Parsifal (opera): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
10Guillot (overleg | bijdragen)
k |{{Largethumb}}| is redundant, gebruik voortaan |thumb|
Regel 3:
| afbeelding= Rogelio de Egusquiza - Parsifal.jpg
| onderschrift= Parsifal door Rogelio de Egusquiza (1910). [[Museo Nacional del Prado]], [[Madrid (stad)|Madrid]].
| taal= [[Duits]]
| Componist= [[Richard Wagner]]
| libretto= Richard Wagner
Regel 20:
* Bloemenmeisjes (sopranos)
}}
'''Parsifal''' is de laatste [[Opera (muziek)|opera]] van [[Richard Wagner]], die er het [[libretto]] of zoals hij het noemde de ''Dichtung'' en de muziek voor schreef. Wagner noemde dit werk een ''Bühnenweihfestspiel'', en bepaalde dat het uitsluitend in het [[Bayreuth Festspielhaus|Festspielhaus]] in [[Bayreuth (stad)|Bayreuth]] mocht uitgevoerd worden. Het verhaal is min of meer gebaseerd op de roman in versvorm [[Parzival]] van [[Wolfram von Eschenbach]] (ca.1170 – 1220). Critici van Wagner beschuldigden hem van het gebruik van christelijke symbolen voor zijn eigen gewin terwijl [[Friedrich Nietzsche|Nietzsche]] hem beschuldigde van ‘op zijn buik te kruipen voor het kruis’.
 
De schrijfwijze "Parsifal" ontleende Wagner aan de historicus Joseph von Görres die via een foutieve etymologische interpretatie een [[Perzisch]]e achtergrond meende gevonden te hebben. Parsifal was volgens hem letterlijk te vertalen als: "reine gek" of "zuivere dwaas". In de opera "Parsifal" van Wagner noemt Kundry hem bij de aanvang van haar sirenenzang in het tweede bedrijf Falparsi "töriger Reiner".
 
== Ontstaansgeschiedenis ==
[[Bestand: Richard Wagner by Caesar Willich ca 1862.jpg|miniatuur|left| Richard Wagner, afgebeeld door [[Cäsar Willich]] in 1862]]
Twaalf jaar nadat Wagner de epische roman in versvorm van Wolfram von Eschenbach had gelezen tijdens een kuur in [[Mariënbad]] in 1845,<ref>Gregor-Dellin, Martin (1983) ''Richard Wagner: his life, his work, his Century'' William Collins, {{ISBN |0-00-216669-0}} p.141</ref> maakte hij, zoals hij zelf schreef in zijn biografie, een eerste concept van Parsifal tijdens een verblijf in [[Zürich (stad)|Zürich]] in een vakantiehuis dat hem ter beschikking was gesteld door Otto Wesendonck via diens vrouw [[Mathilde Wesendonck]]. Wagner zei hier zelf over dat hij op een [[Goede Vrijdag]] bewogen door de mooie tuin in de lentezon plots terugdacht aan de beschrijving van de Goede Vrijdag door Wolfram von Eschenbach in zijn Parzifal en daarop een ruwe schets voor de opera maakte. Later bleek dit een dichterlijke vrijheid was want Goede Vrijdag viel in 1857 op 10 april terwijl de Wagners pas op 28 april hun intrek namen in de woning die hen door Wesendonck ter beschikking was gesteld.<ref>{{citeCiteer web |url=http://www.gutenberg.org/ebooks/5144 |title=Mein Leben vol II |author=Wagner, Richard |publisher=Project Gutenberg |accessdate=Juni 16, 2012}}</ref>
 
Hoewel Wagner in zijn correspondentie met Mathilde Wesendonck nog regelmatig over Parsifal schrijft, zal het tot 1865 duren voor hij het project weer ter hand neemt. Tussen 27 en 30 augustus van dat jaar maakt hij een ontwerp voor Parsifal, op vraag van koning [[Lodewijk II van Beieren]], met een korte beschrijving van het verhaal en een karakterschets van de voornaamste personages die in het stuk voorkomen. Maar daarna blijft het weer stil rond Parsifal. Het is pas in januari 1877 dat Wagner de draad weer opneemt en aan het libretto begint te werken. Het eerste volledige tekstontwerp is afgewerkt op 19 april 1877.
 
