USS Cod (1943)

museumschip in Ohio, de Verenigde Staten
(Doorverwezen vanaf USS Cod)

USS Cod (SS-224) (cod betekent 'kabeljauw'), is een Amerikaanse onderzeeboot van de Gatoklasse. Het schip opereerde tijdens de Tweede Wereldoorlog vanuit Australië. Na de Tweede Wereldoorlog werd het schip tot 1971 in reservedienst geplaatst. Vanaf 1971 werd het schip opgeknapt en sinds 1975 is het schip te bezichtigen als museumschip.[1]

Vlag
Vlag
USS Cod
Vlag
Vlag
USS Cod
Geschiedenis
Kiellegging 21 juli 1942[1]
Tewaterlating 21 maart 1943[1]
In dienst gesteld 21 juni 1943[1]
Uit dienst gesteld 22 juni 1946[1]
Algemene kenmerken
Waterverplaatsing 1.526 Eng. ton (boven water)[1]
2.425 Eng. ton (onder water)[1]
Bemanning 60 koppen[1]
Techniek en uitrusting
Machinevermogen 5.400 pk (boven water)[1]
2.740 pk (onder water)[1]
Snelheid 20 knopen (boven water)[1]
9 knopen (onder water)[1]
Bewapening 10 x 53 cm-torpedobuis[1]
1 x 8,9-kanon[1]
2 x 12,7 mm-mitrailleur[1]
2 x 7,6 mm-mitrailleur[1]
Portaal  Portaalicoon   Marine

De USS Cod (SS/AGSS/IXSS-224) was een Gato-klasse onderzeeër, het enige schip van de United States Navy dat zo werd genoemd. De USS Cod (SS-224) werd ontworpen door de Electric Boat Company in Groton, Connecticut op 21 juli 1942. Ze werd te water gelaten op 21 maart 1943 en gedoopt door Mevr. G.M. Mahoney. De USS Cod werd op 21 juni 1943 overgedragen aan de eerste bevelhebber, luitenant-ter-zee James C. Dempsey

Tweede Wereldoorlog bewerken

Eerste en tweede patrouille bewerken

De USS Cod kwam in Brisbane, Australië, aan op 2 oktober 1943 ter voorbereiding voor haar eerste patrouilletocht. Ze vertrok 20 dagen later vanuit de Australische basis voor haar eerste oorlogspatrouille. De eerste oorlogspatrouille begon in de Zuid-Chinese Zee, Daar kwam ze in contact met een paar vijandelijke schepen en lanceerde slechts één aanval op 29 november, met onopgemerkte resultaten. Ze keerde terug naar Fremantle, West-Australië, voor een onderhoud van 16 december 1943 tot en met 11 januari 1944. De USS Cod vertrok toen voor haar tweede oorlogspatrouille in de Zuid-Chinese Zee, in de buurt van Java en Halmahera. Op 16 februari opereerde ze aan de oppervlakte voor het tot zinken brengen van een gewapende sampan met haar geschut en op 23 februari torpedeerde ze een Japans koopvaardijschip. Ze stuurde een ander koopvaardijschip naar de zeebodem op 27 februari en twee dagen later viel ze eveneens met succes een derde schip aan. Ze werd echter gedwongen door een diepe duik voor de ontwijking van de dieptebommen die door een gealarmeerd en toegesneld escorteschip werden afgevuurd.

Derde en vierde patrouille bewerken

De USS Cod ging terug naar Fremantle voor herstellingswerkzaamheden die plaatsvonden in de periode 13 maart tot 6 april 1944. De Cod vertrok nu naar de Suluzee en de Zuid-Chinese Zee. In Luzon begon ze aan haar derde oorlogspatrouille. Op 10 mei viel ze een zwaar begeleid konvooi van 32 schepen aan en liet de Japanse torpedojager "Karukaya" en een vrachtschip zinken, maar de escortebegeleiders deden haar noodgedwongen dieper wegduiken om hun dieptebommen te ontwijken. De onderzeeër keerde naar Fremantle terug op 1 juni voor een inspectie en bevoorrading en op 3 juli vertrok ze voor haar vierde oorlogspatrouille, deze keer onder bevel van commander James "Caddy" Adkins. Ze laveerde vanaf de kust van Luzon naar Java. De Cod bracht daar een koopvaardijschip met legermateriaal tot zinken op 3 augustus. Zij keerde terug naar Fremantle op 25 augustus.

