Wikipedia:Schrijfcursus/Opmaak

Voorpagina   Bronnen   Structuur   Titel en inleiding   Inhoud en stijl   Opmaak   Samenwerken    

Opmaak gaat over hoe verschillende elementen in een artikel, zoals afbeeldingen, een inhoudsopgave, lijsten met verwijzingen en de hoofdtekst gerangschikt zijn. De basisprincipes werden al uitgelegd in de eerste snelcursus (zie hier). Voor de opmaak van artikelen geldt eigenlijk hetzelfde als voor de stijl: veel hangt af van de persoonlijke smaak en keuzes van de schrijver, maar voor het gemak van de lezer dient de opmaak wel zo consequent mogelijk zijn.

De infobox

Over het gebruik van het sjabloon infobox werd in de eerste snelcursus al kort ingegaan (hier). De infobox heeft echter veel varianten, zo is er een infobox voor plantensoorten, artiesten, leden van het koningshuis, scheikundige stoffen, enzovoorts. Gebruik per artikel maar één infobox. Probeer als je de infobox gebruikt, een versie te gebruiken die zo goed mogelijk recht doet aan het onderwerp van het artikel.

Probeer de infobox zo beknopt mogelijk te houden als je hem gebruikt, zodat hij niet onnodig ruimte inneemt die beter voor andere elementen gebruikt kan worden.

Illustreren

Een tekst zal meer tot de verbeelding van haar lezers spreken, als ze rijk geïllustreerd is. Dit kan door elementen toe te voegen die niet tot de hoofdtekst behoren, zoals afbeeldingen, tabellen en lijsten. Voor je kiest hoe je je artikel illustreert, kun je het beste even stilstaan bij de volgende principes:

  • Een afbeelding of tabel dient iets toe te voegen aan de tekst. Vermijd daarom de situatie dat twee afbeeldingen hetzelfde laten zien. Wikipedia is geen foto-album maar een encyclopedie! Vermijd afbeeldingen die niets te maken hebben met het onderwerp van de tekst. Vermijd zelfs afbeeldingen onder een kopje, die niets te maken hebben met het deelonderwerp dat in het kopje besproken wordt.
  • De lezer moet bovendien snel het doel van een afbeelding of tabel kunnen zien. Voeg daarom altijd een onderschrift toe (hier werd uitgelegd hoe). Een onderschrift kan het beste zo kort mogelijk zijn, maar bevat wel minimaal de volgende twee zaken:
    • Een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de afbeelding of tabel;
    • Als dit nog niet uit de omschrijving blijkt, een korte uitleg waarom de afbeelding of tabel relevant is voor de hoofdtekst.

Kantlijnen

Een lange tekst kan veel afbeeldingen en andere elementen die niet tot de hoofdtekst behoren bevatten. In een goed opgemaakt artikel staan deze elementen zo geplaatst, dat ze op de lezer een rustige indruk maken. Dat kan door niet teveel denkbeeldige kantlijnen te gebruiken.

  • Het is niet verkeerd de kantlijn waarin de afbeeldingen staan af te wisselen (na een afbeelding links, een afbeelding rechts). Maar als je dit doet, zorg er dan voor dat links geplaatste afbeeldingen niet in conflict kunnen komen met de kopjes of inhoudsopgave bovenaan het artikel. Wissel niet te veel af, maar slechts met mate. Een telkens anders inspringende tekst maakt op de lezer een zenuwachtige indruk.
  • Ook teveel variatie in de grootte van de afbeeldingen kan onrustig overkomen. Probeer afbeeldingen een grootte te geven, waarbij alle afbeeldingen een ongeveer even groot oppervlak hebben. Een staande afbeelding zou dus een kleinere pixelgrootte horen te hebben dan een liggende afbeelding.
  • Maar als het enigszins mogelijk is, probeer dan afbeeldingen juist wel dezelfde pixelgrootte te geven, zodat de buitenkant van de afbeeldingen dezelfde lijn in het artikel aanhoudt. Dit komt rustiger over. Probeer een goede balans te vinden tussen dit punt en het vorige.

Opmaak van lijsten

Een langer artikel eindigt meestal met langere lijsten bronnen en verwijzingen. Deze kunnen extra onderscheiden worden van de hoofdtekst door ze in een kader te plaatsen. Eén van de mogelijkheden is het appendixsjabloon. Dit maakt de lettergrootte kleiner en plaatst de tekst in een grijs kader. Hoe het gebruikt kan worden staat op de pagina van het sjabloon zelf uitgelegd.

Hierna nog iets over samenwerken aan artikelen