Walther Oberhaidacher

politicus uit Oostenrijk (1896-1945)

Walther Filipp Anton Oberhaidacher (Bozen, 22 september 1896 - Dresden (onzeker), 30 april 1945) was een nationaalsocialistische gouwleider tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij was ook parlementslid voor de NSDAP in de Rijksdag.

Walther Oberhaidacher
Geboren 22 september 1896
Bozen, Zuid-Tirol, Koninkrijk Italië
Overleden 30 april 1945
Dresden (onzeker), Saksen, nazi-Duitsland
Kieskring 30[1][2]
Regio Chemnitz-Zwickau/Saksen
Land Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Politieke partij NSDAP
Partner Thea Polednak
Religie Katholiek[3]; kerkuittreding 18 november 1941[2], verklaarde zich later Gottgläubig[4]
Gouwleider van de Rijksgouw Stiermarken
Aangetreden 25[5][6]/28 november 1928[7][3]
Einde termijn 4 augustus 1934[7][6]
President Adolf Hitler
Voorganger Ferdinand Krügler[6]
Opvolger Sepp Helfrich
Luftschutzleider des Luftschutzortes Bochum
Aangetreden 17 augustus 1938[7][6]
Einde termijn 22 maart 1944[7][6]
Hoofdcommissaris van politie in Bochum
Aangetreden 19 september 1939[7][8][2][4] -
8 augustus 1938[9]
Einde termijn 22 maart 1944[7][9][8][4]
Voorganger Fritz Schlessmann[9]
Opvolger Georg Asmus[9]
Hoofdcommissaris van politie in Dresden[10]
Aangetreden 19 november 1944[7][4]
Einde termijn 25 januari 1945[7]
Opvolger Johannes Tiele[4]
Parlementslid in de Rijksdag
Aangetreden 29 maart 1936[7][6]
Einde termijn 30 april 1945[7][6]
Befehlshaber der Ordnungspolizei in Wehrkreis IV
Aangetreden 1 februari 1945[7][8][4]
Einde termijn 30 april 1945[7][4]
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Leven bewerken

Op 22 september 1896 werd Walther Oberhaidacher geboren in Bozen. Hij was de zoon van een verkoper. Oberhaidacher ging naar de Volksschule en de Oberrealschule in Bozen. In 1915 haalde hij zijn abitur.

Eerste Wereldoorlog bewerken

Op 15 april 1915 trad Oberhaidacher als Einjährig-Freiwilliger in dienst van het Deutsches Heer. Hij werd geplaatst bij het 2. Regiment der Tiroler Kaiserjäger. Vanaf april 1915 werd Oberhaidacher ingezet aan het Italiaans front (Isonzofront)[3][11] (27 maanden aan het front[8]). Op 14 september 1915 raakt hij gewond. Na zijn genezing, werd hij overgeplaatst naar het 4. Tiroler Kaiserjäger-Regiment. Later werd deze eenheid hernoemd in het k.u.k. Infanterie-Regiment „Potiorek“ Nr. 102.

Op 1 juli 1916 werd hij bevorderd tot Fähnrich der Reserve (vaandrig in de militaire reserve). Hierna volgde zijn overplaatsing naar het IR „Ernst Ludwig Großherzog von Hessen und bei Rhein“ Nr. 14. En op 1 januari 1917 volgde zijn bevordering tot Leutnant der Reserve (tweede luitenant in de militaire reserve). In november 1918 verliet hij het Deutsches Heer.

Interbellum bewerken

Na de Eerste Wereldoorlog ging Oberhaidacher machinebouw studeren aan de Technische universiteit in Graz[11][3]. Hij maakte deze studie niet af. In het burgerleven werkte Oberhaidacher als fabriekstechnicus, en was vanaf 1926 tot 1933 technisch manager in een beddenveren fabriek.

Op 1 april 1924 werd Oberhaidacher lid van de Deutsche Nationalsozialistische Arbeiterpartei in Oostenrijk. Hij werkte als Schriftführer van de Ortsgruppe Graz, en daarna als Zahlmeister (betaalmeester). Op 8 augustus 1927 trouwde Oberhaidacher met Thea Polednak[5]. Het echtpaar kreeg twee dochters en een zoon. Na de heroprichting van de NSDAP, werd hij op 10 september 1928 opnieuw weer lid.

Vanaf januari tot april 1928 werkte Oberhaidacher als Gaupropagandaleiter (vrije vertaling: gouwpropagandaleider), en begin mei 1928 als plaatsvervangend gouwleider voor de Rijksgouw Stiermarken. Op 25 november 1928 werd hij benoemd tot gouwleider van de Rijksgouw Stiermarken. Hij publiceerde het gouwtijdschrift[11] Der Kampf[8].

