Anus (anatomie)
In de anatomie is de anus (Lat. "ring") ook wel aars, de uitmonding van de endeldarm en daarmee het uiteinde van het spijsverteringskanaal van een dier. De functie van de anus is de gecontroleerde uitdrijving van uitwerpselen: voedingsmateriaal die het dier niet kan verteren en waaruit voedingsstoffen zijn onttrokken (zoals cellulose), maar ook dode of overtollige darmbacteriën en andere endosymbionten, verlaten het lichaam via de anus.[1]
Anus | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
De vorming van anus in de embryonale ontwikkeling van protostomen en deuterostomen
| ||||
Gegevens | ||||
Systeem | Spijsverteringsstelsel | |||
Embryologie | Proctodeum | |||
Naslagwerken | ||||
TA | A05.7.05.013 | |||
|
Bij amfibieën, reptielen en vogels wordt de opening die dient voor de uitscheiding van afvalstoffen ook gebruikt voor genitale afscheidingen, zoals eieren. Deze opening wordt de cloaca genoemd. Ook monotremen (primitieve zoogdieren) hebben een cloaca. Placentadieren hebben volledig gescheiden openingen en kanalen voor ontlasting, urine en voortplanting.
De vorming van de anus en de mondopening is een cruciale stap in de embryonale ontwikkeling. De anus ontwikkelt zich bij twee grote groepen in het dierenrijk, de protostomen en deuterostomen, op verschillende manieren. Het wordt beschouwd als een van de belangrijke evolutionaire ontwikkelingen in het dierenrijk, samen met het bilaterale lichaamsplan, het coeloom en metamerisme.[2]
Ontwikkeling
Bij de meeste dieren ontstaat aan het begin van de embryonale ontwikkeling aan één kant een instulping, de blastoporus, die zich verdiept tot het archenteron, een rudimentaire holte die zich ontwikkelt tot het darmkanaal. In Deuterostomia vormt zich uit de oorspronkelijke instulping de anus; het archenteron tunnelt door en vormt later een tweede opening, de mond. Bij Protostomia wordt juist de mond als eerst gevormd, de anus ontstaat later als tweede opening. Onderzoek naar de protostome ontwikkeling wijst uit dat de randen van de instulping over het midden sluiten, waardoor er twee openingen overblijven die de mond en anus worden.[3]
Bij de mens
1. slokdarm, 2. maag, 3. dunne darm, 4. appendix, 5. blindedarm, 6. karteldarm, 7. endeldarm, 8. anus
De anus bij de mens bestaat uit twee tussen de massief-vlezige billen ingebedde sluitspieren (sfincters), namelijk de uitwendige dwarsgestreepte sluitspier, de musculus sphincter ani externus, die willekeurig kan worden bediend tot afsluiting van het rectum (monding van de endeldarm), en de inwendige sluitspier, de musculus sphincter ani internus, die uit glad spierweefsel bestaat en onwillekeurig is. Verder is de anus goed doorbloed en lopen er grote aders doorheen.
Onverteerbare resten van de voeding, door de lever uitgescheiden galkleurstoffen, afgestoten slijmvliescellen en bacteriën die in darmen zijn gegroeid, worden door de anus als ontlasting uit het lichaam verwijderd.
De huid van en rond de anus is, net als de lippen, dichtbezet met gevoelszenuwen. De anus wordt tot de erogene zones gerekend. Aanraking kan tot seksuele opwinding aanleiding geven en er zijn dan ook verschillende vormen van anale seks.
Rond de anus groeit vaak schaamhaar, vooral bij volwassen mannen. Soms wordt dat afgeschoren, om praktische (hygiënische, chirurgische ...), esthetische of erotische redenen.
Aandoeningen van de anus
Veel voorkomende anale aandoeningen zijn onder andere aambeien, fissuren, fistels, eczeem en schimmelinfecties van de perianale huid. Anusatresie is een aangeboren aandoening waarbij de anus ontbreekt of sterk afwijkend is aangelegd.
Afbeeldingen
De anus van een Maleise vliegende kat
Een anus (met gesloten sluitspier) van een mens
De (zeer kleine) anus van een teek
Een anus (met gesloten sfincter) van een konijn
Zie ook
Bronnen
|