Spijkerschrift: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k |{{Largethumb}}| is redundant, gebruik voortaan |thumb|
Regel 1:
[[Bestand:Tontäfelchen_Mesopotamien_3200vChr_1.jpg|{{largethumb}}thumb|Kleitablet met proto-spijkerschrift (ca. 3200 v.Chr.), Vorderasiatisches Museum, Berlijn]]
Het '''spijkerschrift''' is een [[schrift]] dat zich tussen 3300 en 2900 v.Chr. ontwikkelde vanuit een [[protoschrift]], het proto-spijkerschrift, in het zuiden van [[Mesopotamië]], in het land van [[Soemer]], in het huidige [[Irak]]. Daardoor is het [[Sumerisch|Soemerisch]] de oudste bewaard gebleven taal van het [[Oude Nabije Oosten]]. Het spijkerschrift werd geschreven op kleitabletten, waarop men met een rietstengel wig- en spijkervormige inkepingen maakte. Een specifieke combinatie van inkepingen vormt één spijkerschriftteken, ook wel ''spijker'' genaamd. Zo'n teken is een simplificatie van een [[pictogram]] of een [[ideogram]]. Na verloop van tijd waren er 1000 verschillende spijkers in gebruik. Later daalde dit aantal tot zo'n 400.
 
Regel 7:
Het spijkerschrift onderging een taalkundige evolutie. Bij archeologische opgravingen in het Nabije Oosten vonden onderzoekers regelmatig kleivormpjes, 'tokens' genaamd. Ze kwamen al voor in de vroegste agrarische gemeenschappen uit het [[8e millennium v.Chr.]] De creatie van landbouwoverschotten en een veestapel veranderden de manier van handel, waardoor de behoefte aan [[boekhouding]] ontstond. Voor alle mogelijke verhandelbare producten ontwierp men verschillende kleivormpjes.
 
[[Bestand:O.0173_color-sharpen_obv.jpg|{{largethumb}}thumb|Spijkerschift op een stenen tablet uit het 3de millennium v.Chr., Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel]]
 
Om het aantal verhandelde producten en eventuele tegoeden te kunnen bijhouden, bewaarde men een gelijk aantal [[rekensteen|token]]s van dat product in een recipiënt (zak, pot, bal uit klei of [[Bulle (zegel)|bulle]]). Dat systeem werkte lang zonder al te grote problemen. Men bedacht zelfs een systeem om fraude te bestrijden. Door de tokens binnen in een bulle te stoppen en het volledige oppervlak van die bulle te verzegelen met de zegels van de betrokken partijen, kon de inhoud niet veranderd worden zonder medewerking van alle betrokken partijen en kon ieder op het moment dat bijvoorbeeld schulden vereffend werden de juiste inhoud verifiëren.
Regel 14:
 
== Evolutie van het spijkerschrift ==
[[Bestand:SAG.svg|{{largethumb}}thumb|Evolutie van het spijkerschriftteken SAG (=hoofd), 3000 – 1000 v.Chr.]]
Het spijkerschrift heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt. Aan het eind van het [[4e millennium v.Chr.]] schreef men nog niet door met een stilus (schrijfstok met scherpe hoek) in klei te duwen. De verschillende tekens werden eerder in klei gekrast; ze zien eruit als tekeningen (fases 1 en 2 op illustratie hieronder). Vanaf het begin van het [[3e millennium v.Chr.]] ging men voor een groot deel van de op dat ogenblik gebruikte schrifttekens een spijkerschriftvariant uitwerken. Eerst draaide men de tekening 90° (fase 3) en dan bootste men de originele schrifttekening na door met een stilus een aantal keren in de klei te duwen. Deze inkepingen in de klei van de stilus zien eruit als spijkers, vandaar de Nederlandse naam: spijkerschrift.
 
Regel 21:
Het spijkerschrift bestond uit twee types van tekens om nummers en woorden uit te drukken. Aangezien zo'n negentig procent van het proto-spijkerschrift rekeningen betrof, was het numerieke systeem van groot belang. Daarbij waren zeven verschillende gelijktijdig in gebruik, zoals een [[sexagesimaal]] systeem om onder andere dieren, mensen en gedroogde vis te registreren en een [[bisexagesimaal]] systeem voor onder andere graanproducten, kaas en verse vis.
 
[[Bestand:O.1987 color-sharpen Obv.jpg|{{largethumb}}thumb|Oud Babylonische spijkerschrifttablet (ca. 17de eeuw v.Chr.) bewaard in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel]]
 
Om niet-numerieke zaken uit te beelden, waren er veel meer tekens in gebruik, zo'n 900. Dit waren soms voorstellingen van de objecten of producten, zoals een ossenkop voor een os. Maar in andere gevallen waren voorstellingen volledig arbitrair, zo stelde een schijfje met een kruis erop een schaap voor. [[Lexicale lijst]]en bestaande uit benamingen voor beroepen, dieren, planten en objecten hielpen om schrijvers bekend te maken met de tekens.
Regel 27:
Het spijkerschrift is hoofdzakelijk een [[syllabisch schrift]]: elk teken staat voor één of in de meeste gevallen voor meerdere [[Lettergreep|lettergrepen]]. Deels is het ook een [[logografisch schrift]]: naast hun syllabische waarde hebben bepaalde tekens nog één of meerdere woordwaarden. Eén spijker kan zo staan voor de lettergrepen "ba" en "pa", maar daarnaast ook het woord "geven" aanduiden. Bij het lezen van een kleitablet moet de lezer dus op elke plaats in de zin uitmaken welke waarde van het geschreven teken daar van toepassing is.
 
