Kesteren (Neder-Betuwe)
Kesteren is een dorp in de gemeente Neder-Betuwe, in de Nederlandse provincie Gelderland. Van 1818 tot 2002 was het de naam van een gemeente, waaronder ook het dorp Opheusden en de buurtschap Lede & Oudewaard vielen. Van 1811 tot 1818 behoorde Kesteren bij de gemeente Lienden.
Plaats in Nederland | |||
---|---|---|---|
Situering | |||
Provincie | Gelderland | ||
Gemeente | Neder-Betuwe | ||
Coördinaten | 51° 56′ NB, 5° 34′ OL | ||
Algemeen | |||
Inwoners | ca. 5000 | ||
Detailkaart | |||
Locatie in de gemeente Neder-Betuwe | |||
|
Kesteren is hoofdzakelijk op de agrarische sector gericht. Zo staat het hoofdzakelijk in het teken van de fruitteelt, maar ook boomkwekerijen zijn er veel te vinden. Industriële bedrijvigheid vindt met name plaats op industrieterrein 't Panhuis aan de oostkant van het dorp aan de weg naar Opheusden.
Kesteren telt ruim 5000 inwoners. Evenals het naburige Opheusden is het dorp in meerderheid christelijk. Voor het reformatorisch voortgezet onderwijs vervult Kesteren een streekfunctie. In het dorp bevindt zich één van de locaties van het Van Lodensteincollege.
De naam Kesteren is waarschijnlijk een verbastering van het romeinse woord castra. Er zijn archeologische bewijzen gevonden dat er een romeinse legerplaats, of castra, aan de westzijde van het dorp gelegen heeft op een stroomrug aan de toenmalige zuidoever van de Rijn. De Rijn was de noordelijke begrenzing of limes van het romeinse rijk in deze streek. De castra of castellum was waarschijnlijk genaamd Carvo of Carvone.
Nabij de romeinse legerplaats lag naar alle waarschijnlijkheid een nederzetting, welke in de derde eeuw na christus min of meer verlaten is.
Rond 1300 begon men in de regio met de aanleg van dijken waardoor bewoning en landbouw eenvoudiger werden. In de loop der jaren nam de landbouw langzaam toe, maar door de zware klei was dit niet eenvoudig.
Sinds 2002 staat er een nieuwe korenmolen in het dorp, De Zwaluw.
Verkeer en vervoer
Toen in 1882 de spoorlijn Elst-Dordrecht werd aangelegd leefde de lokale economie snel op. Met name door de snelle transportroute kon fruit vers vervoerd worden en nam de betekenis van de betuwe als fruitteeltregio toe. Het station Kesteren was een belangrijke aanjager voor het dorp. Door de samenkomst van twee belangrijke spoorlijnen en een hoop goederenverkeer waren de spoorwegen ook nog eens een belangrijke werkgever.
In 1955 werd de noord-zuidroute van Veenendaal naar Oss via een veerpont over de Waal bij Ochten aangelegd door de provincie Gelderland, tegenwoordig de N233. Dit was een vierbaansweg -dwars door het dorp- die op regionaal niveau een belangrijke verkeersader was en aansloot op het rijkswegennet. Al in 1960 werden opties bekeken voor een rondweg, deze werd echter pas in 1980 aangelegd om het dorp te ontzien. Tegenwoordig staat op de rondweg bijna dagelijks een file tussen de aansluiting met de N320 en de brug over de Rijn bij Rhenen.
In juli 1964 werd de A15 geopend tussen Tiel en Kesteren, aansluitend op het bestaande traject ten westen van Tiel. Dit was een belangrijke verbetering in de bereikbaarheid van het gebied.