Vanaf 1919 tot juni 1933 was Oberhaidacher gemeenteraadslid in Graz[3][8]. In 1933/34 was hij de onderhandelaar van de NSDAP in onderhandelingen met leiders van de Heimatschutzverband Steiermark, met als doel de Heimatschutzverband Steiermark in de NSDAP te integreren.

Na twee arrestaties, vluchtte Oberhaidacher eind juni 1933 naar München. In juli 1934 kreeg hij verlof als gouwleider[8].

Vanaf 29 maart 1936 tot zijn dood, was Oberhaidacher parlementslid in de Rijksdag voor de kieskring Chemnitz. Midden januari 1938 werd hij ingewerkt bij de politieadministratie in Düsseldorf. Op 30 januari 1938 werd Oberhaidacher lid van de SS. Hij werd ingeschaald als een SS-Oberführer. Vanaf 1 februari 1938 werd hij geplaatst in de Persönlicher Stab Reichsführer-SS.

Tweede Wereldoorlog bewerken

Oberhaidacher was vanaf 17 augustus 1938 tot 22 maart 1944 örtlicher Luftschutzleider des Luftschutzortes Bochum (vrije vertaling: plaatselijk luchtbeschermingsleider van de luchtbeschermingsplaats Bochum)[7]. Hij werd op 9 november 1938 bevorderd tot SS-Brigadeführer. Op 19 september 1939 werd Oberhaidacher benoemd tot hoofdcommissaris van politie in Bochum. Hij was vanaf 5 januari 1939[2] vrijwillig rechter in de 2e senaat van het Volksgerichtshof (voor de duur van vijf jaar)[8].

Vanaf 27 maart 1944 was Oberhaidacher mit der Wahrnehmung der Geschäfte beauftragt (m. d. W. d. G. b.) (vrije vertaling: met de waarneming van functie belast) als hoofdcommissaris van politie in Dresden. Hij werd vanaf 19 november 1944 permanent benoemd tot hoofdcommissaris, deze functie vervulde hij tot 25 januari 1945. Bovendien was hij vanaf oktober 1944 aanvankelijk waarnemend, en vanaf begin februari 1945 definitief Befehlshaber der Ordnungspolizei (BdO) bij de Höherer SS- und Polizeiführer Elbe in Dresden (Wehrkreis IV). Vanaf 1944 was Oberhaidacher bevoegd mit der Uniform eine der Generalmajor der Polizei (m.d.U.d.) te dragen[8].

Dood bewerken

Het tijdstip en de omstandigheden van de dood van Oberhaidacher zijn onzeker: volgens de ene bron zou hij op 5 februari 1945 omgekomen zijn tijdens een bombardement op Dresden. Schulz vermeldt: 30 april 1945 als mogelijke overlijden van Oberhaidacher[12]. Een andere bron vermeldt: verder lot onbekend[2].

Carrière bewerken

Oberhaidacher bekleedde verschillende rangen in zowel de Sturmabteilung als Allgemeine-SS. De volgende tabel laat zien dat de bevorderingen niet synchroon liepen.

Datums Deutsches Heer Sturmabteilung NSDAP Allgemeine-SS Polizei
15 april 1915[7][12] Einjährig-Freiwilliger
(vrije vertaling: eenjarige vrijwilliger)
1 juli 1916[7][13] Fähnrich der Reserve
1 januari 1917[7][11][3][5][13] Leutnant der Reserve a.D.[14]
Mei 1924[7][12]
SA-Mann
1 april 1924[7][12]
Schriftführer
(Geschäftsführer)
1925[12] - 1926[8]
Zahlmeister
1 mei 1928[6]
Gaupropagandaleiter
25 november 1928[7][13]
Stellv Gauleiter
4 augustus 1928[7][13]
Gauleiter a.D.[13]
30 januari 1938[8][13]
SS-Mann
30 januari 1938
SS-Standartenführer[8]
30 januari 1938[2][13]
SS-Oberführer[1]
9 november 1938[11][14][15][8][2][13]
SS-Brigadeführer
7 oktober 1939[13]
Polizeipräsident
November 1944[8][13]
Generalmajor der Polizei

Lidmaatschapsnummers bewerken

  • DNSAP-nr.: (lid geworden 1 april 1924[1][7][11])
  • NSDAP-nr.: 50478 (lid geworden 10 september 1926[7][1])
  • SS-nr.: 291207 (lid geworden 30 januari 1938[2] - 1 februari 1938[7])

Onderscheidingen bewerken

Selectie: