Moseik: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanpassing |
red. en aanv. |
||
Regel 23:
De '''moseik''' (''Quercus cerris'') of '''Turkse eik''' is een boom uit de [[napjesdragersfamilie]] (''Fagaceae''). De plant komt van nature voor in [[Zuidwest-Azië]] en het zuiden en midden van [[Europa (werelddeel)|Europa]]. De boom wordt veel aangeplant voor de sier of om schaduw te bieden, onder andere ook in Nederland. Het is een snelgroeiende soort die maximaal 20 m hoog kan worden.
De moseik heeft een brede, koepelvormige kroon met opgaande takken. De [[schors]] is dof donkergrijs en ruw ondiep gegroefd, ook in het jonge stadium.
De boom heeft bleekbruine, donzige [[knop (plant)|knoppen]], die omgeven zijn door gedraaide borstels die niet afvallen. De bladeren zijn langwerpig van vorm en gelobd of ingesneden. De bladstelen zijn [[haar (plant)|behaard]] en circa 2 cm lang. De bladeren zijn aanvankelijk ruw en dofgroen, maar later glanzend aan de bovenzijde; de onderzijde wordt dan bleek en wollig behaard.
De mannelijke [[bloem (plant)|bloemen]] van de moseik zitten in [[katje]]s en zijn 5-6 cm lang. De kleur loopt van rood naar geel. De vrouwelijke bloemen zitten in de oksels van nieuwe bladeren. Ze zijn eivormig, 5 mm lang en hebben donkerrode [[stempel (plant)|stempels]] omgeven door geelachtige schubben.
De vrucht is een smalle, eivormige [[eikel (vrucht)|eikel]], met een erg korte steel (of steelloos). De eikels zijn omgeven door een [[napje]] van
De moseik heeft nauwelijks last van ziekten of aantastingen maar is wel gevoelig voor [[houtparasitaire schimmel]]s. De boom kan goed tegen (zee)wind.
''Quercus × hispanica'' is een hybride met de [[kurkeik]]. Deze hybride, met verschillende [[variëteit (biologie)|variëteiten]] is winterhard als de moseik en [[groenblijvend]] als de kurkeik.
| |||