Otto II van Meißen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Aanvullende informatie, focus lag eenzijdig op gebeurtenissen binnen de adel
k Invulling parameters sjabloon
Regel 20:
}}
 
'''Otto II van Meißen''' ook bekend als ''Otto de Rijke''<ref group="noot">Niet te verwarren met [[Otto II van Zutphen]], ook ''de Rijke'' genoemd</ref>(1125 — 18 februari 1190) was van 1156 tot 1190 markgraaf van Meißen. Hij behoorde tot het [[huis Wettin]].
 
==Levensloop==
Hij was de oudste zoon van markgraaf [[Koenraad de Grote]] (''Konrad von Wettin'') van Meißen. Toen zijn vader in 1156 om gezondheidsredenen aftrad als markgraaf van Meißen, volgde Otto hem hier op. Zijn broers Diederik en [[Dedo III van Lausitz|Dedo]] kregen zeggenschap over de andere gebieden van hun vader: Diederik kreeg zeggenschap over het markgraafschap Lausitz en Dedo over het graafschap Groitzsch.
 
De verdeling van het bestuur over Koenraads' gebieden betekende in beginsel een verzwakking voor de Wettindynastie, iedere broer moest nu een kleiner grondgebied exploiteren en verdedigen, wat meebracht dat er minder inkomsten waren, een minder sterk leger en dus minder invloed, in tegenstelling tot zijn vader. Zo kon keizer [[Keizer Frederik I Barbarossa|Frederik I Barbarossa]] met militair geweld zijn macht uitbreiden in het naburige [[Pleißenland]] en was Otto militair niet opgewassen tegen de burggraven van [[Dohna]] en moest gebied opgeven.
 
In 1179 nam Otto deel aan de militaire expeditie van Frederik Barbarossa tegen de Saksische hertog [[Hendrik de Leeuw]]. De expeditie was voor Barbarossa succesvol maar betekende voor de Saksen het verlies van hun leider Hendrik. Otto slaagde er niet in om direkt eigen voordeel uit deze gang van zaken te halen.{{Bron?||2022|10|17}} Wel bleef Barbarossa een bondgenoot op lange termijn.
 
=== Mijnbouw, vrijheidsrechten voor burgers ===
[[FileBestand:Freiberg in Sachsen, Obermarkt - geo.hlipp.de - 9880.jpg|thumb|[[Freiberg (stad)|Freiberg]] in [[Saksen (deelstaat)|Saksen]], Duitsland, de Obermarkt]]
Op binnenlands vlak sloot Otto enkele voor hem voordelige overeenkomsten naar plaatselijk [[Feodalisme|feodaal]] recht: hij kende in 1165 de inwoners van [[Leipzig]] stadsrechten toe en ontving in ruil inkomsten uit belastingen en heffingen. In bondgenootschap met de [[Rooms-Katholieke Kerk|Rooms-Katholiek kerk]] richtte hij in Leipzig de abdij Altzella op.
 
Tussen 1162 en 1170 liet Otto aan het riviertje de Münzbach grote stukken woud ontbomen en stichtte er landbouwnederzettingen voor het [[Rooms-Katholieke Kerk|Rooms-Katholieke]] [[Klooster (gebouw)|klooster]] Altzella. Toen daar zilvererts werd gevonden, lokte Otto mensen naar zijn gebied door hen feodale vrijheidsrechten te beloven, als burger en als mijnwerker. Iedereen kon tegen betaling een vergunning krijgen om zilver te delven, de bergbouwvrijheid. Het zilver dat werd gevonden en bewerkt, mocht alleen worden verkocht aan een bank van de graaf. Hier kwamen erg veel mensen op af en in hun kielzog handelaren, handwerkers als timmerlui, smeden en bakkers, leraren en boeren. Het kleine Christiansdorf ontwikkelde zich in 20 jaar tot een vrije stad op de vrije berg, de stad [[Freiberg (stad)|Freiberg]], de burgers leefden er in relatieve welvaart. Er ontwikkelde zich het eerste gewoonterecht voor de stad en voor de mijnwerkbouw, het ''ius Fribergensis'', dat voor het eerst wordt genoemd in 1233 en in 1307 op schrift werd gesteld. Deze vroege plaatselijke wetgeving werd van groot belang voor de hele regio van het [[Ertsgebergte]].<ref>{{Citeer web |url=https://www.montanregion-erzgebirge.de/welterbe-erfahren/wissenswertes-montanregion/bergbaugeschichte.html |titel=Bergbaugeschichte - Montanregion Erzgebirge/Krušnohoří |bezochtdatum=2022-10-17 |werk=www.montanregion-erzgebirge.de |uitgever=Welterbe Montanregion Erzgebirge e.V. |taal=de}}</ref>
 
Zo haalde Otto heel wat van zijn inkomsten uit de mijnbouw en van de steden en kreeg op deze manier de bijnaam ''de Rijke.''
 
=== Erfenisconflict ===
Regel 49:
== Voorouders==
{| class="wikitable" style="background:#FFDEAD; font-size:85%; text-align:center"
|-
|'''Overgootouders'''
|colspan="2"| [[Diederik II van Wettin]] <br />(993-1034)<br />∞ <br />[[Mathilde van Meissen]] <br />(-)
Regel 69:
* {{Aut|Stefan Pätzold}} (1997) ''Die frühen Wettiner. Adelsfamilie und Hausüberlieferung bis 1221.'' (Böhlau-Verlag 1997)
* {{Aut|Michael Lindner}} (2002) 'Eine Frage der Ehre. Markgraf Konrad von Wettin und Kaiser Friedrich Barbarossa' in: ''Im Dienste der historischen Landeskunde. Festgabe für Gerhard Billig zum 75. Geburtstag.'' p. 105-121 (heruitgave Rainer Aurig / Reinhardt Butz / Ingolf Gräßler en André Thieme)
 
 
{{Appendix|1=Bron|2=
* {{Bronvermelding anderstalige Wikipedia|taal=de|titel=Otto (Meißen)|oldid=158402778|datum=20161023}}
{{References}}
;Noot
'''Noot'''
{{References|group=noot}}
}}
 
{{Appendix}}
 
[[Categorie:Markgraaf van Meißen]]