Zegel (waarmerk): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k |{{Largethumb}}| is redundant, gebruik voortaan |thumb|
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
Een '''zegel''' is een door middel van een stempelafdruk gemaakt waarborg voor de echtheid van een fysiek [[document]] (bijvoorbeeld een [[oorkonde]]) of in het geval van bijvoorbeeld een envelop of een deur ook een waarborg dat deze niet ongeautoriseerd geopend en hersloten is (en in het geval van een envelop ook een waarborg dat deze niet is geopend en de inhoud in een nieuwe envelop is gestopt), en dus ook een waarborg dat de inhoud nog de originele is, en ook niet ongeautoriseerd gelezen/bekeken is.
 
Het zegel is een kenteken van de zegeldrager, die door de afbeelding van het zegel kan worden geïdentificeerd. Met de term zegel wordt zowel de te stempelen afbeelding, als het van een afdruk voorziene materiaal aangeduid. Het gebruikte materiaal is al eeuwenlang vaak [[zegellak]], maar nog langer geleden werd [[bijenwas]] gebruikt. Vaak spreekt menwordt in dat geval ten onrechte ook van ''lakzegel'' gesproken. Het zegel komt voor in verschillende groottes en vormen en met zeer uiteenlopende afbeeldingen. De [[hulpwetenschap]] die zich met zegels bezighoudt heet [[zegelkunde]], sigillografie of sfragistiek.
 
==Ontwikkeling==
Regel 12:
In de vroege middeleeuwen werden [[oorkonde]]s doorgaans niet bezegeld, maar ondertekend met een [[monogram]]. Soms werden daarnaast ook nog wel zegels gebruikt, bijvoorbeeld door keizer [[Karel de Grote]].
 
Pas in de 11e en 12e eeuw komenkwamen zegels meer en meer in gebruik om uiteindelijk het monogram bijna volledig te verdringen en hét waarmerk van de [[middeleeuwen]] te worden. De eersten die zegels gebruikengebruikten zijnwaren de [[keizer]], [[koning (titel)|koningen]] en de [[paus]], gevolgd door de hoge adel en kerkvorsten. Sinds de 12e eeuw zegelenzegelden ook kloosters en steden, in de 13e eeuw gevolgd door lagere adel, wereldlijke organisaties en voorname burgers.
 
WanneerToen in de loop van de middeleeuwen de bestuurlijke instellingen meer en meer schriftelijke stukken gaangingen produceren, komenkwamen vanaf de 13e eeuw voor de verschillende documenten meerdere zegels in gebruik. Tegelijkertijd neemtnam, mede om representatieve redenen, de afmeting van het vorstelijke zegel dermate toe, dat men het een [[grootzegel]] gaatwerd noemengenoemd. Dit grootzegel blijftbleef bedoeld voor de belangrijkste [[oorkonde]]s. Voor minder belangrijke stukken komenkwamen er ééneen of meerdere kleinere zegels, tot aan het signet als kleinste zegel voor persoonlijke brieven. Met deze variatie iswas het zegelwezen tegen het eind van de middeleeuwen op zijn hoogtepunt.
[[Bestand:Petter_Dass_signatur.jpg|thumb|Een lakzegel op een brief]]
In het kader van [[renaissance]] en [[reformatie]] lerenleerden vanaf de 16e eeuw steeds meer mensen schrijven en komtkwam naast het zegel de [[handtekening]] in gebruik om documenten en brieven te ondertekenen. Geleidelijk aan verliestverloor het zegel terrein. Voor private aangelegenheden wordenwerden zegels dan alleen nog gebruikt om brieven mee te sluiten (verzegelen), maar ook dat gebruik verdwijntverdween in de 19e eeuw. Deze functie wordtwerd korte tijd overgenomen door [[sluitzegels]], die dezelfde vorm hebben als [[postzegel]]s, maar zonder frankeerwaarde.
 
Voor officiële stukken zijn zegels tot op de dag van vandaag in gebruik gebleven, alleen dan meestal in de vorm van [[Handstempel|rubberstempels]] waarmee een inktafdruk op het document wordt gestempeld. Net als bij zegels spreekt menwordt ook daarbij gesproken van een "stempel" voor zowel het gereedschap als de afdruk die daarmee gemaakt wordt. Alleen in monarchieën worden de meest plechtige oorkondes nog bezegeld met een grootzegel van was.
 
