andere soort, zoals B. sipmanii.[2] Voorheen kon het korstmos ook gevonden worden in Nederland.

Nederland bewerken

B. scopulicola werd voor het eerst in Nederland waargenomen in 1977.[6] Toen werd reeds vastgesteld dat de soort maar zeer zelden voorkwam (minder dan zeventien uurhokken in Nederland).[1] Het korstmos kwam onder andere voor in de duinen van Texel, op het duinzand aan de noordzijde van lage duintjes, en op Terschelling. In 1988 bevond de grootste vindplaats van Nederland zich in een floristisch rijk geaccidenteerd duingebied bij de Texelse Horsmeertjes. In 1999, elf jaar later, werd echter vastgesteld dat de soort hier vrijwel verdwenen was. In vergelijking met de situatie in 1988 waren de soortensamenstellingen van de vindplaatsen in 1999 vrijwel hetzelfde gebleven, maar de waddenknoopjeskorst was desondanks drastisch afgenomen en vrijwel verdwenen; de soort was toen alleen nog steriel aanwezig.[7] Een jaar later was de soort ook definitief verdwenen van Terschelling.[6] Waar de waddenknoopjeskorst op de Nederlandse Rode Lijst voor korstmossen van 1998 nog als 'gevoelig' genoteerd stond, staat de soort op de Rode Lijst van 2015 officieel genoteerd als 'verdwenen uit Nederland'.[8][9]