In augustus 1877 begint Wagner aan de compositie van de grote muzikale lijnen voor het eerste bedrijf. In wat hij een ''Gesamtentwurf'' noemt, werkt hij met twee notenbalken, één voor de vocale muziek en één voor de instrumentale lijn. In een meer gedetailleerd ontwerp, de ''Orchesterskizze'', wordt de orkestlijn op drie tot vijf notenbalken verder uitgewerkt. Wagner werkte bedrijf per bedrijf af; het eerste bedrijf was klaar op 1 januari 1878, het tweede was afgewerkt op 1 oktober 1878 en het derde werd beëindigd op 26 april 1879. Het maken van de volledige [[partituur]] werd aangevat op 23 augustus 1879, maar vanwege zijn verslechtende gezondheidstoestand zocht hij het warme Italië op in gezelschap van de Russische schilder Paul von Joukowsky. Het was daar dat hij in mei 1880 in [[Ravello (Salerno)|Ravello]] het Palazzo Rufalo bezocht wat hem inspireerde voor het decor van de tovertuin van het kasteel van Klingsor.<ref>Zie Synopsis - tweede bedrijf.</ref> Joukofsky maakte een aantal schetsen van de tuin voor het decor van het tweede bedrijf. In november 1880 keert Richard terug naar Bayreuth en herneemt zijn werk aan de uiteindelijke partituur. Het eerste bedrijf is klaar op 25 april 1881, gevolgd door het tweede bedrijf op 19 oktober en op 25 december presenteerde hij aan [[Cosima Wagner|Cosima]] de laatste georchestreerde pagina als verjaardagsgeschenk, hoewel hij in alle stilte nog aan de opera werkte tot 1 januari 1882.<ref name="baker">Steven Scott Baker, Neo-Riemannian Transformations And Prolongational Structures In Wagner’s Parsifal, 2003, Florida State University. p.11</ref>
 
== Synopsis ==
Regel 44:
 
=== Tweede bedrijf ===
[[Bestand:Georg Daubner-Le Jardin enchanté.jpg|{{largethumb}}thumb|''De Tovertuin'' (1913) door [[Georg Daubner]]. [[Musée d'Art moderne et contemporain]], [[Straatsburg]].]]
We bevinden ons in het toverslot van Klingsor die een bezwering uitspreekt om Kundry op te roepen. In het gesprek dat volgt tussen Kundry en Klingsor, vertelt Klingsor het verhaal van de verleiding van Amfortas door Kundry. Kundry krijgt de opdracht om Parsifal te verleiden, Klingsors gevaarlijkste vijand, omdat hij beschermd wordt door het schild van de onwetendheid, ''der Torheit Schild'' in de originele tekst. Kundry weigert aanvankelijk maar ze wordt door Klingsor gedwongen. Ze is in zijn macht omdat hij de enige man is die ze nooit kon verleiden, hij had namelijk zichzelf ontmand! Dan roept Klingsor zijn wachters op, allemaal voormalige graalridders die in Klingsors macht gekomen zijn nadat ze verleid werden door Kundry of de bloemenmeisjes.
 
Als Parsifal zijn vijanden verslagen heeft bereikt hij de slottuin waar hij wordt opgewacht door de bloemenmeisjes, bloemen die door Klingsor zijn omgetoverd in beeldschone, jonge verleidelijke vrouwen. De bloemenmeisjes proberen Parsifal te verleiden, maar als ze beginnen kibbelen over wie dan wel de mooiste is, wil hij weggaan. Kundry in de gedaante van een bovenaards mooie vrouw roept Parsifal bij zijn naam waarop de bloemenmeisjes verdwijnen en Parsifal als betoverd blijft staan. Kundry probeert het vertrouwen van Parsifal te winnen door hem het verhaal van de dood van zijn vader en het verdriet van zijn moeder te vertellen. Ze verklaart hem ook waarom Herzeleide zich met haar zoontje in het bos terugtrok om hem ver van alle wapengeweld op te voeden en ze vervolgt haar verhaal met het grote verdriet dat Parsifal zijn moeder heeft aangedaan door van haar weg te gaan, verdriet waaraan ze stierf.
Regel 54:
 
