Patronaatsrecht: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Te veel informatie in te weinig zinnen: uiteengetrokken en herschikt. |
|||
Regel 1:
Het '''patronaatsrecht''' was in de [[feodale tijd]]
Het patronaatsrecht gaf politieke invloed en de houder van het recht ontving de inkomsten van de parochie. Ook mocht men de [[patroonheilige]] van de parochie vaststellen. De keerzijde was, dat men de pastoor en de kerk moest onderhouden. Voornamelijk abdijen, maar ook [[kapittel]]s bezaten patronaatsrechten.
De meest directe manier om een patronaatsrecht te verwerven was, door zelf parochies te stichten, bijvoorbeeld in ontginningen, maar ze werden ook wel geschonken door edellieden die deze rechten bezaten.
Ook bij een [[beneficie]] of [[vicarie]] kon men bij de oprichting het patronaatsrecht verwerven. Degene die het patronaatsrecht ontving, wordt een [[Collatierecht|collator]] genoemd. De collator mocht een voorstel doen wie van de inkomsten van een vicarie mocht genieten. De collator kon een priester zijn of een leek. In de middeleeuwen zijn het bij dit soort stichtingen vooral particulieren die patronaatsrechten verwierven.▼
▲
==Zie ook==
|