==Functies==
Regel 33:
 
===Kleinzegel===
Het klein- of geheimzegel was een nog weer kleiner zegel dat werd gebruikt om minder belangrijke documenten en brieven mee te bezegelen. De term "geheim" betekent niet dat het geheim was in de huidige betekenis van dat woord, maar dat het een meer persoonlijke aangelegenheid betrof. Het geheimzegel werd daarom door de vorst zelf of door zijn persoonlijk secretaris bewaard en gebruikt, terwijl het grootzegel en het contrazegel meestal in handen van een kanselier of [[grootzegelbewaarder]] was.
 
[[Bestand:Signet.JPG|thumb|150px|left|Een signetstempeltje van zilver met een monogram]]
 
===Signet===
Een signet is de kleinste vorm van een zegel en wordt vervaardigd door middel van een klein stempeltje of een [[zegelring]]. In dat laatste geval spreekt men, ook wel van een ringzegel. Een signet kan gebruikt worden om de echtheid van een brief mee te bevestigen, maar werd meestal gebruikt om een brief zodanig mee te sluiten (te verzegelen) dat deze niet geopend kon worden, zonder het zegel te verbreken. Op deze manier konden ook allerlei andere voorwerpen, zoals pakketten, dozen en kisten verzegeld worden. In de late middeleeuwen werd een signet in [[bijenwas|was]] afgedrukt, maar na de ontdekking van [[zegellak]] in de tweede helft van de 16e eeuw, werden zulke zegels in zegellak afgedrukt. De zegelring die wordt gebruikt voor het vervaardigen van het signet van de [[paus]] heet de [[Vissersring]].
 
==Uitvoering==
===Materiaal===
In de [[middeleeuwen]] werden bijna alle zegels vervaardigd van '''[[bijenwas]]''', aanvankelijk kleurloos, maar later in diverse kleuren, waarbij rood en groen het meest voorkwamen. Voor extra bescherming werden de waszegels ook wel in houten en soms in metalen capsules geplaatst.
[[Bestand:Goldene-bulle 1c-480x475.jpg|thumb|150px|right|Het gouden bulzegel van [[Karel IV van het Heilige Roomse Rijk|Karel IV]] onder de gelijknamige oorkonde, de [[Gouden Bul van 1356|Gouden Bul]] uit 1356]]
In uitzonderlijke gevallen werden zegels zelf ook wel in '''[[metaal]]''' uitgevoerd. Voor oorkondes van de [[paus]] is dit zelfs tot op de dag van vandaag de regel. In plaats van een grootzegel in was, zoals gebruikelijk bij andere vorsten, worden pauselijke [[bul (document)|bullen]] voorzien van een klein loden zegel, waaraan deze documenten ook hun naam ontlenen: de [[Bulla (amulet)|bulla]] was een metalen amulet gedragen door Romeinse jongens.
 
De term bulzegel wordt bovendien gebruikt voor zegels in zilver of goud van de Oost-Romeinse en Rooms-Duitse [[keizer]]s en de gouden zegels van Europese [[koning (titel)|koningen]]. Naar het eraan hangende gouden zegel worden sommige van deze oorkondes zelf ook gouden bul genoemd, met als meest bekende de [[Gouden Bul van 1356|Gouden Bul]] van de Rooms-Duitse keizer [[Karel IV van het Heilige Roomse Rijk|Karel IV]] uit 1356, waarin enkele belangrijke staatsrechtelijke bepalingen voor het [[Heilige Roomse Rijk]] zijn vastgelegd.
Regel 50:
Deze gouden en zilveren zegels zijn niet massief, maar vormen een dunne capsule van goud of zilver waarin de afbeelding van het zegel wordt aangebracht. Vervolgens wordt door deze capsule het koord getrokken waarmee het zegel aan de oorkonde hangt en ten slotte wordt dan de holle binnenkant opgevuld met vloeibaar gemaakte was.
 
In de late middeleeuwen werden kleinere waszegels ook wel bedekt met een stukje papier, waar het stempel dan doorheen werd gedrukt. Dit gaf extra stevigheid aan het zegel. Dezelfde methode werd ook toegepast met '''[[deeg]]''' in plaats van was. ZulkeDit zegels werdenzijn ouwel- of oblatenzegels genoemd.
 
