Wikipedia:Humor en onzin/Student

Inmiddels is dit artikel ook hier te vinden op de Onziclopedie


Student
IUCN-status: Niet bedreigd
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Primates (Primaten)
Familie:Hominidae (Grote mensapen
en mensachtigen)
Geslacht:Homo
Soort
Homo studiosus
Steinbach, 2005
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

De student is een middelgrote aap uit de familie Hominidae, grote mensapen. In het bijzonder is de student verwant aan de grote chimpansee, de bonobo en de mens, met wie hij zijn geslachtsnaam Homo deelt. Wetenschappers hielden tot voor kort, volkomen tegen de algemene indruk in, vol dat de student een ondersoort van de mens is of zelfs een genetisch niet noemenswaardig verschillende uiterlijke variant daarvan. In 2005 echter publiceerde de bioloog W. Steinbach, werkzaam aan de Universiteit Utrecht, een studie waaruit ondubbelzinnig bleek dat de student wel degelijk een aparte diersoort is.

Leefwijze bewerken

De student heeft vaak een significant andere biotoop dan de mens, hoewel hij goed gebruik gemaakt heeft van de opkomst van die laatste soort door zijn steden mede te gaan bewonen. Studenten maken gebruik van kolonies, die verschillend van streek tot streek campus, flat, kot of gewoon studentenhuis genoemd worden. De laatste benaming is echter zeer omstreden: de meeste geleerden zijn het erover eens dat er in een huis gekookt, gewassen en schoongemaakt wordt, terwijl dit in de woonplaatsen van de student zelden of nooit gebeurt. Bovendien wordt er onevenredig vaak gefeest.

Overdag trekken studenten soms naar gebouwen die zelfs nog meer op hen zijn afgestemd. Veel mensen noemen dit collegezalen; vermoedelijk gaat het hier om gebouwen die vanwege hun slechte kwaliteit door mensen verlaten of geweigerd zijn. Hoewel het binnen de gemeenschap van een student als een dagtaak beschouwd wordt in een collegezaal te gaan zitten, wordt de enige noemenswaardige arbeid daar verricht door de zogenaamde professor, eveneens een hoog ontwikkelde primaat die volgens sommigen bijzonder nauw aan de student verwant is.

Studenten houden zich gewoonlijk in de vroege avond bezig met het verzamelen van voedsel, dat zij in tegenstelling tot de mens niet zelf klaarmaken maar opeten zoals zij het hebben aangetroffen. Belangrijker dan het eten is echter het drinken: daarvoor gaat de student later op de avond uit zijn woonplaats weg naar het meest cruciale deel van zijn natuurlijke biotoop: het café of de sociëteit. In tegenstelling tot studentenhuizen en collegezalen zijn cafés gewoonlijk goed geschikt voor hun doel in het leven van de student. Voor de sociëteit geldt dit zelfs nog meer: jarenlang onderzoek bij een studentensociëteit bewees dat er slechts zeer zelden een mens binnenkomt. De student komt er zoals gezegd om te drinken; aangezien hij dit op grote schaal doet en hij zeer lang, soms tot ongeveer zonsopgang, in deze gelegenheden verblijft, vermoeden wetenschappers dat het drinken voor de stofwisseling van de student aanzienlijk belangrijker is dan het eten. Ook nemen sommigen aan dat studenten zich in deze gelegenheden voortplanten; in elk geval kan men er frequent paringsdansen tussen mannetjes- en wijfjesstudenten waarnemen. Gezien het tijdsstip waarop dit alles gebeurt en de mate waarin hij juist dan floreert wordt aangenomen dat de student een nachtdier is.