=== Derde bedrijf ===
[[Bestand:Hans Thoma - Die Gralsburg.jpg|{{largethumb}}thumb|left|''De Graalburcht'' (1899) door [[Hans Thoma]].]]
Het eerste tafereel speelt bij een hut aan een bron in het Graalsgebied waar Gurnemanz, heel erg verouderd, iemand hoort steunen in het struikgewas. Hij ontdekt Kundry die zo goed als dood tussen de struiken bij de bron lag. Op dat moment komt een geharnaste ridder met een speer naderbij. Die wordt door Gurnemanz terechtgewezen omdat hij op goede vrijdag geen wapens hoort te dragen. Als de ridder zijn helm afneemt en de speer in de grond plant, herkent Gurnemanz Parsifal en de heilige speer en Parsifal herkent op zijn beurt Gurnemanz. Parsifal vertelt dan van zijn omzwervingen in zijn zoektocht naar de graalburcht en Gurnemanz brengt Parsifal op de hoogte van het verval van het riddergenootschap sinds Amfortas, na het eerste bezoek van Parsifal, weigert van de graaldienst te vervullen om zo zijn einde te bespoedigen.
 
Regel 62:
 
== De Parsifallegende ==
[[Bestand:Parzival und Condviramur.jpg|{{largethumb}}thumb|''Parzival en Condviramur'' (15<sup>e</sup> eeuw). [[Boekverluchting]] uit een maniscript van [[Diebold Lauber]] met de Parzival-versie van [[Wolfram von Eschenbach]].]]
Aanvankelijk waren de [[Heilige graal|graal]]romans, die van Franse oorsprong zijn, en de verhalen rond Perceval of Parzifal, een ridder uit de legendes rond [[koning Arthur]], aparte verhalen<ref>W. J. Henderson, Richard Wagner: His Life and his Dramas, G.P. Putnam’s Sons, 1901, New York and London, p.452.</ref> Het zou [[Walter Map]] geweest zijn die, naar het einde van de twaalfde eeuw, de graallegendes opnam in de Arthurlegendes om die te verchristelijken. Het verhaal werd snel populair en Wolfram von Eschenbach schrijft zijn versie van het Parzifal-epos omstreeks 1210. Het is deze versie die Wagner (gedeeltelijk) gebruikt als basis voor zijn libretto. De versie van Wolfram von Eschenbach was dan weer gebaseerd op de [[Perceval ou le Conte du Graal]] van [[Chrétien de Troyes]]. Chrétien was de hofdichter van [[Maria van Frankrijk (1145-1198)|Maria]], de hertogin van [[graafschap Champagne|Champagne]], een dochter van [[Eleonora van Aquitanië]]. Na 1181 was hij werkzaam aan het hof van [[Filips van de Elzas]], graaf van Vlaanderen, die hem stof leverde voor zijn graalroman. Walter Map verbleef in 1179 aan het hof van [[Hendrik I van Champagne]] waar Chrétien hem ontmoet kan hebben.
 
Hoewel Wagner zijn Parsifal baseerde op de Parzifal van Wolfram von Eschenbach zijn er grote verschillen tussen beide verhalen. Een van de belangrijkste verschillen is dat de graal bij Wolfram niet geassocieerd is met Christus. De graal bij Wolfram is een steen die uit de kroon van [[Lucifer (religie)|Lucifer]] viel toen die verslagen werd door de [[Michaël (aartsengel)|aartsengel Michaël]],<ref>W. J. Henderson, 1901, p.453.</ref> bij Wagner is het de kelk waar Christus uit dronk bij het [[Het Laatste Avondmaal (Jezus)|laatste avondmaal]] en waarin zijn bloed werd opgevangen bij zijn kruisdood, naar een van de latere versies van het verhaal van Chrétien de Troyes. De heilige speer die gebruikt werd om Christus' zijde te doorboren komt ook uit deze latere versie naar Chrétien.
 