Naast de zegels van deeg kwamen heel soms ook zegels van '''[[brood]]''' voor. Deze werden, als er geen bijenwas, lood of hars aanwezig was en toch dringend een zegel vervaardigd moest worden, gemaakt van brood en lijm. Deze zegels zijn wat dikker en robuuster, maar ook heel erg kwetsbaar wanneer ze in aanraking komen met vocht. Eveneens zeldzaam zijn papieren zegels, gemaakt van papierpap. Deze werden gemaakt door telkens een laagje papierpap aan te brengen, te laten drogen, weer een laagje aan te brengen en dan uiteindelijk het zegel erop te drukken.
 
[[Bestand:Pragmatica Sanc.jpg|left|thumb|Groot lakzegel op een document van [[keizer Karel VI]] uit 1722]]
Na de ontdekking van '''[[zegellak]]''' in de tweede helft van de 16e eeuw, werden ringzegels bijna altijd in zegellak afgedrukt. Zulke zegels noemt menworden ook wel lakzegels genoemd. Zegellak is echter zeer breekbaar en daarom eigenlijk alleen geschikt voor kleinere zegels. Voor grote zegels is het taaiere [[bijenwas]] beter geschikt, maar desondanks worden ook grote zegels soms met zegellak vervaardigd.
 
Vanaf de 19e eeuw worden zegels steeds vaker met een speciale reliëf- of [[blinddruk]]tang direct in het '''[[papier]]''' van het betreffende document gedrukt. Ditmet wordeneen tegenwoordigspeciale reliëf- of [[blinddruk]]tang, droogstempelzegelsde genoemddroogstempelzegel. Ook komt het voor dat zo'n reliëfzegel in een klein stukje papier wordt gedrukt, dat dan op een document wordt geplakt. Dit stukje papier is dan meestal rood en voorzien van een gekartelde rand, zodat het enigszins op een lakzegel lijkt. Dit soort zegels wordt vaak gebruikt op [[notaris|notariële akten]], maar ook wel voor de [[grootzegel]]s op internationale verdragen.
 
===Kleuren===
Traditioneel waren er sinds de middeleeuwen diverse kleuren was en later ook wel lak in gebruik, afhankelijk van wie de zegelaar was:
 
* '''Rode was''' voor het vervaardigen van zegels was aanvankelijk voorbehouden aan de [[keizer]] van het Heilige Roomse Rijk, die het recht om met rode was te zegelen ook aan zijn hoogste leenmannen, zoals rijksvorsten, prinsen en hertogen verleende.
* '''Groene was''' werd gebruikt voor de grootzegels van de Engelse en Franse koning en in het [[Heilige Roomse Rijk]] voor de zegels van bisdommen, kloosters, burgers en door edelen die niet het recht hadden om met rode was te zegelen.
* '''Blauwe was''' wordt in Engeland gebruikt voor oorkondes aangaande koninklijke familie.
* '''Witte was''' werd gebruikt voor de zegels van de [[rijksstad|rijkssteden]] in het Heilige Roomse Rijk en door de Franse [[Orde van de Heilige Geest]].
* '''Zwarte was''' werd gebruikt door de patriarch van Jeruzalem en de [[grootmeester (ridderorde)|grootmeesters]] van geestelijke ridderorden. Later werden zwarte lakzegels wel gebruikt voor rouwbrieven.
 
[[Bestand:Albert von Winkel Bischof von Passau 1375.jpg|thumb|150px|right|Spitsovaal zegel van de bisschop van [[Prinsbisdom Passau|Passau]] (1375)]]
 
===Vormen===
Regel 76:
Een zegel fungeert als het kenteken van de zegeldrager en dient deze dan ook ondubbelzinnig te identificeren. Dat kan door middel van een symbool, een wapen en/of een naam in het randschrift. Aan de hand van de afbeeldingen kunnen zegels als volgt worden ingedeeld:
 
'''* Portretzegels''' vertonen een portret, dat echter geen realistische weergave van het gezicht van de zegelaar is. Dit is een van de oudst voorkomende afbeeldingen op zegels. Het zegel van keizer [[Karel de Grote]] is bijvoorbeeld een portretzegel.
'''* Wapenzegels''' vertonen het heraldische [[wapen (heraldiek)|wapen]] van de zegelaar. Dit is één meest voorkomende afbeeldingen op zegels, aangezien een wapenschild weinig ruimte inneemt en toch voldoende onderscheidend vermogen heeft. Met name voor minder vermogenden was de voor een zegel benodigde [[bijenwas|was]] tamelijk duur. Wapenzegels werden gevoerd door edelen, notabele burgers en door steden, die echter ook wel zegels met een gestileerd stadsgezicht of stadsmuren voerden.
 
