Wereldkampioenschappen kunstschaatsen 1947

kunstschaatswedstrijd

De Wereldkampioenschappen kunstschaatsen 1947 werden gevormd door drie toernooien die door de Internationale Schaatsunie werden georganiseerd.

Na zeven jaar onderbreking van de kampioenschappen vanwege de Tweede Wereldoorlog organiseerde de ISU het eerste naoorlogse WK kunstschaatsen. Vanaf dit jaar zouden de kampioenschappen bij de mannen, vrouwen en paren altijd tegelijkertijd één stad worden gehouden.

Voor de mannen was het de 38e editie, voor de vrouwen de 28e editie en voor de paren de 26e editie. De kampioenschappen vonden plaats van 13 tot en met 17 februari in Stockholm, Zweden. Stockholm was de eerste stad die voor de elfde maal als gaststad optrad, voor Zweden gold dit als gastland. De mannen streden voor de zevende keer om de wereldtitel in Stockholm, de vrouwen voor de zesde keer en de paren voor de vierde keer.

Deelname

bewerken

Er namen deelnemers uit twaalf landen deel aan deze kampioenschappen. Zij vulden 35 startplaatsen in. Voor het eerst nam er een vertegenwoordiger van het Zuidelijk halfrond deel, uit Australië nam Patricia Molony deel in het vrouwentoernooi. Australië was het 21e land waarvan ten minste een deelnemer aan een van de WK kampioenschappen deelnam.

Deelnemers uit Duitsland, Japan en Oostenrijk waren uitgesloten van deelname aan deze kampioenschappen.

Drie deelnemers hadden ook al voor de oorlog aan de wereldkampioenschappen deelgenomen. Bij de mannen was dit de Deen Per Cock-Clausen, bij de vrouwen de Britse Daphne Walker en de Zweedse Britta Rahlen.

Voor België kwam er, in navolging van Robert Van Zeebroeck, Yvonne De Ligne-Geurts en Freddy Mésot bij het solo schaatsen, voor het eerst deelnemers bij het paarrijden uit. Het paar Micheline Lannoy / Pierre Baugniet werden wereldkampioen en het paar Suzanne Diskeuve / Edmond Verbustel eindigden op de derde plaats.

(Tussen haakjes het totaal aantal startplaatsen in de drie toernooien.)
  Verenigde Staten (6)
  Verenigd Koninkrijk (6)
  Finland (4)
  Noorwegen (4)
  Tsjecho-Slowakije (4)
  Zweden (3)
  België (2)
  Frankrijk (2)
  Australië (1)
  Denemarken (1)
  Canada (1)
  Zwitserland (1)

Medailleverdeling

bewerken

Bij de mannen werd Hans Gerschwiler de twaalfde wereldkampioen. Hij was de eerste Zwitser die de wereldtitel behaalde. Het was de tweede WK medaille voor Zwitserland bij de mannen, in 1930 won Georg Gautschi de bronzen medaille. Richard Button en Arthur Apfel wonnen respectievelijk zilver en brons.

Bij de vrouwen werd Barbara Ann Scott de achtste wereldkampioene. Zij was de eerste Canadese die de wereldtitel behaalde. Het was de derde Canadese WK medaille bij de vrouwen, in 1930 won Cecil Smith zilver en in 1932 Constance Wilson-Samuel brons. Daphne Walker veroverde haar tweede medaille, in 1939 werd ze derde. Gretchen Merrill won de bronzen medaille.

Bij de paren veroverden Lannoy / Baugniet als elfde paar de wereldtitel. Het was de eerste wereldtitel voor België in het kunstschaatsen. Broer en zus Kennedy behaalden de zilveren medaille, het paar Diskeuve / Verbustel de bronzen medaille.

Discipline      
Mannen   Hans Gerschwiler   Richard Button   Arthur Apfel
Vrouwen   Barbara Ann Scott   Daphne Walker   Gretchen Merrill
Paren   Micheline Lannoy / Pierre Baugniet   Karol Kennedy / Peter Kennedy   Suzanne Diskeuve / Edmond Verbustel

Uitslagen

bewerken

Er deden vijf mannen uit vijf landen mee.

# naam (deelname) land pc
  Hans Gerschwiler   7
  Richard Button   8
  Arthur Apfel   16
4 Vladislav Čáp   20
5 Per Cock-Clausen (3)   24

Vrouwen

bewerken

Een recordaantal van negentien deelneemsters, uit acht landen, nam deel aan dit kampioenschap. Naast haar solo optreden nam Britta Rahlen ook deel bij de paren. Voor tien deelneemster was het hun enige WK deelname.

# naam (deelname) land pc
  Barbara Ann Scott   10
  Daphne Walker (3)   22
  Gretchen Merrill   32
4 Eileen Sleigh   50
5 Jeannette Altwegg   53
6 Janette Ahrens   58
7 Alena Vrzáňová   61
8 Bridget Shirley Adams   71
9 Britta Rahlen   72
10 Jiřína Nekolová   80
11 Jill Linzee   88
12 Patricia Molony   109
13 Gun Ericson   116
14 Liv Borg   124
15 Ingeborg Nilsson   138
16 Leena Pietilä   143
17 Kirsti Linna   159
18 Liisa Helanterä   160
19 Harriet Pantanenius   164

Elf paren uit zeven landen namen dit jaar deel aan het WK. Voor zes paren was het hun enige deelname aan het WK.

# naam (deelname) land pc
  Micheline Lannoy
Pierre Baugniet
  16
  Karol Kennedy
Peter Kennedy
  19.5
  Suzanne Diskeuve
Edmond Verbustel
  25.5
4 Winifred Silverthorne
Dennis Silverthorne
  25.5
5 Britta Rahlen (3)
Bo Mothander
  38
6 Doris Noffke
Walter Noffke
  43.5
7 Denise Fayolle
Guy Pigier
  48
8 Bela Zachová
Jaroslav Zach
  52
9 Margot Walle
Allan Fjeldheim
  58
10 Denise Favart
Jacques Favart
  59.5
11 Marit Henie
Erling Bjerkhoel
  76.5