Vaartsche Rijn

De Vaartsche Rijn of Vaartse Rijn is de naam van twee korte kanalen in respectievelijk Utrecht en Vreeswijk, Nieuwegein, in de Nederlandse provincie Utrecht. Oorspronkelijk was de Vaartsche Rijn een belangrijke vaarroute die de stad Utrecht met de rivier de Lek verbond.
GeschiedenisBewerken
De eerste fase van de Vaartsche Rijn, ook wel Rechte Rijn genoemd in tegenstelling tot de na afdamming in 1122 sterk verlande Kromme Rijn, werd gegraven in 1127[1][2], waardoor dit een van de oudste kanalen van Nederland is. Het eerste stuk werd gegraven tussen de Stadsbuitengracht en het huidige De Liesbosch. In het midden van de twaalfde eeuw werd de Vaartsche Rijn verlengd richting de plaats Geyne, via de latere Doorslag waar een dam het kanaal scheidde van de Hollandse IJssel. De Hollandse IJssel stond toentertijd in open verbinding met de Lek. Rond deze tijd is het strategische Kasteel Oudegein ontstaan om de belangrijke handelsplaats te beschermen.
In 1285 damde Graaf Floris V van Holland de Hollandse IJssel af. De dam met de Vaartsche Rijn werd doorgeslagen (de huidige Doorslag), en hij zorgde ervoor dat in 1295 de Vaartsche Rijn met de Nieuwe Vaart werd verlegd richting Vreeswijk. Dit zette Vreeswijk op de kaart en in 1373 werd de Vaartsche Rijn verdiept en in Vreeswijk werd een houten sluis gebouwd, later bekend als de Oude Sluis. Eeuwen daarna bleef de Vaartsche Rijn een van de belangrijke vaarroutes van Nederland. Op de oevers van de Vaartsche Rijn ontstond sinds de middeleeuwen vanaf het Ledig Erf een industriële zone met scheepbouwers, pottenbakkers, kalkbranders, tegel-, dakpan- en baksteenfabrieken.
In 1825, tijdens de regeerperiode van koning Willem I, werd een groot deel van de Vaartsche Rijn uitgediept en onderdeel van de Keulse Vaart, vanaf 1892 het Merwedekanaal. Alleen in Vreeswijk en in Utrecht (tussen het Ledig Erf en de zuidelijke punt van Rivierenwijk) liggen nog delen van deze ooit zeer belangrijke vaarroute. Aan de oostzijde van dit laatstgenoemde deel liggen oude industrieterreinen zoals in de huidige subwijk Rotsoord.
Sinds de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal kan er niet echt meer gesproken worden over één Vaartsche Rijn. De waterloop wordt echter nog wel behouden, door de aanwezigheid van een watertransporttunnel die de beide zijden van de Vaartsche Rijn (waarvan de langsliggende kaden toepasselijk Noordersluis en Zuidersluis heten) – in feite het Merwedekanaal – met elkaar verbindt.
Zie ookBewerken
LiteratuurBewerken
A. van Hulzen, Het Schrale End : langs de Vaartse Rijn van het Ledig Erf naar Jutfaas; Utrecht : Stichting De Plantage, 1995
Externe linksBewerken
- Vaart in de Vaartse Rijn, projectverslag onderzoek naar toekomst en verleden van de Vaartse Rijn
- De Vaartse Rijn. Een middeleeuws wereldwonder
Noten
|