'''Wapenzegels''' vertonen het heraldische [[wapen (heraldiek)|wapen]] van de zegelaar. Dit is één meest voorkomende afbeeldingen op zegels, aangezien een wapenschild weinig ruimte inneemt en toch voldoende onderscheidend vermogen heeft. Met name voor minder vermogenden was de voor een zegel benodigde [[bijenwas|was]] tamelijk duur. Wapenzegels werden gevoerd door edelen, notabele burgers en door steden, die echter ook wel zegels met een gestileerd stadsgezicht of stadsmuren voerden.
 
[[Bestand:Owain Glyndwr Siegel 2.jpg|thumb|150px|left|Ruiterzegel van [[Owain Glyndŵr]] (rond 1400)]]
'''* Ruiterzegels''' vertonen een afbeelding van de zegelaar in volledige wapenrusting op een galopperend paard. Om dit met voldoende onderscheidend vermogen te kunnen afbeelden, waren ruiterzegels meestal groter dan wapenzegels. Een variant van het ruiterzegel is het jachtzegel, waarop de zegelaar eveneens te paard is afgebeeld, maar nu met een valk op de hand en begeleid door een hond.
'''* Troonzegels''' of Majesteitszegels vertonen de vorst in vol ornaat gezeten op een troonzetel. Het grootzegel vertoonde bijna altijd een afbeelding van een tronende vorst, vaak ook omringd door de wapens van zijn land(en) en andere symbolen van zijn heerschappij.
 
'''* Monogramzegels''' vertonen alleen het [[monogram]] van de zegelaar. Deze zegelafbeeldingen kwamen op in de 17e eeuw bij personen uit de burgerij die geen familiewapen hadden, maar toch wilden of moesten kunnen zegelen. Vergelijkbaar hiermee zijn zegels met een [[huismerk (heraldiek)|huismerk]].
'''Troonzegels''' of Majesteitszegels vertonen de vorst in vol ornaat gezeten op een troonzetel. Het grootzegel vertoonde bijna altijd een afbeelding van een tronende vorst, vaak ook omringd door de wapens van zijn land(en) en andere symbolen van zijn heerschappij.
 
'''Monogramzegels''' vertonen alleen het [[monogram]] van de zegelaar. Deze zegelafbeeldingen kwamen op in de 17e eeuw bij personen uit de burgerij die geen familiewapen hadden, maar toch wilden of moesten kunnen zegelen. Vergelijkbaar hiermee zijn zegels met een [[huismerk (heraldiek)|huismerk]].
 
==Vervaardiging==
Regel 94 ⟶ 90:
In de vroege middeleeuwen werden zegels van was direct op het document zelf gedrukt. Deze manier was echter niet heel duurzaam en daarom werden zegels later door middel van een koord of een strook [[perkament]] aan het document bevestigd. Door gaten of een snee in het perkament werd het koord of de strook getrokken, waarvan de uiteinden met het zegel werden vastgemaakt.
 
Voor '''kleinere zegels''' nam menwerden twee plakjes [[bijenwas]], genomen die eerst in heet water zacht werden gemaakt. Vervolgens legde menwerd op het ene plakje het koord van het document, legdegelegd en werd daarop weer het andere plakje engelegd, druktewaarna daarin dan het zegelstempel werd gedrukt, waardoor beide plakjes en het koord samensmolten. De zegelstempels bestonden uit een schijf, waarin de afbeelding van het zegel in spiegelbeeld was uitgesneden. Meestal waren deze stempels van koper, maar ook kwamen wel loden en soms zelfs gouden stempels voor. Voor kleinere zegels hadden deze stempels een handvat van hout, metaal of ivoor.
 
Stempels voor '''grote zegels''' hadden doorgaans geen handvat, omdat het vervaardigen op de omgekeerde manier plaatsvond: de stempelschijf werd met de afbeelding naar boven op tafel gelegd. Vervolgens werd daar met de hand een zacht gemaakte plak was op gedrukt. Daarna werd hier het koord of de perkamentstrook van het document op gelegd en kwam er een tweede plak was overheen. Dit alles werd met kracht samengedrukt en ten slotte werd op de achterzijde het contrazegel gedrukt. In de was rondom het kleinere contrazegel zijn dan vingerafdrukken te zien.
[[Bestand:Siegel.jpg|thumb|250px|left|Een lakzegel, tussen een staaf zegellak en een zegelstempel]]
Voor het vervaardigen van de lakzegels die sinds eind 16e eeuw in gebruik kwamen, gingwerd men als volgt te werk: Eeneen staafje [[zegellak]] wordt in een kaarsvlam verhit zodattotdat er druppels op het te zegelen document vallenvielen. Als de druppel groot genoeg iswas, drukt menwerd in deze nog half vloeibare zegellak het zegelstempel of de zegelring gedrukt. Snel daarna hardt de lak volledig uit. Omdat deze methode een stuk simpeler is dan het vervaardigen van waszegels, werd hun plaats al gauw overgenomen door lakzegels. Alleen voor grotere zegels en [[grootzegel]]s bleef was in gebruik.
 
