Elia (profeet): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
dat geldt alleen in de volgorde van de Tenach
Madyno (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[Bestand:Peter Paul Rubens - Elie et l’Ange.JPG|thumb|''Elia in de wildernis, gevoed door de engel'' - [[Peter Paul Rubens]]]]
[[Bestand:WLANL - 23dingenvoormusea - schotel met Elia en raven.jpg|thumb|Elia wordt door raven gevoed.<br /> [[Majolica]]schotel, achttiende eeuw [[Harlingen (stad)|Harlingen]]]]
'''Elia''' of '''Elias''' ([[Hebreeuws]]: אֵלִיָּהוּ, ''’elijjāhû'' of verkort אֵלִיָּה, ''’elijjāh'', "(Mijn) God is [[JHWH|JH(WH)]]"<ref>''New Bible Dictionary''. 1982 (second edition). Tyndale Press, Wheaton, IL, USA. {{ISBN|0-8423-4667-8}}, p. 319</ref><ref>{{Citeer boek|title=Longman pronunciation dictionary|first=John C.|last= Wells|publisher=Longman|location=Harlow, England|year=1990|isbn=0-582-05383-8|page=239}}, entry "Elijah"</ref>; [[Oudgrieks]]: {{Polytonic|Ἠλείας}}, ''Èleias''; [[Arabisch]]: إلياس, ''Ilyās'') was volgens de traditie van de [[Hebreeuwse Bijbel]] een van de belangrijke [[profeet|profeten]]. De profeet Elia trad op tijdens de regeringregeringen van de koningen [[Achab]] (870-851 v.Chr.) en [[Achazja van Juda|Achazja]] (851-850 v.Chr.) in het tweede kwart van de [[9e eeuw v.Chr.]] in het noordelijke [[koninkrijk Israël]] op.
 
== Elia in de Hebreeuwse Bijbel ==
Elia was afkomstig uit Tisbe in de streek [[Gilead (Bijbelse plaats)|Gilead]] en had daarom de bijnaam "de Tisbiet".<ref>1 Koningen 17:1; 21:17, 28; 2 Koningen 1:3, 8; 9:36</ref> Het formule-achtige gebruik van deze bijnaam kan op tegenstand duiden tegen de uit de periferie van het noordelijke rijk stammende Elia vanwege zijn weerstand tegen de inspanningen van de Omrische koningen om de door [[Omri]] (881-870 v.Chr.) gestichte hoofdstad [[Samaria (stad)|Samaria]] tot politiek, cultureel en religieus centrum uit te bouwen en van daar uitdaaruit het land op absolutistische manier te willen leiden.
 
Zijn optreden wordt geplaatst in de periode waarin de [[Israëlieten]] ook goden zoalsals [[Baäl]] en [[Ašerah]] waren gaan aanbidden.
 
HijElia ging naar koning [[Achab]] en kondigde een grote droogte aan. Toen niemand zich bekeerde, verborg hij zich bij de beek Cherith, waar hij elke ochtend en avond door [[raaf (dier)|raven]] werd gevoed. Bekend is het verhaal van zijn ontmoeting met de weduwe van [[Sarepta (Fenicië)|Sarfat]]. Hij heeftverrichtte daarbij twee wonderen verricht: het meel in de pot raakte niet op en de kruik met olie raakte niet leeg, en hij heeftwekte het gestorven zoontje van zijn gastvrouw weer tot leven gewekt.
 
Op de berg [[Karmelgebergte|Karmel]] kwam het tot een beslissende ontmoeting met priesters van de [[Kanaän (gebied)|Kanaänitische]] god Baäl, waarbij [[God (jodendom)|God]] op Elia's gebed vuur uit de hemel heeft laten neerkomen, terwijl daarvoor de offers van de priesters van Baäl zonder vuur waren gebleven. Op bevel van Elia werden deze Baäl-priesters vervolgens door toekijkende [[Israëlieten]] gedood.
 
Hierna moest Elia vluchten, omdat koningin [[Izebel]], de vrouw van koning Achab, dreigde hem te laten ombrengen. Aangekomen bij de berg Horeb in de [[Sinaïwoestijn]] heeft hij een diepgaand zielsgesprek met God gehad, waarin hij opdracht kreeg om een opvolger te zalven, [[Elisa (profeet)|Elisa]]. Omdat koning Achab op onrechtmatige wijze de wijngaard van [[Naboth]] zou hebben verkregen, waarbij deze laatste werd gestenigd, moest Elia van God Achab en diens vrouw Izebel hun dood aanzeggen; hun sterven vond niet lang daarna plaats.
 
