Zilverbandbeukenmineermot
De zilverbandbeukenmineermot (Stigmella hemargyrella) is een vlinder uit de familie dwergmineermotten (Nepticulidae).
Zilverbandbeukenmineermot | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Stigmella hemargyrella (Kollar, 1832) | |||||||||||||
Mijn van een zilverbandbeukenmineermot | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
|
Taxonomie bewerken
De wetenschappelijke naam is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1832 door Kollar.
Kenmerken bewerken
De motten (imago) vliegen bivoltien van april tot mei en weer van juli tot augustus en kunnen rustend op stammen worden aangetroffen. De spanwijdte is 5-6 mm. De kop is licht okergeel-geelachtig. Antenne oogkappen witachtig. Voorvleugels diep glanzend bronskleurig; een goudkleurige zilver-metallic nauwelijks schuine fascia op 2/3; apicaal gebied voorbij deze donkerpaarse fuscous; cilia ronde top voorbij een zwartachtige middenlijn wit. Achtervleugels tamelijk donkergrijs.
Het ei kan aan weerszijden van het blad worden gelegd en de bleek geelwitte larve voedt zich, binnen een mijn op Fagus sylvatica en Fagus sylvatica orientalis. De mijn is een bochtige gang en in de beginfase relatief smal met een centrale lijn van donkere frass. Naarmate de larve groeit, wordt de mijn wijder en in het middengedeelte ligt de frass in een reeks bogen of kronkels. De mijn kan de nerf doorkruisen (vergelijk Stigmella tityrella die zelden de nerf doorkruist) en in de laatste stadia van de mijn is de frass meer onregelmatig en geconcentreerd in het midden van de gang.
Verspreiding bewerken
De soort komt voor in Europa.
Bronnen, noten en/of referenties |