Wolfram vertelt dat de jonge Parzival, nadat hij voor het eerst koning Arthur en zijn vrouw Guinevere heeft ontmoet, de [[Rode Ridder (Parzival)|Rode Ridder Ither]] doodt en voortaan diens rode wapenrusting draagt en diens paard berijdt, maar Wagner laat dit belangrijke thema weg.
Regel 77:
== Uitvoeringsgeschiedenis ==
=== De première ===
[[Bestand:Paul von Joukowsky - Bühnenbild Parsifal - Gralstempel.jpg|{{largethumb}}thumb|left|Scène-ontwerp van de graaltempel door [[Paul von Joukowsky]], 1882.]]
Het eerste deel van de opera dat werd uitgevoerd, was de prelude van het eerste bedrijf, door het Meiningen orkest in Wagners huis ''[[Haus Wahnfried|Wahnfried]]'' op 25 december 1878 ter gelegenheid van de verjaardag van Cosima, zijn tweede vrouw. Op 12 november 1880 dirigeerde Wagner zelf die prelude in een privé concert voor Lodewijk II, zijn mecenas.<ref>Gregor-Dellin, Martin (1983) Richard Wagner: his life, his work, his Century William Collins, {{ISBN |0-00-216669-0}} p.485.</ref>
 
De repetities voor de première begonnen op 1 juli 1882. Het orkest werd samengesteld uit honderdenzeven muzikanten, de meesten van de [[Bayerische Staatsoper]] toe nog het ''Königlichen Hof- und Nationaltheater'' in München. Het koor telde negenentwintig bloemenmeisjes waarvan 6 solisten en er waren eenendertig graalridders in de eerste uitvoeringen. Daarnaast waren er nog negentien stemmen achter de scène als tempelkoor en vijftig kinderstemmen voor het engelenkoor in de koepel van de graalhal. Het decor en de zeer sobere kostuums waren ontworpen door Joukowsky. Het kasteel van Klingsor was gebaseerd op het Palazzo Rufalo in Ravello, zoals we eerder zagen en de zaal voor de graaldienst was geïnspireerd door de kathedraal van [[Siena (stad)|Siena]] die Wagner de voorgaande zomer bezocht had.<ref name="baker12">Steven Scott Baker, 2003, p.12</ref>
 
De première vond plaats op 26 juli 1882 in het Festspielhaus in Bayreuth, onder de directie van Hermann Levi, muzikaal directeur bij de ''Bayerische Staatsoper'' en een goede vriend van Richard Wagner ondanks zijn Joodse afkomst.<ref>Wagner had wel altijd van zijn Joodse vriend verwacht dat hij zich zou laten dopen!</ref> Van de zestien uitvoeringen in juli en augustus van dat jaar waren de eerste twee voor een privé publiek.
Regel 89:
 
=== Parsifal voorbehouden aan Bayreuth ===
[[Bestand:Bayreuth Festspielhaus 2006-07-16.jpg|{{largethumb}}thumb|left|Bayreuth – Festspielhaus]]
Wagner vreesde dat zijn ''Bühnenweihfestspiel'' zou ‘ontwijd’ worden bij opvoeringen in theaters waar men niet het gewijde karakter van zijn werk zou respecteren. Men moet hierbij in acht nemen dat het er bij een klassieke opera-uitvoering in Wagners tijd heel anders aan toe ging dan vandaag, men ging naar de opera als naar een sociaal evenement waar men tijdens de uitvoering rustig kon keuvelen en roddelen. Daarom stond hij erop dat Parsifal alleen maar zou uitgevoerd worden in Bayreuth.<ref name="baker12" />
 
Cosima trachtte, met de steun van de ''Genossenschaft deutscher Tonkünstler'' het Duitse parlement ertoe te bewegen de periode waarin de auteursrechten zouden gelden uit te breiden boven de standaard voorziene dertig jaar, maar zonder resultaat. Het werk zou vrij mogen opgevoerd worden vanaf het einde van 1913. Maar het duurde slechts twintig jaar eer het werk in 1903 werd opgevoerd in New York en Nederland volgde met vier voorstellingen in Amsterdam tussen 1905 en 1908. Bij de Wagner-getrouwen was dit gekend als de ''verkrachting van de graal''. Voordien waren er al door Bayreuth toegelaten concertante uitvoeringen geweest in Londen in 1884, in New York in 1886 en in Amsterdam in 1894.
Regel 97:
 