In het laatste verhaal over Elia werd hij in een door een hemelse wagen veroorzaakte wervelwind [[Hemelvaart (personen in de Bijbel)|in de hemel opgenomen]]. Zijn opvolger [[Elisa (profeet)|Elisa]] was hiervan getuige.<ref>2 Koningen 2:1-12</ref> Volgens de traditie betekende dit dat Elia nooit stierf.
Regel 21:
Deze brief levert diverse vraagstukken op. Allereerst is de brief gericht aan een koning van het zuidelijke koninkrijk Juda, terwijl Elia zich richtte tot het noordelijke koninkrijk Israël. Ten tweede begint de brief met: "Dit zegt de H<small>EER</small>, de God van uw voorvader David", in plaats van het gebruikelijke "... in de naam van [[JHWH]], de God van Israël". De brief lijkt ook te zijn gestuurd na Elia's opname in de wervelwind.
 
Er zijn verschillende suggesties gedaan om de brief te verklaren, zoals dat dit een voorbeeld zou kunnen zijn van een verhaal waarbij een minder bekende profeet werd vervangen door een bekendere profeet.<ref>J. M. Myers (1965): ''The Anchor Bible: II Chronicles'', Garden City (NY), Doubleday and Company, pag. 121–23</ref> Sommige commentators verwerpen enig verband tussen de brief en de Elia-traditie,<ref>John VanSeters (2005): ''Elijah'', in Lindsay Jones (hoofdred.): ''Encyclopedia of Religion'', Farmington Hills (MI), Thomson Gale, pag. 2764</ref> terwijl anderen de brief als authentiek van Elia zien, omdat de brief "een zeer 'noordelijke' situatie in het zuidelijk koninkrijk adresseert".<ref>IVP New Bible Commentary 21st Century Edition, pag. 410.</ref>
 
== Historische duiding ==
Elia was [[Godsdienstsociologie|godsdienstsociologisch]] benaderdgezien een institutioneel ongebonden, zwervende, solitair werkende profeet: volgens de traditie leefde hij van wat hij in de natuur aantrof<ref>1 Koningen 17:2-6</ref> of wat welwillende personen hem aanreikten,<ref>1 Koningen 17:8-16</ref> zonder vaste woonplaats, aan de rand van de samenleving, waarvan hij zich ook onderscheidde door een ruige mantel en een leren lendendoek te dragen.<ref>2 Koningen 1:8</ref>
 
Als in de traditie gezocht wordt naar de historische Elia, kan met enige waarschijnlijkheid worden geconcludeerd dat Elia in zijn tijd werd beschouwd als een [[Waarzeggerij|waarzeggende]] en over [[magie|magische]] krachten beschikkende regenmaker, die de regen kon lokken maar ook met toverspreuken en [[zwarte magie]] kon verhinderen.<ref>1 Koningen 17:1; 18:17, 41-46</ref> Op basis van de beschrijving in de droogte-compositie (1 Koningen 17-18), die - hoewel zeker van een recenter datum - zich baseert op oudere overleveringen, mogelijk uit de tijd van Elia zelf,<ref>1 Koningen 17:1; 18:17, 21</ref> kreeg Elia de reputatie de regen te kunnen beheersen. Omdat hij die krachten gebruikte in zijn conflict met de door de Omrische regering om diplomatieke redenen verordende aanbidding van [[Baäl]] door de [[Israëlieten]], kreeg hij de bijnaam "Ongeluksbrenger van Israël".<ref>1 Koningen 18:17</ref> Als voorvechter van de exclusieve aanbidding van JHWH, ging hij ook in tegen [[polytheïsme|polytheïstische]] tendensen binnen de koninklijke familie zelf.<ref>2 Koningen 1:6</ref> Van een pleidooi van Elia ten gunste van de rechten van de plattelandsbevolking en zijn strijd tegen de landhonger van het toenemend autocratisch handelende koningshuis getuigt waarschijnlijk 1 Koningen 21:1-19.
 
== Elia de profeet in het jodendom ==