Vijfde patrouille bewerken

De USS Cod koos weer zee voor haar haar vijfde oorlogspatrouille op 18 september 1944, voor een operatie in de Filipijnse wateren. Ze maakte haar eerste contact, met een vrachtschip, op 5 oktober, en stuurde dit vrachtschip naar de zeebodem. Twee dagen later bracht ze zware schade toe aan een Japanse tanker. De operatiesector was goed gekozen want op 25 oktober kwam ze in contact met een groot konvooi. De USS Cod voerde verschillende aanvallen uit, maar zonder succes. Met al haar torpedo's opgebruikt bleef ze het konvooi schaduwen tot de volgende dag en bracht dan verslag uit vanuit haar patrouillepositie. In november fungeerde ze als reddingsonderzeeboot in de buurt van Luzon, dat door de Amerikaanse luchtmacht werd aangevallen, en lag stand-by om de neergeschoten piloten uit zee op te pikken. De reeks luchtaanvallen op de Japanse gronddoelen moesten een weg openen voor de Amerikaanse invasie van Leyte later die maand. De USS Cod keerde terug naar Pearl Harbor op 20 november 1944 en ging daarna terug naar het vasteland voor een grootschalige revisie. Zij keerde terug in Pearl Harbor op 7 maart 1945.

Zesde en zevende patrouille bewerken

Op 24 maart vertrok ze uit Pearl Harbor naar de Oost-Chinese Zee voor haar zesde oorlogspatrouille. Ze was eigenlijk vooral aangewezen voor reddingstaken toen ze op 17 april gebruik maakte van haar dekkanon om een Japanse sleepboot en zijn op sleeptouw genomen vrachtschip naar de zeebodem te schieten. Ze redde drie Japanse overlevenden en op 24 april lanceerde ze een aanval op een konvooi, waarbij zij veel schade toebracht. De volgende dag torpedeerde ze de mijnenveger W-41 en zond het naar de zeebodem. Op 26 april werd de Amerikaanse onderzeeër bedreigd door een brand in het achterste torpedokamer maar deze werd tijdig geblust door enkele bemanningsleden. Handmatig vuurde men noodgedwongen een hektorpedo af die nog in haar torpedobuis zat, vóórdat de brand de reeds geladen torpedo kon bereiken en zou doen ontploffen. Een man viel overboord en verdronk tijdens deze noodsituatie.

 
De Nederlandse onderzeeër Hr. Ms. O 19 vastgelopen op het Laddrif

Na herstellingswerken op Guam, tussen 29 mei en 26 juni 1945, zette ze koers naar de Golf van Thailand en de kust van Indo-China. Deze zevende oorlogspatrouille stond onder commando van luitenant-ter-zee Edwin M. Westbrook jr.. Op 9 en 10 juli ondernam ze een reddingspoging van een Nederlandse onderzeeër, O 19, die was vastgelopen op het Laddrif. Toen lostrekken niet lukte nam ze de bemanning aan boord en bracht hen naar de Subicbaai; de Nederlandse boot werd tot zinken gebracht.

Na het wegbrengen van het Nederlands marinecontingent naar de Subicbaai, tussen 21 juli en 1 augustus 1945 ondernam ze met haar boordgeschut aanvallen uit op gewapende jonken en gemotoriseerde sampans. Deze schepen waren alles wat de Japanse marine over had om de troepen in Singapore te bevoorraden. Na de schepen gepraaid te hebben teneinde gevangenen of gedwongen tewerkgestelden te redden, bracht de USS Cod ze met haar boordkanon tot zinken. Zij deed dit 23 maal. Op 1 augustus dwong een vijandelijke aanval haar om weg te duiken, zodat enkele van haar bemanningsleden echter achterbleven in zee omdat ze niet op tijd binnen konden komen. De mannen werden gered twee dagen later door de USS Blenny (SS-324).

Toen de USS Cod op 13 augustus terugkeerde in Fremantle 1945, wachtte de Nederlandse bemanning van de O 19 de Amerikaanse bemanning op om een feestje te organiseren voor hun redders. Tijdens die viering hoorden de twee geallieerde groepen van de Japanse overgave. Om dit te symboliseren in dat gelukkig moment werd een ander symbool toegevoegd aan het embleem van de USS Cod: de naam O-19 met op de achtergrond een Martiniglas.

De USS Cod vertrok nu voor haar thuisreis op 31 augustus. Ze kwam aan in New London, Connecticut, op 3 november. Na een bezoek aan Miami, Florida, vertrok de Cod naar Philadelphia, Pennsylvania, voor haar algemene onderhoud, om daarna terug te keren naar New London, waar ze op 22 juni 1946 officieel uit dienst werd genomen en bij de mottenballenvloot werd geplaatst.

1951 - 1971 bewerken

De USS Cod werd in 1951 weer in actieve dienst geplaatst, onder het commando van kapitein-ter-zee Francis E. Rich, om deel te nemen aan de NAVO anti-onderzeeër oefeningen. Tijdens de beginperiode van de Koude Oorlog ondernam de USS Cod reizen naar St. John's, Newfoundland, en bezocht eveneens verscheidene havens in Cuba en Zuid-Amerika. Tijdens de LANTFLEX'52-vlootoefeningen werd de USS Cod geëerd voor het fictief tot zinken brengen van een Amerikaans vliegdekschip. De USS Cod werd opnieuw uit actieve dienst genomen in 1954 en weer in de Reservevloot geplaatst. In 1959 werd ze via de pas geopende Saint Lawrence naar Cleveland, Ohio gebracht om daar dienst te doen als opleidingsvaartuig voor de Marine Reserve. De veteraan-onderzeeër werd onmiddellijk een populair doel voor schoolexcursies.

