Jan te Winkel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
k |{{Largethumb}}| is redundant, gebruik voortaan |thumb|
Regel 9:
| bijnaam =
| genoemd =
| geboren = [[16 november]] [[1847]]
| geboorteplaats = [[Winkel (Noord-Holland)]]
| overleden = [[31 mei]] [[1927]]
Regel 30:
| portaal3 =
}}
'''Jan te Winkel''' ([[Winkel (Noord-Holland)]], [[16 november]] [[1847]] – [[Amsterdam]], [[31 mei]] [[1927]]) was een Nederlands [[taalkundige|taal-]] en [[letterkundige]] en [[hoogleraar]] in de Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de [[Universiteit van Amsterdam]]. Hij was van 1910 tot 1911 [[rector magnificus]] in Amsterdam.
 
==Jeugd en opleiding==
Jan te Winkel was de zoon van predikant Pierre Guillaume te Winkel en Catharina Maria Holmes. Zijn jeugd bracht hij door in Bennebroek. Te Winkel bezocht het [[gymnasium]] in [[Rotterdam]] en studeerde vanaf 1866 [[theologie]] en [[letteren (wetenschap)|letteren]] aan de [[Universiteit Leiden]]. Zijn studie daar mislukte echter. In 1872 studeerde hij verder aan de [[Rijksuniversiteit Groningen]] waar hij in april 1875 het [[doctoraalexamen]] aflegde. Hij promoveerde bij [[Henri Ernest Moltzer|H.E. Moltzer]] op een studie over [[Jacob van Maerlant]], genaamd ''Maerlants werken, beschouwd als spiegel van de dertiende eeuw''.
 
==Loopbaan==
[[Bestand:JanteWinkelHeufkeKantelaar.jpg|{{largethumb}}thumb|Jan te Winkel in 1895 door J.H. Heufke Kantelaar]]
Te Winkel ging vervolgens Nederlands, [[Latijn]] en [[geschiedenis]] doceren aan het gymnasium in Groningen. Tegelijkertijd publiceerde hij taalkundige lesboekjes, boekbeoordelingen en wetenschappelijke artikelen. Ook bezorgde hij edities van [[Middelnederlands]]e teksten van onder meer Torec, [[Moriaen]] en [[Esopet]]. Daarnaast schreef hij een eerste deel van de ''Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde'', over de [[middeleeuwen]], en droeg hij bij aan de ''Grundriss der germanischen Philologie'' (1898) van [[Hermann Paul]] met een artikel over de geschiedenis van de Nederlandse taal en literatuur.
 
Regel 45:
 
== Varia ==
In de [[Winkler Prins Encyclopedie]] wordt Jan te Winkel vanaf de 7e editie (1976) ten onrechte opgevoerd als zoon van de taalkundige [[L.A. te Winkel]], die bekend is van de [[spelling De Vries en Te Winkel|spelling-De Vries en Te Winkel]]. Het is [[coïncidentie|toeval]] dat er twee Te Winkels, beiden in de 19de eeuw geboren, werkzaam waren in ongeveer hetzelfde vakgebied en op een zelfde hoog niveau. Er bestond echter geen familierelatie tussen beiden.<ref>[http://www.dbnl.org/tekst/anro001bioe01_01/wink002.php Joost van Driel in de DBNL].</ref>
 
== Publicaties (selectie) ==
Regel 51:
* Jan te Winkel: ''Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. (Dl.I: Middeleeuwen)''. Haarlem, De Erven Bohn, 1887
* J. te Winkel: ''Geschiedenis der Nederlandsche taal''. Culemborg, Blom & Olivierse, 1901.
* Jan te Winkel: ''De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde''. 5 delen. Haarlem, Bohn, 1908-1921. (2e druk: 1922-1927; herdruk 2e druk: HES, 1973) [http://www.dbnl.org/tekst/wink002ontw08_01/ Digitale versie]
 
== Referentie ==
{{References}}
{{Appendix|2=
* {{nl}}[http://www.dbnl.org/tekst/anro001bioe01_01/wink002.htm Jan te Winkel] in de [[Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren]]
*1910. ''Professor Dr. J. te Winkel''. Prins der Geïllustreerde Bladen. Bladzijde 173 en 174.
*Jo Tollebeek: ''Mannen van karakter. De wording van de moderne geesteswetenschappen''. Amsterdam, Bert Bakker, 2011. {{ISBN |9789035136403 }}
* [http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn3/winkel Biografisch Woordenboek van Nederland.]}}
 
{{DEFAULTSORT:Winkel, Jan te}}