Zo is het toevallig ook nog 's een keer: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
meer uitleg, meer details
Regel 4:
Medewerkers waren onder anderen [[Mies Bouwman]], [[Gerard Reve|Gerard van het Reve]], [[Dimitri Frenkel Frank]], [[Yoka Berretty]], [[Milly Scott]], [[Loesje Hamel]], [[Joop van Tijn]], [[Jan Blokker]], [[Hans van den Bergh]] en [[Rinus Ferdinandusse]]. Eindredacteur was [[Herman Wigbold]] en regisseur was [[Leen Timp]]. Bij latere afleveringen waren ook [[Hans Jacobs]] (eindredacteur), [[Aad Kosto]] en [[Hugo Brandt Corstius]] betrokken.
 
De eerste aflevering was op 9 november 1963 en de laatste op 11 februari 1966. Het programma werd gedurende het seizoen vrijwel altijd maandelijks uitgezonden.
De meest geruchtmakende aflevering was die van 4 januari 1964 waarin de sketch ''Beeldreligie''<ref>[http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/5152268/items/5204159/ 'Beeldreligie. In opspraak'] (VPRO Geschiedenis - Andere Tijden)</ref> werd uitgezonden. Acteur [[Peter Lohr]] sprak een [[gebed]] uit tot ''het Beeld'' (waarmee de televisie werd bedoeld), dat de vorm had van het [[Christendom|christelijke]] [[Onzevader]]. De scène leidde tot een storm van verontwaardiging en [[Kamervraag|vragen in de Tweede Kamer]]. Deze richtte zich met name tegen Mies Bouwman, de publiekslieveling van [[Open het Dorp]]. Wegens de bedreigingen aan haar adres zag zij zich gedwongen haar medewerking aan het programma te staken.
 
De meest geruchtmakende aflevering was die van 4 januari 1964 waarin de sketch ''Beeldreligie''<ref>[http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/5152268/items/5204159/ 'Beeldreligie. In opspraak'] (VPRO Geschiedenis - Andere Tijden)</ref> werd uitgezonden, waarin de vermeende tv-verslaving van de doorsnee Nederlander gehekeld werd. Acteur [[Peter Lohr]] sprak een tekst uit, deels tot ''het Beeld'' (waarmee de televisie werd bedoeld) dat de vorm had van een gebed en geïnspireerd op het [[Christendom|christelijke]] [[Onzevader]]. De scène leidde tot een storm van verontwaardiging. De politieke partijen in de [[Tweede Kamer der Staten-Generaal|Tweede Kamer]] [[Katholieke Volkspartij|KVP]], [[Anti-Revolutionaire Partij|ARP]], [[Christelijk-Historische Unie|CHU]] en [[Volkspartij voor Vrijheid en Democratie|VVD]] eisten dat de regering ingreep. Minister [[Theo Bot]] zei tegen de VARA 'ernstige maatregelen' te overwegen en gaf de omroep drie dagen om met een verweerschrift te komen. De VARA gaf aan het kwetsen van 'godsdienstige, dan wel anderszins respectabele gevoelens' te betreuren en beloofde erop toe te zien dat in het vervolg de programma's met bijzondere zorgvuldigheid samengesteld en uitgevoerd zouden worden. Op 15 januari schreef Bot in een brief aan de VARA dat het programma elementen bevatte die ingingen tegen de goede zeden, maar dat hij afzag van maatregelen.<ref>Hazeu, Wim (1982, tweede herziene druk) ''Wat niet mocht. Een overzicht van censuur, ernstige en minder ernstige gevallen van vrijheidsbeknotting in Nederland'', p. 14</ref> Veel kritiek richtte zich tegen Mies Bouwman, de publiekslieveling van [[Open het Dorp]]. Wegens de bedreigingen aan haar adres zag zij zich gedwongen haar medewerking aan het programma te staken.
In maart 1966 stopte het programma. Aanleiding was een tekst van de hand van Hugo Brandt Corstius over burgemeester [[Gijs van Hall|Van Hall]] van Amsterdam, die van de VARA-leiding uit de uitzending geschrapt moest worden. Later dat jaar kreeg het programma de [[Gouden Televizier-Ring Gala|Gouden Televizier-Ring]] uitgereikt voor het beste programma van dat jaar. Achteraf bleek dit ten onrechte: een medewerkster van het omroepblad [[Televizier (omroepblad)|Televizier]] had honderden kaarten met stemmen voor "Zo is het..." ingezonden om te voorkomen dat [[Willem Duys]] zou winnen.
 
Eind maart 1966 stopte het programma abrupt. Aanleiding was een tekst van de hand van Hugo Brandt Corstius over burgemeester [[Gijs van Hall|Van Hall]] van Amsterdam en de recente spanningen in de hoofdstad, die van de VARA-leiding uit de uitzending van 31 maart geschrapt moest worden. De VARA had namelijk op 21 maart met Van Hall afgesproken om voorlopig geen aandacht aan de kwestie te besteden. Dat was tegen het zere been van de programmamakers, die meteen aankondigden per direct met het programma te stoppen. De uitzending van 31 maart ging dan ook niet door, evenmin de al geplande laatste afleveringen van het seizoen op 20 april en 3 juni. De tekst van Hugo Brandt Corstius behelsde een lijst met tien vragen, naar het voorbeeld van Mies Bouwman in haar programma [[Mies en Scène]]. Het team van 'Zo is het...' zou zelf de antwoorden geven. De tekst was door de VARA-directie gelezen en afgekeurd.
 
In maart 1966 stopte het programma. Aanleiding was een tekst van de hand van Hugo Brandt Corstius over burgemeester [[Gijs van Hall|Van Hall]] van Amsterdam, die van de VARA-leiding uit de uitzending geschrapt moest worden. Later dat jaar kreeg het programma de [[Gouden Televizier-Ring Gala|Gouden Televizier-Ring]] uitgereikt voor het beste programma van dat jaar. Achteraf bleek dit ten onrechte: een medewerkster van het omroepblad [[Televizier (omroepblad)|Televizier]] had honderden kaarten met stemmen voor "Zo is het..." ingezonden om te voorkomen dat [[Willem Duys]] zou winnen.
 
== Externe link ==