De USS Cod werd geherclassificeerd als Hulpfunctie-Onderzeeër (AGSS-224), op 1 december 1962, en als "Miscellaneous Unclassified Submarine" (IXSS-224) op 30 juni 1971. In 1971 werd ze niet meer bruikbaar verklaard als opleidingsschip en uit de Naval Vessel Register geschrapt.

De USS Cod werd gehuldigd voor het tot zinken brengen van meer dan 12 vijandelijke schepen, met in totaal meer dan 37.000 ton en een aantal andere schepen beschadigd met een totaal van 36.000 ton scheepsruimte. Alle zeven oorlogspatrouilles werden beschouwd als "succesvol" en de USS Cod kreeg zeven Battle Stars.

Als museumschip bewerken

Een handvol Clevelanders vormden het Cleveland Coordinating Committee to Save Cod Inc. om haar als gedenkteken voor de stad te verkrijgen en haar in die functie te behouden. In januari 1976 heeft de Marine de onderzeeër in bruikleen gegeven aan deze Cleveland-groep. De USS Cod begon toen haar carrière als een drijvend gedenkteken in mei 1976 toen ze geopend werd voor het publiek en snel werd ze een populaire toeristische attractie. In 1986 heeft het Amerikaanse Ministerie van Binnenlandse Zaken de USS Cod aangewezen tot Nationaal Historisch Monument.

De Cod is nu een museumschip in Cleveland, Ohio, en wordt beheerd en geëxploiteerd als gedenkteken voor de meer dan 3.900 bemanningsleden van onderzeeboten die sneuvelden tijdens de 100 jaar geschiedenis van de United States Navy Submarine Force.

De onderzeeboot is de enige Amerikaanse onderzeeër waar geen extra toegangstrappen en/of deuren werden uitgesneden in haar scheepsromp voor publieke entrée. Bezoekers van dit trotse schip gebruiken dezelfde verticale ladders en luiken zoals die werden gebruikt door haar bemanning. Cleveland heeft een claim als gedeeltelijke geboorteplaats van de Cod aangezien de onderzeeër uitgerust is met vier enorme dieselmotoren, die gebouwd werden door General Motors Cleveland Diesel fabriek in Cleveland. Het USS Cod-gedenkteken heeft ook twee GG Cleveland Model 248-motoren verworven, die oorspronkelijk werden gebruikt aan boord van een andere onderzeeër uit de Tweede Wereldoorlog, de USS Stingray (SS-186). De twee motoren worden gebruikt voor de onderdelen voor het herstel voor de motoren van de USS Cod.

USS Cod in cijfers bewerken

  • De USS Cod reisde 88.254 zeemijl (142.031 km) tijdens haar zeven patrouilles (exclusief haar gevaren zeemijlen van en naar de VS).
  • De Cod verbruikte 1.023.963 gallon (1 gallon is 3.785 liter) dieselolie.
  • Totaal oorlogspatrouilledagen was 415 dagen, met tezamen 108 dagen onderwatervaren van zonsopgang tot zonsondergang.
  • Tijdens haar 7 WO-II oorlogspatrouilles verschoot ze 122 torpedo's en noteerde ze 39 treffers.
  • Haar commandanten brachten 10 schepen tot zinken en beschadigden 5 schepen met hun torpedo’s. Dit is dezelfde gemiddelde verhouding van het aantal torpedo's per tot zinken gebracht schip als voor alle Amerikaanse onderzeeërs tijdens WO-II: één schip tot zinken gebracht per 12 torpedo’s. Ter vergelijking: de Duitse U-boten brachten één schip tot zinken per vier torpedo’s.
  • De USS Cod vernietigde nog eens 5 schepen, 24 jonken en 11 drijvende zeemijnen door middel van kanonvuur.
  • Haar dekgeschut verschoot 117 granaten van 4-inch 50-kaliber, 117 granaten van 5-inch 25-kaliber, 1.404 mitrailleurkogels van 40 mm, 200 mitrailleurkogels van 20 mm, en 1.450 mitrailleurkogels van 50-kaliber.
  • Zoals de meeste schepen uit de Tweede Wereldoorlog heeft ze problemen door de aanwezigheid van asbest en lood.

Literatuur bewerken

  • Friedman, Norman (1995), U.S. Submarines Through 1945. An Illustrated Design History. Annapolis, United States Naval Institute, p. 285–304.
  • Bauer, K. Jack; Roberts, Stephen S. (1991), Register of Ships of the U.S. Navy, 1775-1990. Major Combatants. Westport, Greenwood Press, p. 271–273.
  • McDaniel, J.T., (red.) (2005), U.S.S. Cod. American Submarine War Patrol Reports, Riverdale, Riverdale Books, p. 241-242.
  • U.S. Submarines Through 1945.

Dit artikel bevat tekst uit het publieke domein Dictionary of American Naval Fighting Ships.

Externe links bewerken