=== Aangepaste regie ===
In 1951 ontketende [[Wieland Wagner]], een kleinzoon van Richard, een ware storm met zijn nieuwe enscenering van de opera waarin hij volledig brak met de aanduidingen voor de enscenering die door zijn grootvader waren gegeven. Wieland zette een Parsifal neer waaruit de kastelen en de graalhal waren verdwenen en hij met een nagenoeg lege scène en lichteffecten de muziek van zijn grootvader en de psychologische achtergrond van het drama op de voorgrond probeerde te plaatsen. Hij volgde daarbij de ideeën van de Zwitser Adolphe Appia. Wat ongetwijfeld ook meespeelde bij Wieland was het realiseren van een breuk met het recente verleden waarin de nazi's zich Wagner hadden toegeëigend.
 
De reacties op de nieuwe productie waren extreem, voor Ernest Newman, de Wagner-biograaf, was het niet alleen de beste Parsifal die hij ooit gezien had maar een van de drie of vier mooiste spirituele belevenissen uit zijn leven.<ref>Frederic Spotts, Bayreuth: A History of the Wagner Festival. New Haven and London: Yale University Press, 1994, p. 212.</ref> Anderen zoals de dirigent van de uitvoering, [[Hans Knappertsbusch]], waren veel minder enthousiast tot regelrecht vijandig. Wat Wieland realiseerde was revolutionair en trendsettend. Na deze opvoering van Parsifal zou geen enkele van Wagners opera’s nog op de oude manier worden geregisseerd en in zijn opzet om het werk van zijn grootvader uit de nazisfeer te halen was Wieland glansrijk geslaagd.
 
=== Parsifaltraditie in Antwerpen ===
[[Bestand:Antwerpen Opera.JPG|{{largethumb}}thumb|Gebouw van de Koninklijke Opera Antwerpen.]]
De [[Koninklijke Vlaamse Opera|opera van Antwerpen]] was een van de operahuizen waar Parsifal in 1914 al werd opgevoerd nog juist voor het begin van de [[Eerste Wereldoorlog]]. Vanaf 1926 werd het een traditie om de opera elk jaar in de Goede Week op het programma te zetten. Het rituele karakter van de opera en de verplichting om het stuk jaarlijks te hernemen leidden tot verstarring, ook al nam Antwerpen in de jaren 50 de regie van Wieland Wagner over. Het was toen dat de Nederlandse sopraan Marijke van der Lugt met veel succes Kundry op de scène zette en dat de Antwerpse opera tijdens de Goede Week een soort bedevaartsplaats werd voor Nederlandse Wagnerliefhebbers. De jaarlijkse herneming van Parsifal werd in 1988 afgevoerd door [[Gerard Mortier]], die toen interim-intendant was van de [[Vlaamse Opera]], de fusie van de operahuizen van Gent en Antwerpen. In 1990 werd Parsifal weer op het programma gezet door de nieuwe intendant Marc Clémeur, maar in 1993 kwam er een uitvoering van ''[[Lohengrin]]'' voor in de plaats. Sedertdien werd de traditie definitief stopgezet.
 
== Religieuze achtergrond ==
[[Bestand:Dante Gabriel Rossetti - The Damsel of the Sanct Grael (1874).jpg|miniatuur|''The Damsel of the Holy Grail'' (1874) door [[Dante Gabriel Rossetti]]. Privécollectie Lord [[Andrew Lloyd Webber]]. ]]
Als men het eerste en derde bedrijf van Parsifal analyseert, zowel wat de tekst als wat de scenische instructies betreft, kan men moeilijk naast de verwijzingen naar religieuze en Bijbelse motieven kijken. De graal zelf was voor Wagner de beker waaruit Christus had gedronken tijdens het laatste avondmaal en waarin aan het kruis zijn bloed was opgevangen. De voetwassing door Kundry, haar doopsel en de zalving van Parsifal tot koning zijn ook bekende thema’s uit het evangelie en uit de Bijbel. Ook de speer die wordt opgevoerd als de speer van [[Longinus (heilige)|Longinus]] waarmee de zijde van Christus werd doorboord is een directe verwijzing naar het lijdensverhaal.
 