Ondersoorten bewerken

 
H. studiosus pseudocorporalis op weg naar een gala

De student bestaat uit een paar ondersoorten; wetenschappers onderscheiden er voorlopig maar enkele:

  • De corpsstudent (Homo studiosus corporalis), ook wel bal, kakker of nog anders genoemd, leeft in aaneengesloten populaties en kent een strenge rangorde. Alfa's hebben een zeer hoge status, andere studenten moeten voor ze buigen. Gewoonlijk leven de mannetjes en de wijfjes gescheiden en in grote groepen; komt het echter tot een ontmoeting dan leidt dit vrijwel onvermijdelijk tot geslachtsgemeenschap;
  • De valse corpsstudent, bekend onder zeer veel verschillende namen (in de studie van Steinbach beschreven als Unitariër en Veritijn) (Homo studiosus pseudocorporalis), ziet er in grote lijnen hetzelfde uit en gedraagt zich ook overeenkomstig. Belangrijk verschil is dat de mannetjes en wijfjes niet solitair leven, maar vooral dat ze doorgaans elk contact met de corpsstudent weigeren; ook v.v. is dit het geval.
  • De alternatieve student (Homo studiosus contraculturalis), ook wel vieze hippie genoemd, heeft een zeer van de vorige twee soorten verschillend uiterlijk en leeft meestal strikt gemengd. Voor zover er al alfamannetjes of -vrouwtjes zijn missen die bijna iedere vorm van gezag; hun leiderschap moeten zij keer op keer bewijzen. Zelf beschouwen zij zich graag als niet één, maar meerdere verschillende ondersoorten, omdat hun uiterlijk niet altijd gelijk is; vooralsnog lijkt studie uit te wijzen dat de overeenkomsten belangrijker zijn dan de verschillen.
  • De christelijke student (Homo studiosus christianus) onderscheidt zich in de eerste plaats door het hebben van een vierde element in zijn biotoop, de zogenaamde kerk; vaak een studentenkerk genoemd. Tot voor enkele decennia had deze ondersoort veel vertegenwoordigers; in de laatste jaren echter raakt hij bedreigd. Sommigen vermoeden dat hij bedreigd wordt in zijn voortbestaan doordat leden van andere soorten sterk op hem neerkijken.
  • De huiselijke student, ook wel knor, (Homo studiosus non-migrans) onderscheidt zich van de vorige types doordat hij nooit sociëteiten en zelden cafés bezoekt. De nacht brengt hij op zijn dagelijkse verblijfplaats door. Hij is als enige geen nachtdier, en ook zijn gedrag in zijn woonverblijf wijkt in menselijke zin af van de voorgaande ondersoorten. Sommigen vermoeden dan ook dat het hier gaat om een kruising tussen studenten en mensen. Anderen menen dat het echte studenten zijn, die door langdurig verblijf tussen en voortdurende omgang met mensen hun gedrag grotendeels hebben overgenomen.
  • De technische student, ook wel nerd, (Homo studiosus technicus) is sterk verwant met de huiselijke student, hoewel hij zich wel groepeert met andere technische studenten. Het bestaan van de technicus is een onopgelost raadsel, want het is deze ondersoort onmogelijk zich voort te planten. De technicus heeft een voorliefde voor kennis (vooral nutteloze) en voor machinerie, zowel mechanisch, elektrisch als elektronisch. Velen van deze ondersoort hebben nooit contact met anderen anders dan via electronische communicatie. De technische student (waarvan een ongewoon grote meerderheid mannelijk is) is zeer onaantrekkelijk voor studenten van het vrouwelijke geslacht, maar zeer geliefd bij de eerder genoemde professoren. Gek genoeg verschilt zijn rol per locatie: Binnen de collegezalen neemt de technische student de alfa-positie in, terwijl hij daarbuiten juist de laagste rang heeft.
  • De party student (Homo studiosus nocturnalis), bestaande uit een groot aantal diverse individuen, is een qua uiterlijk moeilijk te classificeren maar toch ecologisch gezien zeer overeenkomstige groep. Dit nachtdier is net als de corpsstudent bovengemiddeld actief in onproductieve geslachtsgemeenschap en kenmerkt zich door mateloze alcoholconsumptie. Waar hij na zonsondergang de meest dominante soort is, is hij in de collegezalen juist voornamelijk afwezig. Hij onderscheidt zich van de meer georganiseerde ondersoorten door een afkeer jegens autoriteit en een grotere diversiteit aan nachtelijke fourageerplaatsen.

Tussen de bovenstaande vormen bestaat een groot aantal kruisingen; of er überhaupt nog wel raszuivere studenten bestaan is de vraag, uitgezonderd bij de zeer afgezonderd levende corporale student; bij deze ondersoort is inteelt dan ook een onuitroeibaar probleem.