Eli Asser: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
correcter
Daaf Spijker (overleg | bijdragen)
k →‎Privéleven: spelling (Taaladvies 1426)
Regel 24:
Asser was de jongste zoon van Isaäc Asser (1883-1942), marktstandwerker, en diens tweede echtgenote Johanna van West (1892-1942). Uit het eerste huwelijk van zijn vader had hij twee broers, waarvan er één als baby was overleden. In 1933 werd zijn zus Rebecca geboren. Assers ouders, zus, halfbroer en de eerste vrouw van zijn vader kwamen in de [[Tweede Wereldoorlog]] om in de [[vernietigingskamp]]en.
 
Asser groeide op in de [[Joden Houttuinen]]. Hij ging op voorspraak van een onderwijzer naar het Barlaeus Gymnasium, wat ongebruikelijk was voor een kind uit een arm gezin. Hij was lid van het literaire genootschap van de school, net als onder meer de latere schrijver [[Willem Frederik Hermans]]. Tijdens zijn middelbareschooltijd ontmoette hij zijn latere echtgenote Eva (Eefje) Croiset (1923-2002), een dochter van de acteur [[Hijman Croiset]] en telg uit de familie [[Croiset]]. Nadat hij in 1941 cum laude voor zijn eindexamen was geslaagd, wilde hij rechten studeren, maar de toegang tot de Universiteit werd hem als, Jood zijnde, ontzegd. Hij kreeg een baantje op de postkamer van de Amsterdamse [[Joodse Raad voor Amsterdam|Joodse Raad]]. Asser daarover: "Ik zat in het souterrain en op de bovenste verdieping zaten de heren [[David Cohen|Cohen]] en [[Abraham Asscher (1880-1950)|Asscher]] van het almachtige bestuur. Ik moest de post sorteren en die naar vijfhoog brengen via de trap. Ik liep me suf."<ref name="VN">[https://www.vn.nl/eli-asser-het-interview-met-vrij-nederland/ 'Eli Asser (1922-2019): ‘Ik voel een grote gêne over het feit dat ik een goed leven heb geleid’'], ''Vrij Nederland'', 4 oktober 2015</ref>
 
Vervolgens kon hij samen met zijn vriendin Eefje Croiset terecht als leerling-verpleger in de Joodse psychiatrische inrichting [[Het Apeldoornsche Bosch]], waar alle niet-Joodse medewerkers op last van de Duitse bezetter ontslagen waren. Op 20 januari 1943, op de avond vóór patiënten en personeelsleden door de bezetter werden weggevoerd, vluchtte Asser samen met Croiset terug naar Amsterdam. Beiden zaten de rest van de oorlog op verschillende plekken ondergedoken.<ref name="VN"/><ref>[http://www.4en5mei.nl/herdenken-en-vieren/oorlogsmonumenten/sprekende_beelden/getuigenverhalen/30 Getuigenverhaal bij oorlogsmonument] op 4en5mei.nl</ref>