Maar anderzijds blijkt uit dagboeken en de correspondentie van Wagner met Mathilde Wesendonck dat de idee van het verlossende medelijden van bij het begin een belangrijke rol speelde in het verhaal. In zijn Venetiaans dagboek schrijft Wagner hierover op 1 oktober 1858:
{{Citaat|Ik herken in dit ‘medelijden’ het meest in het oog springende kenmerk van mijn morele geaardheid en dit vindt waarschijnlijk zijn uitdrukking in mijn kunst.}}
Hij had in 1854 toen, hij aan ''[[Die Walküre]]'' werkte, het werk ''Die Welt als Wille und Vorstellung'' van de filosoof [[Arthur Schopenhauer]] gelezen en was diep onder de indruk van de ideeën die door hem ontwikkeld werden omdat ze zijn visie op de wereld bevestigden. Schopenhauer beschouwde de wil om te leven als een fundamenteel gegeven en pleitte voor het verzaken aan deze levensdrang als de weg tot verlossing. Men kon deze verlossing bereiken door zichzelf volledig weg te cijferen in ‘mede-lijden’ met andere schepsels. Wagner zal in zijn latere opera’s, vooral in [[Tristan und Isolde (opera)|Tristan en Isolde]] en Parsifal deze gedachten aan bod laten komen.
 
De denkwereld van Schopenhauer was nauw verwant met het [[Boeddhisme]] zoals men het in die tijd kende<ref>Schopenhauer was aanvankelijk verkeerd in zijn interpretatie van de Boeddhistische leer en de relatie met het Hindoeïsme onder meer met betrekking tot het [[nirwana]] van de boeddhisten en het [[Brahman (filosofisch concept)| Brahman]] uit de [[Vedanta]]. Schopenhauer beschouwde het nirwana aanvankelijk als het ''land van het niet zijn'' dat foutief geassocieerd werd met het doodsverlangen als bevrijding.</ref> en Wagner ging zich vanaf dan in die leer verdiepen en bleef dit doen tot het einde van zijn leven. Een van de resultaten hiervan was zijn concept voor een opera ''Die Sieger'' op basis van een van de sagen uit de ''Introduction à l'Histoire du Buddhisme Indien'' van Eugène Burnouf.
 
Sommige van die Boeddhistische ideeën vinden we terug in Parsifal. In het eerste bedrijf bijvoorbeeld zegt Gurnemanz over Kundry:
{{citaat|Hier lebt sie heut’ vielleicht erneut, zu büssen Schuld aus früh’ren Leben|<ref>Hier leeft ze dan misschien herboren om schuld uit een vorig leven uit te boeten.</ref>}}
Een vreemde veronderstelling voor een devote christelijke ridder.
 
Ook het plotse inzicht in het lijden van Amfortas, dat Parsifal krijgt bij de kus van Kundry in het tweede bedrijf was een idee dat Wagner al had uitgewerkt om Boeddha zijn laatste ‘verlichtende inzicht’ te laten krijgen in zijn concept van Die Sieger en dat hij beschrijft in een brief aan Mathilde Wesendonck van 5 oktober 1858. Parsifal wordt door die kus een [[bodhisattva]], een wezen (sattva) dat naar verlichting (bodhi) streeft en die zal bereiken door zijn medelijden.
Regel 128:
{{Commonscatklein|Parsifal}}
* {{en}}[http://www.monsalvat.no/index.htm Monsalvat – the Parsifal pages]
* {{en}}[http://www.mcgoodwin.net/pages/otherbooks/we_parzival.html Wolfram von Eschenbach: Parzival]
* {{en}}[http://users.belgacom.net/wagnerlibrary/prose/wlpr0126.htm Richard Wagner, Religion and Art]
* {{de}}[http://www.wagneroperas.com/indexparsifallibretto.html Parsifal Libretto]