De '''reliëfzegels''' die sinds de 19e eeuw in gebruik kwamen worden ten slotte met behulp van een speciale reliëf- of [[blinddruktang]] vervaardigd. Anders dan bij de eerderbeschreven zegelstempels, is zo'n tang voorzien van twee stempelplaten: eentje met de afbeelding in reliëf en eentje met de afbeelding in spiegelbeeld, zodanig dat de twee platen nagenoeg exact in elkaar passen. Door het papier van een document daartussen samen te persen, wordt daarin de zegelafbeelding in reliëf aangebracht.
 
==Zegels in de Verenigde Staten==
Regel 113 ⟶ 109:
[[Bestand:Hanko 3.jpg|left|thumb|150px|Japanse zegelstempeltjes]]
{{Zie hoofdartikel|Zegel (Oost-Azië)}}
In landen als [[China]], [[Japan]] en [[Korea]] worden al inktstempelzegels gebruikt zo lang men daar de schrijfkunst kentbekend is. Tot op de dag van vandaag zijn inktstempels in gebruik als waarborg voor de echtheid van documenten, dit in plaats van de in de westerse wereld gebruikelijke [[handtekening]]. Mensen die regelmatig zakendoen in het Verre Oosten laten daarom ook vaak een eigen zegel vervaardigen.
 
Zowel individuele personen, organisaties, als overheidsinstellingen hebben hun eigen zegels, vaak in verschillende formaten voor verschillende gelegenheden. Doorgaans bestaat het zegel uit tekens die de naam van de persoon of de organisatie weergeeft, maar het kan ook een versje of een motto zijn. De stempels worden uit allerlei materialen gesneden, zoals [[hout]], [[speksteen]] of zelfs [[jade (mineraal)|jade]]. De afdruk wordt gemaakt met een felrode verf, die vroeger met [[cinnaber]] en tegenwoordig synthetisch wordt gemaakt.
Regel 125 ⟶ 121:
Zegels spelen een belangrijke rol in het [[Canoniek recht|kerkrecht]]. Iedere priester moet daarom een eigen zegel bezitten en een afdruk daarvan aan zijn superieuren sturen. Reliekschrijnen moeten ook verzegeld zijn. Na het overlijden van een [[paus]] worden diens vertrekken in het [[Apostolisch Paleis]] in Vaticaanstad en in de zomerresidentie in Castel Gandolfo door de [[camerlengo]] met een lakzegel verzegeld. De zegelstempels en de vroeger als zegelring gebruikte [[vissersring]] van de overleden regerende paus worden direct na het overlijden met een hamertje stukgeslagen.
 
Het ministerie van Buitenlandse Zaken verzegelt de zak met diplomatieke post. Onder de regels van het [[Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer|Verdrag van Wenen]] kan menkunnen ook koffers en zelfs containers als diplomatieke post verzegelenverzegeld worden.
 
Een deurwaarder kan een huis waarop beslag is gelegd verzegelen en ook de politie kan een "[[plaats delict"]] verzegelen. Het verbreken van dergelijke zegels is een misdrijf.
 
Notarissen gebruiken hun ambtszegel om bijlagen aan de akte vast te maken. Ook wordt dit geplaatst onder afschriften van akten, om de echtheid van dat afschrift te bevestigen.
Regel 142 ⟶ 138:
{{Commonscat|Seals}}
{{Appendix|2=
* "''Corpus Sigillorum Neerlandicorum, De Nederlandsche zegels tot 1300"'', 's Gravenhage 1937-1940.
* {{Aut|Kittel, Erich}}, "''Siegel"'', Klinkhardt & Biermann, Braunschweig 1970.
* {{Aut|Ewald, Wilhelm}}, "''Siegelkunde"'', München 1978.
* "''Verzegeld verleden, zegels: bronnen voor de geschiedenis"'', Rijksarchief in Groningen, Groningen 1984.
}}