[[Bestand:VAM_-_Assurnasirpal_II_Relief_2.jpg|{{largethumb}}thumb|Spijkerschift op een stenen reliëf uit het 1ste millennium v.Chr., Vorderasiatisches Museum, Berlijn]]
 
Hoewel de oudste toepassing van het schrift een economische was (ontvangstbewijzen, contracten, enzovoorts), verschenen al rond [[24e eeuw v.Chr.|2400 v.Chr.]] de eerste literaire composities. In de loop van het [[3e millennium v.Chr.]] verspreidde het gebruik van het spijkerschrift zich over grote delen van [[Mesopotamië]] en [[Syrië]]. Andere volkeren namen het schrift over om er in hun eigen taal mee te schrijven. De eersten waren de directe buren van Sumer, zoals Elam met het [[Elamitisch]]. Toen [[Semieten|Semitische]] volken deze regio gingen bevolken, namen ook zij het spijkerschrift over. De eersten waren de inwoners van [[Ebla]] ([[Eblaïtisch]]) en de Oud-Akkadiërs ([[Akkadisch]]). Vooral door toedoen van die laatsten, na de inname van Sumer door [[Sargon van Akkad|Sargon de Grote]], verspreidde het schrift zich snel via het rijk dat Sargon stichtte. Ook de bekendste volkeren van Mesopotamië, de [[Babylonië]]rs en de [[Assyrië]]rs namen het spijkerschrift over. Zij spraken dialecten van het Akkadisch. Later, rond [[14e eeuw v.Chr.|1400 v.Chr.]] kwamen daar ook [[Indo-Europese talen]] zoals [[Hettitisch]], [[Palaisch]] en [[Luwisch]] bij.
Regel 45:
 
==Transcriptie van spijkerschrift==
 
Om de geschreven teksten beter toegankelijk te maken, hebben sumerologen en assyriologen een stelsel afspraken gemaakt om de grote diversiteit aan schrifttekens op een eenduidige wijze weer te geven in Latijns schrift.
 
Regel 51 ⟶ 50:
 
===Diacrieten en indexgetallen===
In een puur Sumerische tekst wordt ieder schriftteken aangegeven in onderkast maar wel voorzien van ofwel een diakritisch teken of een indexgetal als subscript om aan te geven om welk teken het precies gaat.
:<big>{{Spijkerschrift|𒁺}}</big> bijvoorbeeld staat voor de lettergreep /du/ en betekent "gaan" of "komen"
:<big>{{Spijkerschrift|𒂃}}</big> staat echter ook voor /du/ maar betekent "laten gaan", "loslaten"
 
In het Sumerisch is het niet ongebruikelijk een heel stel homofone tekens aan te treffen ieder met een eigen betekenis. Er wordt wel gedacht dat dit net als in het [[Chinese talen|Chinees]] komt omdat het Sumerisch een toontaal was, maar dat valt niet te bewijzen. Om de tekens in transcriptie te kunnen onderscheiden zijn er twee systemen in zwang:
:du of du<sub>1</sub>
:dú of du<sub>2</sub>
:dù of du<sub>3</sub>
:du<sub>4</sub>
:enzovoorts
 
De acúte en gràve accenten geven dus alleen weer op welk teken de transcriptie slaat en hebben geen betrekking op uitspraakverschillen.
 
Sommige Sumerische tekens staan voor meer dan één lettergreep
 
:<big>{{Spijkerschrift|𒁰}}</big> is dàra of dara<sub>3</sub>
:<big>{{Spijkerschrift|𒁱}}</big> dara<sub>4</sub>
 
Regel 81 ⟶ 80:
 
== Externe link ==
* [https://cdli.ucla.edu/ Cuneiform Digital Library Initiative]
 
{{Appendix||2=
Regel 87 ⟶ 86:
{{References}}
== Literatuur ==
* R. Borger, ''Mesopotamisches Zeichenlexikon'', Münster (2003).
* R. Borger, ''Assyrisch-Babylonische Zeichenliste'', Neukirchen-Vluyn (1981).
* R. Labat, ''Manuel d'epigraphie Akkadienne'', Paris (1959).
* F. Thureau-Dangin, ''Recherches sur l'origine de l'écriture cunéiforme'', Paris (1898).
* D. Schmandt-Besserat, ''Before Writing, Vol. I & II'', Austin (1992)
* C. Jean en V. Van der Stede, Het schrift: van spijker tot alfabet, in E. Gubel en B. Overlaet, ''Kunstschatten uit het Oude Nabije Oosten en Iran, van Gilgamesh tot Zenobia'', Brussel 2007, p. 35-51.
}}