Grasleemhoed

soort uit het geslacht Agrocybe
(Doorverwezen vanaf Agrocybe pediades)

De grasleemhoed (Agrocybe pediades) is een schimmel behorend tot de familie Strophariaceae. Het zijn kleine, bleekbruine paddenstoeltjes die vanaf de lengte tot in de nazomer kunnen opduiken in schrale wegbermen, onbemeste gazons, parken en plantsoenen, op open plekken in bossen, in duinvalleien tussen gras en mos en soms zelfs in de zeereep. De schimmel kan in het gras als heksenkring groeien.

Grasleemhoed
Grasleemhoed
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota (Steeltjeszwam)
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Agaricomycetidae
Orde:Agaricales (Plaatjeszwam)
Familie:Strophariaceae
Geslacht:Agrocybe
Soort
Agrocybe pediades
(1899)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

Kenmerken bewerken

Uiterlijke kenmerken bewerken

Hoed

De hoed is 1 tot 4 cm in diameter]. Bij jonge vruchtlichamen is de vorm halfrond. Later wordt deze convex en bij oudere vruchtlichamen bijna vlak. De hoedhuid is bij jonge exemplaren plakkerig en donkerbruin. Het vervaagt naar okergeel als het droog is. Af en toe vertonen jongere paddenstoelen vluchtige resten van velum op de rand van de hoed.

Lamellen

De lamellen zijn breed op de steel gegroeid, slechts licht afgerond en vrij smal. Als ze jong zijn, zijn ze bleek oker, uiteindelijk hebben ze een donkerbruine kleur met witachtige randen.

Steel

De steel is 3 tot 6 cm lang en 1-2 mm dik, vezelig en ruw, hol van ouderdom en heeft vaak een kleine knolvormige basis met myceliumstrengen tot 3 cm lang. Het okerkleurige oppervlak is fijn gesponnen tot duidelijk ruw van structuur.

Geur

Het vlees ruikt naar meel of komkommer.

Microscopische kenmerken bewerken

De sporen zijn elliptisch, meestal vrij brede tot ovale, aan de zijkanten iets afgeplat, dikwandig en meten 10,5-16 (-20) × 7-11 (-15) µm breed. De lamellaire randen zijn dicht bedekt met 20-45 (54) µm lange cheilocystidia. Ze zien er flesvormig uit. Daarentegen zijn er geen of alleen geïsoleerde cystidia op het lamellaire oppervlak. Deze zijn knotsvormig, met puntige of licht uitgezette uiteinden en meten 30–70 × 8–15 µm.

Verspreiding bewerken

De grasleemhoed is wijdverbreid in Europa (van Scandinavië tot Italië) en in Noord-Amerika (bv. Californië, Ontario, Quebec). Hij is ook bekend uit Australië, Nieuw-Zeeland en Azië. In Nederland komt hij zeer algemeen voor. Hij staat niet op de rode lijst en is niet bedreigd. In Nederland groeit hij vaak samen met het duizendblad (Achillea millefolium), vroege haver (Aira praecox) en het gewoon struisgras (Agrostis capillaris).

Taxonomie bewerken

Het werd voor het eerst beschreven als Agaricus pediades door de Zweedse mycoloog Elias Magnus Fries in 1821. In 1889 plaatste Victor Fayod het in huidige geslacht Agrocybe.

Foto's bewerken