Urogenitale sinus
Aan dit artikel of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.
De urogenitale sinus is een deel van de cloaca dat alleen aanwezig is tijdens de ontwikkeling van het urogenitaal stelsel en de voortplantingsorganen. Het is het ventrale deel van de cloaca, gevormd nadat de cloaca zich scheidt van het urogenitale kanaal (canalis analis) tijdens de vierde tot en met zesde week van de embryonale ontwikkeling.[1]
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/6/6d/Gray1109.png/260px-Gray1109.png)
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/d/de/Time-line_of_normal_cloacal_partitioning_in_the_mouse_%28A%29%2C_and_arrest_in_cloacal_septation_in_Bmp7_null_embryo_%28C_compare_to_B%29.jpg/400px-Time-line_of_normal_cloacal_partitioning_in_the_mouse_%28A%29%2C_and_arrest_in_cloacal_septation_in_Bmp7_null_embryo_%28C_compare_to_B%29.jpg)
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/b/b6/Gray1107.png/260px-Gray1107.png)
a, b, c, d. Buisvormige structuur van de gonade.
e. Gang van Wolff.
f. Het bovenste uiteinde.
g. Het einde ervan in x, de urogenitale sinus.
h. De gang van Müller.
i. Het bovenste, trechtervormige uiteinde.
k. Het onderste uiteinde eindigt in de urogenitale sinus.
l. De genitale klier.
Tussen week 4-6 (gerekend vanaf de laatste menstruatie) van de embryonale ontwikkeling bij de mens sluiten de gangen van Wolff aan op de sinus urogenitalis, aan de dorsale kant van de (toekomstige) blaas.
De urogenitale sinus wordt door de tussenliggende gangen van Müller en gangen van Wollf in drie delen verdeeld.
- Bij het mannelijke embryo is de urogenitale sinus verdeeld in de drie regio's: boven, bekken en fallus. De bovenste regio geeft aanleiding tot de urineblaas en de bekkenregio geeft aanleiding tot de prostaat- en membraandelen van de urinebuis,[1] de prostaat en de Cowperse klieren. De fallusregio geeft aanleiding tot de vorming van het sponsachtige (bulbaire) deel van de urinebuis en de urinebuisklieren.
- Bij het vrouwlijke embryo geeft het bekkendeel van de urogenitale sinus aanleiding tot de sinovaginale bulbi, structuren die uiteindelijk het onderste tweederde van de vagina zullen vormen. Dit proces begint wanneer de onderste punt van de gangen van Müller, de structuren die uiteindelijk de uterus en fornix uteri zullen vormen, in contact komen met de urogenitale sinus. Kort daarna vormen de sinovaginale bulbi zich als twee vaste uitlopers van de urogenitale sinus. Cellen in deze bulbi delen zich om een vaste vaginale plaat te vormen, die zich verlengt en vervolgens een gang vormt voor het vormen van het onderste deel van de vagina.[2] De vrouwelijke urogenitale sinus geeft ook aanleiding tot de urinebuis, vaginaal vestibulum, de para-urethrale klieren en de klieren van Bartholin.
Niet-primaten
bewerkenDe urogenitale sinus bij niet-primaten is homoloog aan het vaginaal vestibulum bij primaten.
Klinische betekenis
bewerkenEen urogenitale sinusafwijking is een zeldzame geboorteafwijking bij vrouwen waarbij de urinebuis en de vagina beide in een gemeenschappelijk kanaal uitmonden.[2][3]
Een blijvende cloaca is een aandoening waarbij het rectum, de vagina en de urinewegen samenkomen en samensmelten, waardoor een cloaca ontstaat, een enkel gemeenschappelijk kanaal.[4]
-
Diagrammen om de veranderingen in de cloaca bij zoogdieren tijdens de ontwikkeling te illustreren. A, vroeg embryonaal stadium, waarbij de cloaca wordt getoond die de urineblaas, het rectum en de gang van Wolff ontvangt, zoals bij de lagere gewervelde dieren. B, later stadium, toont het begin van de plooi die de cloaca verdeelt in een ventraal deel van de urogenitale sinus die de urineblaas, gangen van Wolff en urineleiders ontvangt en in een dorsaal deel dat de einddarm ontvangt. C, verdere voortgang van de plooi, waarbij de cloaca wordt verdeeld in de urogenitale sinus en het rectum; de urineleider is gescheiden van de gang van Wolff en verschuift naar voren. D, voltooiing van de plooi, die de volledige scheiding van de cloaca in het ventrale deel van de urogenitale sinus en het dorsale deel van het rectum laat zien.
-
Staarteinde van het menselijk embryo vóór het tijdstip waarop de gangen van Wolff de cloaca bereiken met het cloacamembraan. Urino-genital part: urogenitale sinus.
-
12 mm groot menselijk embryo met de gedeeltelijke onderverdeling van de cloaca in het rectum en de urogenitale sinus. Embryo 35-42 dagen oud (gerekend vanaf de bevruchting).
-
Een blijvende cloaca bij een vrouw
- ↑ a b Sadler, T. W., Langman, Jan (2010). Langman's Medical Embryology. Lippincott William & Wilkins. ISBN 978-0-7817-9485-5.
- ↑ Callahan, Gerald N. (2009). Between XX and XY : intersexuality and the myth of two sexes. Chicago Review Press, p. 182. ISBN 978-1-56976-289-9.
- ↑ Urogenital Sinus. Children's Hospital of Orange County (23 februari 2023). Geraadpleegd op 7 oktober 2023.
- ↑ Jenkins D; Bitner-Glindzicz M; Thomasson L; et al. (2007), "Mutational analyses of UPIIIA, SHH, EFNB2 and HNF1β in persistent cloaca and associated kidney malformations", J Pediatr Urol, 3 (1): 2–9, doi:10.1016/j.jpurol.2006.03.002, PMC 1864944, PMID 17476318